van
Nieuport en Kanton
Aan enze Lezers
Foor IVattrheid
en Vrede!
Foor Vrijheid
en Hecht!
Eerste Jaargang
Zaterdag 11 December 1909
N° 11
In het Willems-Fonds
Lotje uil den Porseleinwinkel
door
Arm Vlaanderen!!!
Rhetorika
te
DE REDACTIE.
ABONNEMENT
53.CSO franJt per jvxjai-
op voorhand betaalbaar
rEEKBLAD
I
Te Iaat ontvangen om in ons nummer
van heden op te nemen een artikel over
de deelname der Staats Middelbare Jon
genssehool aan de aanstaande tentoonstel
ling van Brussel.
PRIJS PER NUMMER
S centiemen
Te beginnen met ons nummer van za
terdag aanstaande zullen wij eene reeks
artikelen afkondigen, getiteld »e Ka
zerne Nu de miliciewet is veranderd
en rijk en arm het vaderland zal dienen,
zijn die artikels van de grootste actualiteit
en zullen zij ongetwijfeld door allen gretig
gelezen worden.
VERKOOPER
Pieter l'erstraete, zoon
Valkestraat, Nieuport
DRUKKER
haeck
Statiestraat, Oudenaarde
Atinoncenprys 0,15 fr. per drukregel. - Rechterlijke aankondigingen 0,50 fr. per drukregel. - gfet récht antemeiï ré wfamj. vonrhehoudan na
:öo71mt tttrf ±n wXcrt Valkestraat Nieuport besteld worden. - Alle artikels o! medede^fnZ"be"tem^v^
voo be houdenede Xtrels^t worde"’ Het recht van °P"a™ is
school, naar de dompersschool moesten
of de ouders het wilden of niet. En dat
noemt men bij de katholieken vrijheid.
Wij bezitten de cijfers voor dit jaar niet;
maar er is geene verbetering gekomen,
v rre van daar.
En de uitslagen? In 1900 was het
getal ongeleenden in ons arm West-Vlaan
deren bij de 30 op honderd inwoners,
terwijl het in Luxemburg slechts iets meer
dan 19 was. Welnu, in onze provincie
waren er dan 410 katholieke scholen, en
slechts 351 gemeentescholen, terwijl er in
Luxemburg maar 151, zoogezegde vrije,
tegen 500gemeentescholen waren.
Arm Vlaanderen! Arm Vlaanderen!
0 liberale vrienden! vergeet het niet
op u rust den heiligen plicht ons arm, ver
achterd, verkwezeld vlaamsche platte-
landsvolk uit dien afgrond van onweten-
heid te redden. Op uw programma staat
het verplichtend onderwijs, en dat is
broodnoodig, want te veel kinderen zijn
er nog welke niet, of niet lang genoeg ter
school gaau. Maar het onderwijs verplich
tend maken in gemeenten waar geene
officieele school bestaat, ware nog meer
kinderen aan geestesmisverming blootstel
len. Vergeet het toch niet dat er op den
buiten vrijzinnigen zijn, die liever dan
hunne kinderen door paters, broerkens of
nonnekens te laten verstompen, de kleint
jes in hunne weinige ledige uren zelf ou
derwijzen bij gebrek aan elke officieele
school zijn het uitzonderingen, het zijn
prijzenswaard!’e, hoogst belangwekken
de. Jaagt toch de arme kinderen dier be-
scheidene helden niet naar de klooster
school. Verplichtend onderwijs moeten
wij hebben, voor Vlaanderen vooral, ja;
maar eerst en vooral scholen waar ie
dercen degelijk onderwijs kan genieten
welk geloof hij ook belijde.
En gij, plattelandsbewoners, landbou
wers of werklieden, laat toch het oude
Vlaamsche bloed, het bloed der kerelen,
dar klauwaerts, der water en boschgeu-
zen, uwe voorvaderen in uwe aderen wat
opbruisen. Staat op tegen de slaverny!
Helpt ons, wij erfgenamen dier geuzen,
die als wij, voor vrijheid streden, helpt
ons u te ontvoogden. Onze vaders gaven
hun bloed voor de ontvoogding hunner
broeders.
Zooveel vragen wij niet, maar wilt gij
uwen toestand zien verbeteren, verjaagt
uwe verdrukkers met uwe stembriefjes.
Begrijpt toch eindelijk uw waar belang en
stemt voor deze die uwe ontvoogding wil
len, de liberalen. Dan zal de redding voor
Vlaanderen kernen!
Zondag laatst gaf de werkzame afdeeling van
’t Willems-Fonds hare tweede openbare concert*
voordracht. De opkomst was voldoende, wanneer
men in aanmerking neemt dat het St Niklaas
avond was en vooral dat zoo ’t schijnt, op den
buiten menigvuldige voetstappen werden aan
gewend om de landbouwers en veldarbeiders aan
te raden niet naar de voordracht te gaan. En
daar aanraden hetzelfde beteekent als ge
moogl niet van mij dan is het niet te verwon
deren dat er niet meer buitenlieden ainwezig
waren. Wanneer toch schudden ze dit dwanjuk
eens van de schouders?
De voordracht was allerbelangrijkst en de
heer volksvertegenwoordiger Buysse, die de
kunst bezit om dooi zijn vloeiend woord, nu eens
ernstig, dan gevoelt ol ook soms wel schertsend,
de aandacht der toehobrders te boeien, oogstte
dan ook een gewettigden bijval.
De achtbare spreker, die zich bijzonder met
het onderzoek der maatschappelijke toestanden
van de landbouwers rond Gent heeft beziggehou
den, schetste den maar al te dikwijls ellendigtn
toestand der buitenbevolking in treffende be
woordingen. Hij handelde opvolgenttijk over den
toestand va de landbouwwerklieden en van de
landbouwers zelf.
Hij bewees welke lage loonen den veldarbeider
nog genoot, hoe hij van alle geestesgenoot is
beroofd, noe hij als een echte slaaf wroeten moet
om zijn gezin te onderhouden hoe hij zich bloot
stelt aan vervolgingen* wanneer hij zich zou
veroorloven een vrijzinnig blad te lezen en nog
meer, indien hij dierf bekennen zijne stem aan
liberale kandidaten te schenken. Hij deed uit
schijnen hoe hij van alle onderwijs is verstoken,
hoe alle vrijheid in zijn doen en laten hem is
ontzegd.
De knappe en talentvolle redenaar bewees ook
dat de sociale toestand van den landbouwer zelf
al niet benijdenswaardiger is dan die van den
veldarbeider; hoe hij jaar in jaar uil naarstig
werken moet om de twee eindjes van ’t jaar aan
een te knoopen en het hem onmogelijk is betere
loonen aan zijn werkvolk te betalen. Hij bewees
ook hoe hoog het sterftecijfer onder de landelijke
bevolking is, omdat zij, jammer genoeg te wei
nig ontwikkeld en te weinig onderwezen, veeleer
toevlucht neemt lot bedevaarten of kwakzalvers-
remedies inplaats van tol den geneesheer, zooals
het overtollige gebruik van slaapkoppen het be
wijst. Hij deed uilschijnen hoe uiterst weinig
vrijheid de boer over ’t algemeen bezit; hoe hij
heel en gansch afhangt van den kasteelheer en
van dezes agent de landelijke pastoor, voor het
pachle van hofsteden en gronden, het uithuwe
lijken zijner Kinderen, den aankoop van mest
stoffen, het verplichtende lidmaatschap van boe
renbonden en zoo voorts. Hij bewees oek o\er
welke rechten, die niet langer zouden mogen
bestaan, de eigenaar beschikt om den boer te
doen verhuizen, hoe de eigenaar zich de meer-
derwaarde van het land verkregen door den
arbeid en de meststoffen van den pachter, toe
eigent; hij den pachter allerlei belastingen op
legt.
Hij deed ook uitschijnen hoe weinig ernstig het
landbouwonderwijs, dikwijls doer onbekwamer)
gegeven, is ingericbt; hoe de subsidién door den
slaat geschonken dienen om klerikale politiek te
voeren in stede van bij te dragen tot de verstan
lijke en zedelijke ontwikkeling van den landman.
De prachtige voordracht van den heer Buysse
werd dikwijls door daterend handgeklap onder
broken en bij ’t einde zijne merkwaardige rede
werd hij dan ook warm toegejuichl.
Wat het muziekaal en zangkundig gedeelte
van het feest betreft, dit was opperbest en het
heeft ongetwijfeld de rnoeielijksten bevredigd.
In de eerste plaats willen wij melden Mevrouw
Verschelde, de tatentvolle leerares aan de mu
ziekacademie van Oostende, die zoo knap de
zangers en inslrumentislen op het klavier bege
leidde en niet weinig bijdroeg tot de everheer-
Vele onzer lezers en vooral onzer ge
achte lezeressen hadden het verlangen
uitgedrukt, in ons Weekblad een feuilleton
te zien verschijnen. Wij zijn gelukkig hen
te kunnen maiedeelen, dat wij aan hun
wensch kunnen voldoening geven en hen
zullen vergasten op eenige oorspronke
lijke novelletjes onzer beste vlaamsche
schrijvers. Wij zullen beginnen met
1’ O I-. -A.TVH.I
De knappe schry ver werd geboren
Gent op 20 April 1865; hij is lhans bestuur
der van het Weezengesticht in zijne ge
boortestad
In tal van Zuid- en Noord Nederland-
sche tijdschriften liet hij belletrische of
opvoedkundige bijdragen plaatsen; hij gaf
een bundeltje gedichten uit en schreef ver-
schillige blij- en zangspelen. Hij leverde
den tekst van eenige geïllustreerde pren
tenboeken voor de jeugd en schreef, op het
gebied der paelogogiek, Schema’s en Wen-
schen, als bijdrage tot de practische ken
nis der moderne opvoedkunde en De
Fouten der Kinderen, opvoedkundige no
ta’s, handelend over wil en karakter,
bestrijding van de baldadigheid der jeugd,
achterlijke kinderen enz. enz.
Wij danken hier hartelijk den gevierden
schrijver voor de toelating, die hij ons zoo
welwillend verleende zyn prachtig novel
letje op te nemen in ons Weekklad.
Het eerste deel van Lotje uit den
porseleinwinkel zal verschijnen in
ons nummer van zaterdag 25 December
aanstaande.
Wij hopen dat onze geachte lezers en le
zeressen onze pogingen om het Weekblad
zoo aangenaam, nuttig en leerryk moge
lijk te maken zullen waardeeren en vrien
den en kennissen zullen aansporen ook
van heden af een abonnement op ons
Weekblad Ie nemen. Prijs fr. 2,60 van nu
tot 31 December 1910 of 5 centiemen per
nummer.
Verleden week deed het Weekblad ter
loops opmerken dat, in het Walenland,
k«t volk veel meer vooruit-trevend is dan
in ’t Vlaamsche platteland.
Deze bedroevende vaststelling is maar
Groote vertooningen op Kerstdag 15 en
Zondag 26 December aanstaande.
Op het programma staan
Kanten Mieken, dramatisch spel
in drie bedrijven, en
35 Milliards!! het groot blijspel in
drie bedrijven dat overal het volk naarde
schouwburgen doet stroomen. Alleman
zal op die belangrijke vertooningen willen
tegenwoordig wezen. De zaal zal nogmaals
te klein zyn.
al te wel gegrond, eilaas! en dat moet toe
geschreven worden aan de mindere gees
telijke ontwikkeling van de vlaamsche
,i plattelandsbevolking.
O lezer! Beschuldig ons hier niet te be-
1 weren dat onze vlaamsche dorpelingen
1 dommer zijn dan de Walen. Wij kennen te
1 wel onze buitenbroeders om zoo iets voor-
1 uit te zetten. Wij weten welke aangebo-
rene hoedanigheden zij bezitten, maar
1 weten ook maar al te wel hoe zy onder den
drang van zoogenaamde dorpsherders en
van katholiekegrondbezitters gebukt gaan;
hoe zij, onder dit vervloekt juk, tot on we
tenheid gedoemd worden; hoe al de op-
i wellingen van liun gezond verstand in de
kiem versmacht worden doer hunne dwin
gelanden. Daarom is het dat zij niet meer
vatbaar schijnen voor vooruitstrevende
gedachten, daarom dat de boerenknecht
in ons arm Vlaanderen zich met een hon-
gersloon moet te vreden stellen, terwijl
zyn Waalsche breeder, meer verlicht,
meer vatbaar voor gedachten van samen
werking, min gebukt gaat onder slavenjuk
en zich beter weet te doen behandelen.
Toen de liberalen aan het bewind waren
schreeuwden de katholieken moord en
brand omdat er wat geld moest uitgegeven
om behoorlijke schoollokalen in de platte
landsgemeenten te bouwen. Dat was nuttig
besteed geld. Wanneer men hen nu hunne
dompershandelingen, hunne schoolver-
woesting verwijt, antwoorden zij door de
bewering dat zij nu meer geld besteden
aan het onderwijs dan het vorig liberaal
bestuur. Hoe logiek, niet waar?
Nochtans op het einde van het jaar 1878
waren er in het land 1376 gemeentescho
len. Toen kwamen de liberalen aan ’t roer
en toen zij het verlieten, in Juni 1884,
waren er reeds 4803. Na een jaar dom
persbewind waren er maar 1004 meer.
Waar gaat het geld dan naartoe? Wel een
voudig naar de reeds zoo rijke paters,
broerkens en nonnekens, om een ouder
wijs te steunen dat alleen voor katholieken
toegankelijk is en niet met het geld van
allen zou moeten betaal! worden.
En wat is dat onderwijs waard? Dat
hebben wij vroeger reeds uitgelegd. Het
zjj ons voldoende hier te doen opmerken
dat, reeds in 1905, op 5226 broerkens en
nonnekens die in de aangenomene en in de
vrije ondersteunde scholen onderwijs ga
ven, er 2003 waren die hoegenaamd
geen bckwaamheidsdiploma bezaten. En
men weet nochtans hoe gemakkelijk men
zulk diploom in de katholieke normaal
scholen verkrijgt.
In ons arm West-Vlaanderen is de toe
stand van het onderwijs ongemeen treu
rig. Op 549 gemeenten telde men er, in
1900, 55 zonder eene enkele gemeente
school. In menig ander dorp is de eenige
nog bestaande gemeenteschool, of de eeni
ge behouden officieele meisjesschool in een
verwijderd gehucht gelegen, wat byna op
hetzelfde neerkomt. Op 31 December 1905
waren er in de gansehe provincie; maar
26 gemeentescholen meer, waarvan ver
scheidene door nonnetjes bestuurd werden.
Op hetzelfde tijdstip waren er 88 meisjes
op honderd, die, bij gebrek aan gemeente- i