Vriendenbezoek.
P. JANSSOONE.
De Duitschers wachten op de bevrijding
sol-
FERNAND WILLEMYNS.
Vlaming durft noemen voor U staan hebt en de
rechtigheid zal zegevieren.
Hier is er slechts een redding voor het euvel,
het wordt tijd dat de Tommie komt,
Dat is de wensch van veel mijner kameraden!
J ven in het begin van dit jaar aan Roily en Coutteau
(die toen in een
dezen gulden
raad op te volgen en zoo is het hen gelukt aan de
Nieuwe Orde, aan het oude Europa en aan ons volk
groote diensten te bewijzen door dezen, die geen juist
begrip hadden van het gevaar gevormd door Joden
dom, Bolsjewisme, ploetocratie en witte boterhammen
met ham, tot hun plicht terug te roepen en den „Ar-
beitseinsatz” te doen waardeeren. Onze twee College
studenten verklaarden verder dat ze lid waren van
DE VLAG (verplichtend voor ’’bedienden” van de
Werbestelle)Volkswelzijn en het Rood Kruis (den
kelijk het Duitsche). Onder de menschen die aan de
”goede» zaak” gewaardeerde diensten bewezen dienen
vermeld: Mimi Vandamme die onzen medewerker
Adhemar Denys verklikte, Alice Vlaemynck uit
Beerst en LAST BUT NOT LEAST den welriekenden
Str. Vanhille die Theofiel Dejonghe aanklaagde en
Bulcke (Tuinwijk). Wat eerstgenoemde betreft, Roily
is aan zijn heiligen Duitschen plicht te kort geko
men door hem niet aan te houden; Bulcke werd door
Vanhille in zijn huis gelokt en daar aan collega’s
van onze pensionnairs uitgeleverd.
Bedanking.
Hiermede hebben wij het genoegen het gemeente
bestuur van Nieuwkapelle te bedanken voor de
benceming van een bediende bij den ravitaillee-
ringsdienst, vooral daar het hier iemand betreft die
gedurende de vier jaar bezetting zich altijd correct
gedragen heeft.
Wie zijn land verkoopt, verkoopt zijn volk, en het
verkoopen aan een bezetter zooals we hier de nazi’s
geweten hebben is een misdaad, een wraakroepende
misdaad. Wat al medeburgers zijn er niet gevallen
onder de welgemikte schoten van een Duitsch straf
peloton en dat omdat ze liever dan mee te heulen
met den indringer hun land getrouw bleven.
Waar zijn ze nu de lafaards die vier jaar lang ons
bloed uitzogen, voorname plaatsen gaven aan onbe-
kwamen, alleen maar omdat ze als knecht niet
mochten verhinderen dat hun patroon verduisterde
en bedroog. Dan nog wanneer ze samen met hun
vrienden den scepter zwaaiden waren ze niet eerlijk
genoeg en moesten ze hun afgod en tevens hun me
deburgers bestelen. Zij die vier jaar lang hun kop
hoog boven de anderen uitstaken en de patriotten
verachten en haten trachten nu door looze listen en
bemiddeling van een of ander zwakkeling verzach
tende omstandigheden in te roepen maar ze zullen
ondervinden dat onze praktijken niet overeenstem
men met de hunne en dat er nog gerechtigheid be
staat, dat ze met hun woekergeld geen centiemtje
of minuutje verkorting zullen bekomen. Laffer dan
Judas zijn ze want wanneer hij zijn dertig zilver
lingen ontvangen had kreeg hij berouw en hij wierp
ze in den tempel waar hij ze verdiende en uit be
rouw verhing hij zich, maar onze judassen zijn te
laf om berouw te hebben en daarom moeten z® hun
straf ondergaan zonder eenige genade.
O Heeren Rechters, gedenk onze gefusilj eerden en
veibannenen, wanneer ge het Judasvolk dat zich
ge-
wel eens
van 1-
daat op een muur geschreven:
Hier gibt es nur eine rettung vom übel,
ets wird zeit dass der Tommie kommt,
dieses is der wünsch vieler meiner Kameraden'.
We hebben een bezoekje gebracht aan onze vrien
den Coutteau en Roily, omdat ons hart brak wanneer
we dachten aan hun eenzaam treuren in hun eng en
ongezond verblijf. We werden door de bewoners van
het appartement allervriendelijkst ontvangen, wat
bewijst dat ze bij onze gewezen beschermers heel
goeie manieren hebben geleerd. Wat voordeel brengt
het ons toch bij wannweer we regelmatig met een
kultuurvolk omgaan! Om op onze Pappenheimers te
rug te komen, ze leenden zich met de meeste bereid
willigheid tot een intervieuw, niettegenstaande dat
ons blad niet door Dr. Goebbels wordt gecensureerd
en wij geen koppij ontvangen van de Propaganda-
Abteilung onzaliger gedachtenis.
Na zich te hebben verontschuldigd ons geen koek-
jete en borrels te kunnen aanbieden, hebben ze hun
paternostertje afgediaaidk
Ten einde rendeerend werk te hebben, lieten onze
beide vrienden zich in November 1942 inlijven bij de
Vlaamsche S.S., volgens Coutteau was het om chauf
feur te spelen bij de Nachtschubkolonne. Naar Rus
land zijn ze niet geweest, gezien de onmenschelijke
behandelingen die de barbaarsche Bolsjewisten de
vertegenwoordigers der kultuurvolkeren doen onder
gaan, niet overeenstemmen met hun zacht karakter.
Ze speelden dan maar te Veurne kantoorplanton, doch
veel werk scheen er daar na enkelen tijd niet meer te
zijn en er moest dus naar een ander baantje worden
uitgezien. Gelukkig zijn er overal brave dienstwillige
menschen te vinden die werk zoeken voor dezen die er
Veel Duitschers verwachten de Tommies met on- zeli' &een vinden: zulke menschen zijn de heeren
geduld. Ook veel soldaten. In alle landen van de we- Arthur Coucke, Kaaskerke en De Vylder, Diksmuide,
Kre2 schrijven de piotten op de muren van kazerne’s 'die thans toevallig een gezondheidsreisje doen. Ze ga-
Bij de is het een gedicht aan een werkelijk ven in het begin van dit jaar aan Roily en Coutteau
bestaand of denkbeeldig lief, anderen brengen een (die toen in eenkazerne te Brussel zaten, waar he
roerende hulde aan het bier, nog anderen maken de - steeds ongezond is voor ware buitenjongens) denraa
wereld kond dat ze nog zooveel dagen te kloppen !i in dienst te treden van de Aussenste e eu™e van
Ebbenen nog duizend dingen meer. De Duitsche 'de „helaas!” te vroeg,in den cünvel ontslapen Werbe-
soldaten schrijven ook op den muur van htm slaap-1 stelle. Onze Kameraden haasten zich ezen gu en
kamer in het gebouw waar ze ingekwartierd. zijn.
Ze schrijven over hun meest intieme verzuchtingen...
als "ze durven, want in het Duitsche leger wemelt het
van verklikkers en wee hem die iets anders dan lef
woorden schrijft over het alleenzaligmakend nazi-
regiem. Maar toch wordt, spijts de terreur, de tucht
4
27de beruchte Pruisische discipline slapper en op
het oogenblik van te vertrekken schrijft een soldaat
wat hij denkt. Zoo leest men in het college
Diksmuide het volgende door een Duitsch