Rhetorica
Lotje uil (lei) Porseleinwinkel
Gemeenteraad van Nieuport
Onzijdig onderwijs
was een onverbeterlijken
MENGELWERK
2
Maar het liefste zonneken daar was ’l on
schuldig Lotje, met hare sneeuwwitte ziel van
negentien lenten!
eens zien naar de
- '-t uio werk
niet dal gij bier
door
nog niet dat hel geloof ooil zou kunnen door de
wetenschap tegengesproken worden. Eene enke
le wetenschap word erkend, de godsgeleerdheid,
ea \an de wijsbegeeite maakte men hare dienst
maagd. Toen was het natuurlijk dat de school in
de kerk was of dicht daarbij, in de schaduw van
den kerktoren.
Er kwam een dag, vier eeuwen geleden, dat
groote opschudding ontstond cn dat de eenige
kerk in stukken werd gescheurd. Het prolestan-
tism viel de dogm s, de gansche lucht, de heele
inrichting van het kathollcism aan. In onze lan
den en in gansch Europa bekeerden zich een
grool aantal menschen tot de nieuwe leeringen.
De protestanten slichtten afzonderlijke kerken en
II.
Even buiten de stadspoort woonde
G. PEPIJN.
Horticulleur Handelsgartner Nurseryman.
Dn Vlaming... moest daar nu maar bloem-
kweeker uit spellen.
Pepijn was de echtgenoot van Sophie.
Hoe hunne vereeniging tot s'and gekomen
was?
O, zoo heel alledaagsch, zonder liefde, zonder
dwang, zonder berekening.
Altijd hadden de echtgenoolen in vrede ge
leefd, maar nooit hadden zij in het hart de war
me minne voalen kloppen, die de glans en de
gloed van ’t leven is. Geen kindje kwam het een
tonig bestaan opvroclijken en den wederzijdschen
band nauwer toesnoeren.
En toen de bloemkweeker uil de broeikassen
terugkeerde en op den gemakkelijken leuning
stoel in de huiskamer neerzat, dan voelde hij zich
wel heel anders dan daar builen, maar toch
zoo vreemd nog, te stil, te weinig opge
wekt.
Geen wonder dan ook, dat Pepijn herleefde,
als zijne schoonzuster Lotje hen bezoeken
kwam Dan klonk haar onbedwongen lach zoo
welluidend in hel gebied van den stroeven ernst.
Door vroolijken kout en liefelijk gezang tooverde
zij een ganschen ommekeer in het gemoed van
haren behuwdbroeder. En lang nadat ze heen
was, ondervond hij nog den weldoenden invloed
van haar bezoek. Ook de werklieden sprak bet
meisje steeds een hartelijk woord toe; ze had
den voor haar door een vuur geloopen.
Lotje was gekomen. Daar Sophie ernstig onge
steld was, gebeurde dal in den laatsten tijd nogal
dikwijls. Sophie sliep en Lotje was een poosje
in den tuin gegaan.
Het was zooals de pasteibakker het voor
speld had een heerlijke lentedag geweest.
’I Zonneken, dat alle bloemkens zoo liefderijk
gekust en gekoosd had, zond uitbet purperroode
Westen zijne sc uine stralen als afscheidsgroet
op aarde. De insecten hadden hunne lichte vlerk
jes dichtgevouwen, de vogeltjes hun vlokkig
nestje opgezocht. De mozaïekbedjes in den tuin
Zitting van den 23 December rm 6 1/2 ure na
middag.
Al de leden z!’n aanwezig.
De raad is bij dringendheid vergaderd en de
dagorde bevat het eenig punt
Troonbeklimming van onzen nieuwen Koning.
De heer Burgemeester leest eene rede af in de
welke hij doel uitschijnen dat na de droevige
rouwplechligheden van gisteren van den groolen
Vorst aan de liefde van zijn volk ontrukt, T land
op beden de troonbeklimming viert van onzen
nieuwen Koning Albrecht, in wien het vaderland
zjn verlrouwen en zijne hoop stelt en hij eindigt
zijne aanspraak onder de kreet van Leve de
Koning!
Daarna verzoekt de heer Burgemeester de
Secretaris lezing te geven van hel ontwerp van
een adres van gelukwenschen door den gemeer
teraad Ie sturen aan onze nieuwe Vorsten. Met
eenparigheid wordt dit adres goedgekeurd en
door al de leden en een Secretaris onderteekend
en zal nog heden avond opgezonden worden.
De zitting wordt om 7 ure geheven.
hunne kinderen verlieten de gemeene school, I
waar de katholieke meesier voortdeed in het
onderwijzen volgens da oude beginselen
Wat ging men nu doen? Indien de rnenschen
van dien tijd wijs geweest waren, zouden katho
lieken en protestanten hunne kinderen in afzon
derlijke scholen opgeleid hebben, zooals zij hel
verslonden, en zouden zij elkander bemind en
ge .cht hebben als voorheen, zooals hel past aan
broeders uit een zeilde vaderland. Maar de men
schen beginnen nooit met wijs te zijn, zij worden
hel slechts, min of 'meer, nadat zij wreed geleden
hebben door hu ne dwaasheden en hunne booze
daden.
In gansch Europa bevochten katholieken en
protestanten zich met woede. Het is eene zekere
zaak dal geen haal boozer is dan godsdiensthaat.
De Geschiedenis leert ons dal de legers zich
bevochten, dal bet ijzer het menschenvleesch
martelde, en hel vuur het verslond. Groote eu
veldaden wierden dan in den naam van T geloof
gepleegd. Het was de tijd der onverdraagzaam
heid de protestanten, daar waar zij de sterkslen
waien plaagden er zoowel als de katholieken.
Die verleden lijden waren barbaarsch. Heden len
dage Is cr meer wijsheid, meer goedheid, meer
menschelijkheld in de hoofden en de hai ten. Maar
da lijd schreed voort, met zijn stillen onverschil
ligen slap, welken niemand ooil zal tegenhou
den. En op hel oogenblik dal de regeering van
Lodewijk XIV in de ellende en in de tranen ein
digde, ontwaakte, bij hel zicht der oorlogen en
de godsdiensttwisten de wijsgeedge geest
De achttiende eeuw heeft de groote eer, onder
de verschlllige en vijandige godsdiensten, de
menschheid wedergevonden te hebbe met al
hare rechten, en de volstrekte vrijheid van het
menschelijk geweien uitgeroepen te hebben.
Diensvolgens sprak de Fransche onwenleling,
welker gevolgen zich in gansch Europx Helm
1 gevoelen, de echtscheiding uit tusschen Kerk en
Slaat wiens vereeniging schadelijk was geworden.
De Slaat kende niets meer dan bur ers, dewelke,
1 volgens hun vrij geweten, op de dagen der eere-
diensten naar de kei k, den tempel ot de syna
goog gaan, ofwel, geene dagsn van eeredienslen
hebben, daar zij vrije denkers zijn.
Dan kwam noodwendiglijk, de leekenscbool
lot stand. Zij is de dochter der Fransche onwen-
teling en gelijkt haar daarin dat zij in hare leer
lingen slechts jonge burgers ziel, zonder onder-
j scheid naar stand noch godsdienstige gevoelens
wanneer zij oprecht zijn Wat meer Is, wij zijn
partijgangers der vrijheid van onderwijs, on Ier
staatstoezicht. Staatstoezicht schijnt ons noodig
omdat de Staal, als staalkundige vorm van .iet
vaderland, zich de opleiding der jonge geslachten
j welke het vaderland van morgen zullen uilma-
ken, noodzakelijk moet aantrekken. Maar alleen
den Staal komt bet recht niet toe le onderwijzen.
Het gedacht alleen aan zulk uitsluitend recht
kwetst en verontrust ons went het zou een gees
telijk en zedtlijk monopoKum zijn de samen
koppeling dier woorden alleen boezemt ons vrees
in. Maar juist omdat wij zulke gevoelens koeste
ren hebben wij hel recht protest aan te teekenen
tegen de onrechtvaardige aanvallen jegens de
onzijdige school.
Die aanvallen komen maar al le vaak voort van
de priesters en uil de preekstoelen. School zon
der zedeleer, zegt men! Vooreerst is dit een leu
gen. De onzijdige schoolmeester kan en moet de
zedeleer onderwijzen zooals de rnenscheid ze lot
stand heeft gebracht, eens tegen de godsdiensten
dan ook met hunne hulp. Deze zedeleer is deze
der wijzen uil de oudheid, bevrucht door den
broedei lijken geest en den volkszin van de oor
spronkelijke leer van Christus, door de vooruit
gaande ondervinding van het mensebdom, door
de heden alom ontwaakte gevoelens van maat
schappelijke onderlinge voeling en rechtvaardig
heid. School zonder godsilenst. Ja. Maar men zgu
ggEnwm— «angina., sn JnsasusMaBsassaMraaae«1
hadden iet of watvan hunne frlschheid verloren:
de bloemkens bogen het kleurig hoofdje neer,
dal morgen met nieuwen glans de uchlendko*
ningione zou begroeten.
*t Wüs stil, roerend stil.
Met trage schreden ging Lotje de bloemperken
langs en wierp nu en dan een’ blik In de serren,
waar de werklieden meestal bezig waren de
planten te begieten.
ORCHILÉES
las zij in groote letters op eene der broeikassen.
De deur stond half open, en, naar binnen
kijkende, zag Lotje eene heerlijke verzameling
hangkortjes, waarin, tusschen hel donker groen,
een prachtig getijgerd blad liefelijk uilkwam.
Zij deed een paar slappen voorwaarts, om die
smaakvolle koifjes van naderbij te beschouwen.
Daarnaast trok ook een Cypripedium met roos-
purpers groengele bloemen hare aandacht, en
dan bleef ze ook een oogenblik stilstaan bij eene
soort, waarvan de kunstig geschakeerde blaadjes
met hunne fijne voelertjes er als zeldzame vlin
dertjes uitzaten.
Zóó verdiept was zij in de aanschouwing van
al die kostbare schatten, dat ze het zachte ge
ruiseb niet hoorde van T water, door eene zorg
vuldige hand in lavende droppelen neergegoten.
En ze schrikte op, toen eene ietwat trillende
stem naast haar vroeg.
«Bewondert gij onze orchideeën, juffrouw?»
middel.) effectief 12,800 manschappen is
bereikt.
9’ De termynen, voorzien bij de art. 13
en 14 van de wet op de militie, worden
onderscheidenlijk vervroegd met 6 maan
den.
Die artikelen 13 en t l hebben betrek
king tot het tijdperk (het wis nu altijd van
1 tot 31 December) icaarop alle Belg -cr
toe verplicht is, in het jaar waarin hij zijn
1!) jaar volbracht heeft, zich te doen in
schrijven voor de lichting van het contin
gent des volgenden jaar s; zij betreffen ver
volgens ook nog zekere verplichtingendocr
burgemeester en arrondissementscommis
saris te vervullen.
(Wordt voortgezel).
den trein;
12 en een 1/2 maand bij het bataljonvan
administratie;
Deze termijnen nemen een aanvang te
rekenen van de oproeping onder de wa
pens.
Bovendien zal er, in één of twee tijdper
ken, in den loop van het 2", van het 3', of
van het 4* jaar, eeno terugroeping zijn van
vier weken voor de infanterie, de vesting
artillerie, de bijzondere compagnieën ar
tillerie, de bereden artillerie en den trein;
van zes weken voor de ruiterij en de rij
dende artillerie; van acht weken voor de
genie.
Elke verhooging tot een bedrag van
1.000 man van het contingent, hetzij ze
voortvloeit uit de contingenten, uit de ver
schillende soorten van vrijwilligers of uit
deze twee reeksen te zamen, geeft inmid
dels aanleiding, voor de milicien, de mili-
tievrijwilligers en de plaatsvervangers
van een broeder, tot eeno vermindering
van eene maand in de gemiddelden duur
van den werkehjken dienst, derwijze dat
men trapsgewijs kome tot 16.8 maanden
gemiddelden duur van den dienst.
Niemand mag van deze diensttijdperken
afgetrokken en buiten de gelederen der
compagnieën, eskadrons of batterijen ge
bruikt worden gedurende de maanden
werkelijken dienst waartoe hij door dit
artikel is verplicht.
Elk jaar wordt door de Regee-ring, bij
het indienen van het ontwerp van wet op
hst contingent, verslag gedaan over de
uitkomsten der toepassing van die ver
scheidene maatregelen voer het afgeloopen
dienstjaar, en over de vermoedelijke uit
komsten voor het loopende dienstjaar.
Bij voorkomend geval, kannen boven
dien met onbepaald verlof naar huis wor
den gezonden, de eenige zonen het eerst
in aanmerking komende; de miliciens, de
militievr-y willigers en deplaatsvervangers
van een broeder, die twee derden van hun
dienst hebben uitgedaan en voldeden aan
de examina opgelegd tot het bekomen van
den graad van korporaal of van brigadier.
Voor deze examina worden de Vlaam
sche, de Fransche'en de Duitsche taal op
gelijken voet gesteld en mogen de belang
hebbenden eene van de drie talen gebrui
ken naar hunne keuze.
De miliciens, de militievrijwilligers, de
vrijwilligers met premie en de plaatsver
vangers hebben recht, in ’t geheel, op ge
Zaterdag en Zondag (Kerstosgen) gaf ouzo
Rhetorics, voor eene overvolle zaal, bare 2' en
8’ vertoonlng van het loopend looneeljaar, be
slaande In Kanten Mieken, geprimeerd drama In
3 badrijven on 35 Milliards, blijspel.
Al de plaatsen voor deze vertooolngen waren
reeds dagen te voren genomen en meer dan 110
kunstminnaars hebben geenen toegang kunnen
bekomen. Verscheidene personen hebben, legtn
dubbelen prijs, kaarten afgekocht en verklaarden
openhartig, dat zij zich die opoffering volstrekt
niet beklaagden dewijl zij eene kunstavond had
den bijgewoond, zooals Rhetorica maar alleen
die geven kan
Kanten Mieken Is een gemoedelijk drama, vol
natuurlijke toestanden, meesterlijk vertolkt door
onze reeds lang gekende tooneelllefhebbers, bij
gestaan door de verdienstelijke looneelkunstena-
ressen Mevrouwen Vanderhoeven De Hulslersen
Roeland-Dirlckx van Brussel.
Manus was In den beginne wel den verstokten,
halstarigen, knorrlgen man van Lena, om later
den berouwhebbende!) echtgenoot van haar Ie
worden en zijne onredelijke handelwijze tegen
over hel eerlijke Kanten Mieken te beklagen.
Proficiat M. Cabooter, proficiat, goed weergege-
ven.
Jef, zoon van Manna
Over een zestal jaren sprak de beer Lavisse,
lid der fransche A kademie, hoogleeraar en lid
van den operraad van het openbaar onderwijs in
Frankrijk, bij de prijsuitreiking eener dorpsge-
meecleschcoi daar te lande, eene zeer merkwaar
dige redevoering uit welke zoowel op onze Bel
gische toestanden toepasselijk Is'dat wij niet hun
nen weerstaan aa den wensch eene vrije ten
verkorte vertaling ervan aan onze lezer ten beste
tegeven. Wij laten ze hier volgen
De onzijdige school is geene zeer oude instel
ling. Eeuwen geleden had zij geen reden van be
staan alle scholen hingen van de Kerk af, en
gehoorzaamden haar, en dat beleedigde noch
verwonderde niemand. Iedereen was toen Chris
ten en katholiek; de opleiding der jeugd was
middeld vijftien dagen verlof voor elk jaar I godsdienstig vooral. De geleeiden meenden toen
ta j. i L .1 r» r» rvl.-.k <3I Lal rvzvl.vwt* nnll ann Iznnnon nnni
gewonen werkehjken dienst. Dit totaal
magsleclits worden overschreden wanneer
de militairen of hunne ouders zulks uit
drukkelyk aanvragen, en voor zoover de
vereischten van den dienst het niet belet
ten. In dit geval duurt de werkelijke dienst
van hem, die met verlof gaat, zooveel
langer als eene maand is overschreden.
Elke afwezigheid wegens onvrijwillige
verwonding of ziekte geldt als werkelijke
diensttijd.
De termijn van vijftien dagen wordt ge
bracht tot op drie weken, wanneer het ge-
eerder moeien zeggen school welke, In o» -
eenkomsl met de algemeene toestanden der
maatschappij en om verhevene redens, uil eer-
bied oor de gewetensvrijheid van den leerling,
van diens huisgezin, en zelfs van den meester,
uit gedachtenis der twisten en wreedheden van
vroeger, in bel belang der openbare vrede de
onzijdigheid In acht neemt tegenover de gods
dienst n, aan wiens prleati rs het toekomt deze
te onderwijzen.
Dit groot geschil ware gemakkebjk te beslech
ten, Indien elkeen er wat goeden wil aan besteed
de. Mair men moet er niet op rekenen dat men
daar zoo gauw goeden wil zal aan toewijden De
ernstigheid van den altijd komt daaruit voort dal
liet slechts eene episode Is van den eeuwlgduren-
den strijd tusschen het verleden en hel toeko
mende.
Vele menschen beminnen hel verleden waar
aan zoovele duurbars gedenkenden zijn ge
hecht; maar de volkeren welke zich te veel aan
het verleden echten, als de Oostersche, zijn ge
bukt onder ellende en slavernij.
Wij moge» de lijden betreuren wanneer er
emhtid van godsdienst was onder de menschen,
maar die eenheid is dood, en zal niet herleven.
Wij zullen lot het verledene niet wederkeeren.
Daar die oude eenheid dood is, moet er eene an
dere lot stand komen. Zoeken wij dus wat ver-
eenlgt. Dal is hel akkoord over de gemeene zede-
lijke wet welker beginselen dezelfde zijn voor
alle beschaafde landen; de eerbied en de liefde
tot het menschdom; de verdraagzaamheid die
eene toepassing der broedeil jkheid is; de eerbied
voor ’s lands wetten; de hoedanigheid van bur
gers van ’t zelfde land; de verzameling der g«-
meene gedenkenissen en verhoplngen waai in
de vaderlandsliefde haren oorsprong neemt.
Kinderen van verschillende godsdiensten en
meeningen, in eene zelfde onzijdige school zul
len samen geleefd hebben, samen om dezelfde
pi ijzen gedongen hebben en geleerd hebben dat
zij van dezelfde sooit, van het zelfde vaderland
zijn.
\Loo zuilen de haat en hel mis vei stand niet
blijven beslaan. Alzoo zullen de kinderen geleerd
hebben, trots hunne verschlllige godsdiensten
of meeningen, in vrede te leven, en daarin juist
ligt het groot maatschappelijk nut der onzijdige
school.
t Morfpetet/.
Ha zoo, Leopold, ik wist r*~
waart, i zeide ze. En daar zij merkte hoi
hooge blos hem de wangen kleurde - wat was
hu bloode, die jongen! - vervolgde zij, als ant-
woord op zijne vraag
- Inderdaad; ik kwam ecus
lieve korfjes bij den Ingang, I3 dat
Hij knikte.
- Nu, daar baalt gij eere van'
- Och, juffrouw, daar steekt geene verdien,
ste In. De Trichocenlnm is overheerlijk, en dat Is
het «at u die korfje, lief doel noemen. M.,‘
Xür?VlWerk °"Ze,'ha,’lle" bij de kunst de'r
- e Zonderlinge jongen, dachl Lolie
niemendal hoovaardlg op zijn werk!
- Het moet toch recht ernoeoiiti,
meende ze, zoo altijd le midden der bloeX
- «0 ja, rnepiffer, antwoordde T»
Noemen achy°nen
van de een-
kostbaarste
,en; maar de
O ja, mejiifier,
Menis nooit alleen. Aids f
eene geheimzinnige taal te spreken**
vo-dige vergeet-mij-nieljes tot de
Vanda Sanderiana uit onze broeikaas
serreplanten inniger dan alle, juist omdat
zooveel zorg en liefde behandeld worde met
zie zoo velerlei beelden, zoo velerlei 1^°
mijne orchideeën. Ik Idealiseer miin lera 11
“•jne bloemen.