SUNU6HT
I -d1
feiVOORBEHOEDMELENl
STERlEEf
ZKEP
Land- en Tuinbouw
Duizenden huismoeders
gebruiken niets dan
SUNLIGHT ZEEP
voor den wasch, het
onderhoud van de keu
ken en het huis.
M VERTRAGING RÉ
VR der MAANDSTONDEN wonderbare uitval gw
Vraagt de koateloozs inlichtingen
Nieuws uit Nieuport
Burgerstand van Nieuport
GEBOORTEN.
Zij zijn door het oog eener
naald gekropen.
Vlamingen en Walen
Agricola.
22
23
23
Weigert de namaaksels.
Boomteelt. Plant noordki'iek.
Een niet te versmaden onderneming is de teelt
der noordkriek. De jonge boompjes, een of twee
jarige griffels op 4 m. afstand geplaatst, zijn reeds
het volgende jaar winstgevend. De noordkrieken
door drankbereiders jaarlijks opgekocht worden
altoos tegen hooge prijzen betaald, vooral dan
wanneer men uitstekende vruchten weet in te
zamelen.
Dat de zwaarte der vruchten van de geteelde
soort afhangt, is ook eena groote waarheid. Voor
de planting der noordkrlekelaars wordt den
grond diep gespit bij die bewerking, die gedu
rende den ganschen winter kan geschieden,
mengi men met de aarde 2 kgr. zwavelzuren am
moniak, de rijkste en de beste stikstofmesl 6 kgr
kainiet en 6 kgr. melaalslakken per are. In de
Lente zal men nog 2 kgr. ammoniaksulfaat toe
dienen en met de hak inwerken.
Da grond, alzoo bereid, mag de boompjes ont
vangen. Bij open weder mag deplanting geschie
den gedurende den ganschen winter en cok in
de Lente, bij het herleven der sappen; men latte
er enkel op, rond versch geplanlen boom eene
laag ruwen stalmest te plaatsen. Die dekking zal
de koude afweren, en tevens den grond tegen het
uitdrogen vrijwaren.
Het planten boven den grond of op barmen, is
voor alle boomen, doch vooral voor steenfruil-
boomen aan te bevelen.
Het verslag der gemeenteraadszitting
van 28 December is bij plaatsgebrek lot
het volgende nummer uitgesteld.
land staat onder.
J. En nu hen ze buizen geleid, maar niet
diepe genoeg; ’t is wel een gedeelte van ’t water
die wegloopt, moar niet door de buizen weie,
maar deronder, door de vette.
P. Ha! ha! ha! hoe is ’t mogelijk zulke dom
migheden te doen. En wien het er dat zoo ge
commandeerd?
J. Wel, den allekenner, die tegenwoordig
alles doet voor ’t stad. Je kent hem toch wel
zeker, he?
P. Weetje wiene dan ’k ik nu hooren zeg
gen hên, he? ’t Is zondage exerciche voor de
pompiers, en lijk dat de groote architect nu geen
weg meer weet met z’en werk, hél hij gevraagd
dat ze zieder ’t water die op ’t land staat zou’n
wegpompen. Hulder heste kostumen gaan da
wel te passe komen.
J. Wiene gaan we nog al zien, he!
j (Het gesprek werd-gestoord door de aankomst
van een derde persoon en nam alzoo een einde).
Afgeluisterd. (Gesprek tusschan twee
bewoners van de Coupe Gorge).
Jan. Wiene zegje aan uze straate, he! Pro
per, he! ’l Is toch waarlijk al te wreed! Hoe vind
je die handelwijze van de stad, die zooveel geld
gemaakt het hier, en geen cent durft verteren
voor us?
Pier Je spreekt gij van durven, maar hên
ze nog etwat van dat geld over; z’hen dat zeker
aan alle soorten van dommigheden en prachtpa-
rade verleerd.
J. Maar wiene hén ze da nu uitgestoken met
die buizen? Z’hen da weere etwals schoons he-
daan.
P. ’k Hen ook hooren zeggen, Jan. Z’hen
daar eerst die groote gracht met mest gevuld;
't water hen nle meer weg kunnen loopen, al ’t
t “Sanitas”
I Den zijn geilt gewona votubshoedmiddilin I
Geïllustreerde beschrijving dezer Nieuvye artl- ft*:
t&j kei» n»t rel me raad aan beido fcilichtcn 11 lM
verzonden met
1 staal SANI7AS 1 Fr. voor Mannen. U
rtegen 2 Fr. voor Vrouwen
M door SANITARIA, TO, Anspachlaan
h k t-1. tawggoC
«E ft*k*tBibs3d n OETAulNO N A DE GLNrZINQ Hw
70. SANITARIA, ANSPACHLAAN, 70
BRU35EL, BELCIE
mil'll»
Nieuw
voorbehoedmiddel voor belde gcalachtc.n
Dit beechermmiddel i» riet in caoutchouc
billiitmrli itlitMhtn 10 Hf Hilitn tóif l«ti«
verzonden na ontvang», vzn O 30 m i-uetzeucl» door
SANITARIA. TO, n te mrsstl
en socialisten uit het waalscbe van brood
roof en dwang. Weeral kwade trouw!
Daar kan niets van zijn, want daar zorgen
de roodeen gele syndikaten wel voor. En
het is juist door de samenwerking dat de
waalsche werklieden zich zelf verdedigen
tegen de uitbuiters welke overal bestaan,
maar vooral onder de katholieke kapifaal-
ot grondbezitters, en in allo geval niet bij
vooruitstrevende liberalen.
Spreek niet meer van broodroof, sclirij-
velaarlje, want voor een katholiek staat
dat gelijk met het spreken van de koord in
het huis eens gehangenen.
En antwoord liever op de cijfers van
den liberalen pennelekker zooals gij
ons noemt.
Dan zal spreken zijn. IJdele woorden
baten niet bewijzen moet hij.
Ons blad noemt ge vuilblek Dat is
geen scheldwoord, wat gij er ook van ge
dacht hebt. Het is een ecretitel! Een vuil
blek dient om vuiligheid weg te ruimen,
en met ons vuilblek zooals gij ons blad zoo
sierlik weet te noemen, zullen wij de kle
rikale vuilnis maar wat opkuischen.
Op maandag en dinsdag II. zijn alhier binnen
gevaren de N. 5 en N. 4, haringbooten toebe-
hoorende de heeren Garbonnez, Blllia en C", de
eerste mei 321. de tweede mei ongeveer 300
tonnen haring.
De visschers hebben op hunne reis veel slecht
weder gehad, en door de storm zijn ze verplicht
geweest in andere havens ie schuilen. Het ha-
ringseizoen is nu ten einde; de schepen worden
Van hunne benoodigheden ontdaan, en zullen nu
voor een vijftal maanden de haven niet meer
verlaten
wendsel van godsdienst, onder slavenjuk
te houden; het te beletten door samenwer
king zijn lot te trachten te verbeteren, en
eindelijk, hit, door alle middelen, de
waarheid te v erbergen om bet des te beter
in bedwang te houden.
Ja, wij hebban gezeg I dat de Vlaamsche
plattelandsbewoners een arm, verslaafd,
ontweiend, verachterd, verkwezeld volk
zijn. En dat hebben wij bewezen door cij
fers, die onbetwistbaar zijn, en waarop tot
hiertoe geon antwoord is gegeven ge
weest. Daarom hebben wy de Vlaamsche
dorpelingen niet beschimpt, want dat is
hunne schuld niet, maar grootendeels de
schuld der klerikalenzooals wij het bewe
zen h bbeo.
Het zijn deze die ons arm Vlaanderen in
dien hachelijken toestand gebracht hebben
die onweerdig zijn van den naam van
Vlaming en niet wij, die niet aarzelen
onzebroeders de harde waarheid tezeggen
hun zoeken aan te sporen om krachtig
tegen hunnen beklagelijiien toestan 1 in to
werken en niet beter vragen dan hun
daarin te helpen
Neen, wy hebben de Vlamingen niet
beschimpt, on gy weet het wol, schrijve-
laarlje uit Pervyse of elders. Wij hebben
ze beklaagd en eilaas! met al te voel rede
nen.
niet dezelfde kwade trouw wil dat
schrijvelaartje nog doen geleoven dat, in
Vlaanderen onte lande, de menschen wel
ke onder zodelijk oogpunt te wenschen
laten, juist degenezyn welke geen gods
dienst hebben religie, is geen vlaamsch,
schrijvelaartje Men moet nochtans
slechts ron l zich omzien om gewaar te
worden dat dit eene valsche aaniyging is,
en dat er on Ier de vrijzinnigen meer echte
zedelijkheid heerscht dan onder degene
welke zich van den gods lienst eenen dek
ma itel maken.
Schrijvelaartje schijnt te vergeten dat
de Walen ook onze bolgische broeders zijn
alhoewel zij een anderen tongval dan ons
krachtig vlaamsch spreken. Hij spuwt er
al zyn venijn op uit. Hy bezwaddert ze
metal de modder uit den klerikalen poel.
Schande over hem?
En wist hij nog wat hij vertelt; maar
hij schijnt niet eons het Walenland te ken
nen. Valsche huishoudens menagien
is geen vlaamsch, schrijvelaartje) zijner
ovoral, maar in waalsche dorpen vindt
men zooveel ware zedelijkheid als in de
vlaamsche, on de openbare meenig komt
er openlijker uit wanneer men daaraan te
kort komt. Daar zouden de schandelijke
tooneelen welke onlangs in onzeomstreken
het gerecht hebben beziggehouden, geeno
zulkdanige uitbreiding kunnen nemen.
Daar durft men spreken als het geldt de
zeden te verdedigen; daar is het niet ge
noeg godsdienst to huichelen om maar al
te dikwyls ongestraft het zesde gebod te
kunnen overtroden. En waarom?Niet om
dat de Walen beter zijn, maar omdat zy
verlichter on vryer zijn.
Wat het schryvelaartje vertelt van de
dorpsherders zegt hy zoo maar omdat hy
wel weet dat wij geene persoonlijkheden
kunnen noch willen maken. Ton andere,
van onze omstreken alleen hebben wij niet
gesproken, maar van Vlaanderen in zyn
geheel en onlangs hebben wij hier gehoord
hoe de dorpsherders in de dorpen rond
Gent te werk gaan om landbouwers en
werklieden onder het slavenjuk te houden
en hoe zij zich de bondgenooten der edele
katholieke gronduitbuiters maken. Een
achtbare volksvertegenwoordiger van
Gent heeft ons daarvan een droevig tafe
reel geschetst, en hij had de zaken ter
plaats grondig bestudeerd. Wat hij zegde
had hy gezien. En te meer nog, bij den
dood eens pastoors van het omliggende,
welker laatste wilsbeschikkingen voor het
gerecht zijn aangevallen geweest, hebben
wij niet gehoord dat hij betreurd wierd
door zijne parochianen. Wel vecre van
daar. Niet ver van daar zou len wij moeten
zoeken om een nog lovenden dorpsherder
to vioden, wiens zeden fel beknibbeld
15 Dec. Dobbelaere Alberlnia Florcnlia, dochter
van Fhilip en Augusta Cloel.
Weiss Florina Celina Marie, dochter van
Frans en Augusta Daele.
Geklens Alicia Louisa Joanna Maria,
dochter van Anloon en Maria Kelele.
De Vacht Juvenal Vital, zoon van Cyrille
en Maria Thery.
Sedert 1 Januari 1939 134 geboorten.
HUWELIJKEN.
21 Dec. Borgonie Gustaaf Edward Cornells, oud
29 j. handelaar, met Colaert Magdalena
Maria Malhildis, oud 23 j. bijzondere,
beiden le Nieuport.
Sedert 1 Januari 1909 29 huwelijken.
dronkaard en heeft die rol tot hst einde volmaakt
gespeeld. Overigens wij zijn gewoon van den
goeden vriend M. Dierendonck, niets anders dan
kunstwerk te zien.
De ondankbare rol van Fuus, die natuurlijk
het gansche publiek tegen hem had in hoedanig
heid van verleider, werd verdienstelijk\ertolkt
door onze jonge kunstliefhebber M. J. De Jaegher
die veel, zeer veel voortgang doet,
Onzs looneelvriend M. Fryos, heeft, gelijk al
de rollen die hij vervult, de lijdende liefderol van
Frans Kortens volmaakt weergegeven.
Lizeke en Leenlje, de kinderrollen, werden
zoo gevoelvol gespeeld dat zij de harten der
aanwezigen troffen en tranen van aandoening en
medelijden over de wangen deden rollen.
Op regen volgde zonneschijn
Eerst waren de gemoederen van weemoed en
treurigheid overstelpt; nu werd de droefheid ver
bannen en vervangen door eene jolige v rooi ijk-
Het blijspel 35 Milliards, tintelend van humor
en geestige toestanden, werd op niet minder
kundige wijze dan hel drama opgevoerd.
Menigeen vroeg zich af, of de rol van Frederik
Thiry, wel door dezelfden persoon werd vervuld
van Manus uil hel drama. Toch was het zóó en
tndlen M. Cabooter in het drama bewijzen heeft
gegeven van goede dramatische tooneelliefheb
ber te wezen, ntet minder bewees hij ook thuis
le zijn In het vertolken van blijgeestige rollen.
Hel zelfde moeten wij zeggen over de rol van
Smulders. M Dierendonck kent de kunst van
barbaarsch, liefderol en oo’: komisch te kunnen
zijn, hoedanigheden die men zelden in een en
dezelfden persoon vereenigd vindt.
Stien (M. Fryns) was bewon lerens waardig,
niet alleen voor zijn spelen maar voornamelijk
voor zijne zelfbeheersching Inderdaad men moet
zich zehen kunnen beheerschen om de liefko
zingen en kusjes van Z'jn bekoorlijk liefje le kun
nen weigeren zooals hij dit deed.
Maar ’l Is waar, dit behoort ook lot de kunst
van komedie spelen; in andere omstandigheden
zou hij dit voorzeker zoo niet kunnen gedaan
hebben, al ware het dan nog uit compassie, niet
waar vriend Karei?
M. V. Dansercoer was een oprechte type van
bureelrat. Het is zeker maar bil alleen, die al de
zotte toestanden van eene gansche familie licht-
geloovige, eenvoudige menschen kan aanzien,
zonder een enkel grimpje te geven of een oogen-
blik zijne rol te vergeten.
Ook do knecht en de zaakwaarnemer kweten
zich lofbaar van hunno taak maar.... wie In het
blijspel den palm behaalde was Door Thiry, onze
goeden looneelvriend M. C. Van Tamme. Hij is
en blijft den lieveling van hel publiek voor de
kluch’spelen. Zonder hom zou een blijspel geen
bijval hebben; wij hebben dan ook hartelijk gela
chen met zijn ongedwongen doch gepast spelen.
Het kinderrollelje werd door een nieuwlings-
ken vervuld en wij wenschen Rhelorica geluk
m.t die aanwins'; er zit slof in dien gast.
Wij bedanken onze oude Rhelorica voor de
kunstvolle en aangename uren welke zij ens
hee^t laten genieten en brengen een? welver
diende hulde aan den onvermoeibare tooneel-
meester M. De Jaegher-Meynne, voor zijne goede
leiding en bijzonder verzorgde tooneelsChikklng.
En.... wanneer de volgende vertooning? Wij
verlangen reeds.
Wij hebben op vrijdag der voorgaande
week een oogenblik vaderlandsche ont
roering gehad. Helaas, het beeft niet lang
geduurJ. En het is wel jammer.
Ten aanzien der troonsbeklimming van
Koning Albert, hebben onze ministers, die
hun ambt door het vertrouwen van Leo
pold H bekleeden, hun gezamenf.lijk ont
slag aan den nieuwen Vorstgeboden. Wat
prachtige gelegenheid om, in de Wetstraat
tot een klein hygiënisch kuischen over te
°aan! Wij mochten natuurlijk niet hopen
dat er op de linkerzijden beroep zou ge
maakt worden om het nieuw kabinet te
vormen; doch, was het niet het oogenbik
om eenigen der meest... sympathische le
den van liet firma Schollaert en C” aan wal
te zetten? Is bet, derhalve, niet algemeen
gekend dat men voor de opening ber ten
toonstelling van 1910, een minister van
arbeid zou willen zoo wat glanzender dan
de heer Hubert, en dat de heer Carton de
Wiart koortsig die bediening afwacht? Is
er nog iemand die den voortreffelyken
baron Descamps ernstig opneemt, hij die
aan den Staatswagen de rol van het vijfde
wiel speelt? En wie zou de Ilanskesminis-
ter de weergalooze en verwaande heer
Delbeke, betreuren, hij die zoo rap ge
klommen is, dat hij nief juist meer weet
van waar hij komt?
Helaas, de oierlevering, do onmeedoo-
gende traditie is do -sterkste geweest. En
Koning Albert heeft heel vriendelyk ’t ont
slag der Tien geweigerd, hun verzekeren
de dat ze zijn ganscli vertrouwen bezitton.
Ziedaar een toestand welke door Ko
ninklijke besluiten in het Staadsblad van
25" December bekrachtigd werd.
Ons artikel Arm Vlaanderen moet
onze tegenstrevens wel fel gehinderd heb
ben, want na veertien dagen er op ge
broed te hebban komen zij voor den dag
met een antwoord van eenen zoogezegden
briefwisselaar uit Pervyse waarin de
onmiskenbaarsto teekenen van kwade
trouw onmiddelyk in het oog springen.
Inderdaad, die schry velaar uit Pervyse,
of van waar hij ook zijn moge, beschuldigt
ons op echt schandadige wijze (men
schryft schanddadige, Mijnheer) ons edel
Vlaamsche volk te beschimpen en de Wa
len hemelhoog te verheffen.
Wie ons artikel heeft gelezen, en het
begrepen heeft, zal zich niet bedrogen
hebben overonze bedoelingen. Wy hebben
verklaard wat goed wij van onze Vlaam
sche broeders denken. Maar indien wij
weten welke goede inborst, welke aange-
borene hoedanigheden van gezond oordeel
en bezadigdheid, welke huiselyke deugden
de Vlamingen bezitten, is het daarom des
te meer onzen heiligsten plicht den oorlog
aan te doen aan degene welke aan dit zoo
edel volk alle mi hielen tot geestesontwik
keling en huishou Ikundino verbetering worden door de dorpelingen. Is het met
ontnemen, door liet te versteken van elk I recht? Daarover willen wij niet, oordeelen.
degelyk onderwys; door het, onder voor- 1 Schrijvelaartje beschuldigt de liberalen