De Vrijheidsgalm PRIJS ÉÉN FRANK 2e JAAR. Nr 4. Werkloosheid. het O.F. riegicnaal Comité Diksmuide geen machines, geen grondstoffen, geen kolen, geen dit, geen dat, voorhanden zijn. Dit is het argument waarmede geweldig wordt geschermd. Wij zijn de eersten om tos te geven dait het in veel gevallen te recht kan worden aangehaald, maar men mag het toch nielt gebruiken .Is een verontschuldiging voor alles! Een tijdje na de bevrijding lagen veel ver vuilde vaarten en andere waterloopen zoo goed als droog. Hier was dus een werkje dat door iedereen kon worden opgeknapt! Om vaarten te reinigen moet men toch geen geschoold vakman zijn! Men had hier noch brandstof, noch machines, noch grondstoffen, noch om het even wat nccdig! En toch bleven die water loopjes even vuil. Naar men ons mededeelt mogen de burgemeesters de werkoozen, voor den steun die wordt uitgekeerd of meer, niet te werk stellen! Zoo dis waar is dan kunnen we niets anders doen dan er met klem tegen opkomen! Geld moet door de open bare besturen worden uitgegeven tegen een zekere prestatie vanwege dezen die het ontvangen. Een an dere methode toepassen is immoreel eh kan tegeh rechtvaardige sociale wetten en hun toepassing van zekere zijde protest doen ontstaan, waarmee ander? geen rekening zou moeten gehouden worden. Dat men onze werklieden dus in de mate van..het, mogelijke werk verschaffe en waar het niet mogelijk is een steun uitkeere, aangepast aan de huidige buitenge wone levensduurte. WEEKBLAD En nu nog iets om te eindigen wie ordentelijk y/erji word; aangeboden en in staat is het te volbren gen moet van allen verderen steun worden verstoken, zoo hij weigert dit werk te aanvaarden. Nu vooral, in oorlogstijd, moet iedereen zijn plicht doen zoo hij de kans krijgt. Laat ons dan niet vergeten dat alle mannon beneden de dertig jaar het recht hebben een verbintenis als oorlogsvrijwilliger te teekenen en dat zij, door als zoodanig te handelen, niets meer doen dan hun plicht volbrengen! De tijd is nu, gelukkig, voorbij dat een Belgisch soldaat de formidabele solde van één frank per dag ontving en de familie een toelage, niet genoeg om van te leven. Op geldelijk gebied is een soldaat dus thans gedekt. Daarom vra gen wij aan de openbare besturen geen steun toe te kennen aan personen vari min dan dertig jaar, die, vermits ze als werkzoekers moeten ingeschreven zijn, er kunnen vinden bij het leger en zoodoende den goe den strijd verder te zetten tegen den vijand, die hier den werkloozensteun heel eenvoudig had afgeschaft. Want ook dit mogen we niet vergeten: nevens een zeer groote meerderheid van brave lieden, waarvan velen tijdens de bezetting, om wille van den broode, verplicht waren voor den mof te arbeiden, zien we in de rijen der werkloozen ook kerels die tot V.N.V. of iets dergelijks behoorden en dus moreel gesproken op geen steun van den „Belgiek” recht hebben, zonder nog enkele anderen te vergeten die, tijdens de bezet ting MET LIEFDE voor den bezetter konden werken en overuren deden om wille van het smeer.... Wij zijn dus voor een stevigen steun aan de WARE Reeds vóór den oorlog zagen wij lederen dag lange rijen werkloozen, in alle steden en dorpen van het land, voor de stempelkantoren aanschuiven! Toen was dit reeds bedroevend, in den gelukkigen vredes tijd! Zeker is het princiep iets prachtigs op zichzelf wie absolm.it in de onmogelijkheid verkeert te arbei den moet gesteund worden en zou zelfs een vol loon moeten ontvangen. De wet en een schuldige toege vendheid aan een ten afgrond leidende demagogie lieten echter, vooral in kleine steden en gemeenten, een serie beklagenswaardige misbruiken toe Wij denken dat iedereen het met ons zal eens zijn wan neer we verklaren dat steun alleen zou mogen ver leend worden aan dezen die onbekwaam zijn tot werk en aan dezen die na ernstig en aanhoudend zoeken geen werk kunnen vinden. Dit is ten andere ook den geest van de wet, maar voor de toepassing! En zoo kwamen we dan ook tot een groep beroeps doppers, die de samenleving in België verspestten, een slechten geest onder de werklieden deden heer- schen en bij velen de meening heden ingang vinden dat de syndicale actie niets anders was dan een eisch om steun in geval van werkloosheid (dat is het voor één deel) en den vakbond een uitbetalingskantoor voor werkloozenInderdaad, waarom konden en kun nen de officieele diensten dezen steun niet recht streeks uitbetalen? Waarom moesten doorgaans ver politiekte syndicaten dit doen? Wij hebben niets te gen het beslaan van deze syndicaten, integendeel, doch hun actie ligt elders. Deze steun was toch ge lijk voor alle werkloozen. Dat men ons nu de woorden niet in den mond legge dat alle werkloozen beroeps doppers waren; het geldt hier naturlijk een minder heid, doch ze deed verschrikkelijk veel kwaad aan ons vaderland en benadeelde dezen die werkelijk onzen steun waardig warén. Ieder ondersteunde werklooze moest in princiep als werkvrager ingeschreven zijn. Maar wat dan zoo men hem werk tegen een men- schelijk loon aanbood en hij weigerde? Dan licit men heel eenvoudig begaan en dat is heden ten dage nog zoo! De regeering werkte zelfs de werkloosheid in de hand. Een voorbeeld Verbeke is een werkloozen schrijnwerker. Hij „dopt”. Zijn gebuur heeft iets aan een deur of een kast dait niet.heelemaal in den haak is. Er is voor één dag weiik. Verbeke mag dit werkje echter niet opknappen, want hij verliest verschei dene dagen steun voer dezen één dag loon. Ware het nu niet honderd maal eenvoudiger Verbeke alleen voor den dag dat hij werkt geen steun te betalen en hem van ’s anderendaags af opnieuw te laten stem pelen tot hij vasten arbeid of opnieuw een karwei tje gevonden heeft? Nu, in oorlogstijd, moeten we met bitterheid vast stellen dat na vijf maand bevrijding, de werkloosheid meer heerscht dan vroeger. Ook nu laat de regeering niets onverlet om de werkloosheid in de hand te wer ken. De algemeene dooddoener is natuurlijk dat er ZONDAG 28 JANUARI 1945. Orgaan van 3

HISTORISCHE KRANTEN

De Vrijheidsgalm (1944-1945) | 1945 | | pagina 1