van Nieuport en Kanton en en Foor I'aarheid Pr ede! Poor Prijh eid Hecht! I Eerste Jaargang Zaterdag 15 Januari 1910 N° 16 De Kazerne Nog over Vlamingen en Walen. Wet van 14 December 1909 tot wijziging van de wet op de militie Staatsblad van 16 December 1909. Weerkundige waarnemin gen te Nieuport in 1909 EEKBLAD Het vervolg dezer reeks artikelen zal verschijnen in ons nummer van zaterdag aanstaande. Plaatsgebrek belet ons liet heden in te lasschen. DRUKKER JOSEPH HA.HCK Statiestraat, Oudenaarde VERKOOPER Pieter 1’crstraete, zoon Valkestraat, Nieuport 11 19 11 8 12 14 14 19 19 10 10 PRIJS PER NUMMER 5 centiemen Het schrijvelaarlje uit Pervyse of elders gaat voort in zijne boosheid. Het is al ve nijn wat het spuwt, zoowel op ons als op die anne Walen. Tegen ons is het een crescendo van scheldwoorden liberale schrijvelaar van ’t vuilblek, vuige liberale botterik, liberale lasteraar, enz. Wel bedankt voor de al te groote eer! Dat is zeker beleefdheid uit Pervyse, waar alles zoowel is? Is het ook te Pervyse, schry velaartje lief, dat gij vlaamsch geleerd hebt? Dan moeten de kalotensoholen daar toch zoo goed niet zijn, of wel moet gij wel een domme leerling geweest zyn. Anders zoudt gij niet schryven den dagloon Dagloon is onzydig als gij het wilt weten. Indien schryvelaartje de nieuwe statis tieken waarvan hij spreekt bezit, dat hij ABONNEMENT Ü.GO tranlv per op voorhand betaalbaar er mede voor den dag kome, maar hij wacht er zich wel voor het te doen. Wij spreken maar van deze die wij goed ken nen. Ziehier nog eene statistiek voor 1905, dus niet zeer lang geleden Onder de ingelyfde lotelingen telde men dit jaar, per honderd 12.95 gansch onge leerde Vlamingen tegen slechts 8.37 gansch ongeleerde Wal»n. Konden alleen lijk lezen 4.52 Vlamingen tegen 4.02 Walen. Konden lezen en schrijven, maar niet eens rekenen: 25.31 Vlamingen tegen 19.25 Walen. Konden lezen, schrijven en rekenen 48.83 Vlamingen tegen 50.97 Walen. Bezaten een vollediger onderwijs 8.37 Vlamingen tegen 17.39 Walen. Bedenkt nu eens, schrijvelaartje, dat mannen wel ke, in 1905, 20 jaar oud waren, in 1889 ongeveer na vijfjaar katholiek bewind, de scholen moeten beginnen bezoeken hebben en er tot in 1895 moeten gebleven zijn, en zeg nu nog dat uwe klerikale vrienden van onze arme vlaamsche gewesten geen verachtend land hebben gemaakt! Of gij daarom nog razender wordt of niet, toch blijft het zoo. En wat gij van de Walen zoo al zegt is maar zeever. Indien gij Vlamingen met Walen wilt vergelijken moet gij geene landbouwersbevoliting met mijnwerkers vergelijken, maar bui tenlieden met hunne gelijken. En daarom juist hadden wij West-Vlaanderen naast Luxemburg gesteld. Wat gij er ock over brabbelt, wij heb ben gansch het Walenland doorkruist, deels te voet, en wy kennen het Wij, Vlaming, zijn beschaamd geweest te moe ten bestatigen hoe de bevolking aldaar beschaafder, bereidwilliger en vriendelij ker is. Zelfs de kaloten zyn er engeltjes in vergelijking van klerikale onbeschofferik- ken als gy, en de andere vlaamsche volks verdrukkers. En dat waarom? Omdat er aldaar meer geleerdheid en meer onafhan kelijk is. In de koolmijnstreken gaan er menige Vlamingen werken, en daar hebben zij den slechtsten naain. Indien er gevochten wordt zijn het altyd de Vlamingen die met messen omgaan. Zeker een gevolg van hunne door U zoo geprezene godsdienstig heid? En nochtans! ’t ware zoo gemakkelyk de Vlaamsche buitenbevolking nog beschaaf der te maken dan die Walen daar zij in den grond meer ordelievend, meer beza digd is. Ga slechts eens zien te Moerbeke in Oost- Vlaanderen, schrijvelaartje, waar eene liberale familie uit Gent ssdert jaren op hare kosten eene goede school onderhoudt. Daar kan men lier zijn over ons schoon Vlaamsch ras! Maar waar de kaloten meester zijn,daar heerschenonwetendheid, dwang, verdruk king. En indien de Pervysenaren waar achtig zoo verlicht zyn als gij het beweert dan zal het uwen aanliang zijn welken zy, in Mei aanstaande, onbarmhartig zullen buitenschoppen, wat botterikken, als gij zijt, ten volle verdienen. mededeelingen moeten vóór den Donderdag middag in het koffiehuis Willems Fonds, Valkestraat Nieuport besteld worden. Alle artikels of mededeelingen, bestemd voor voor het Weekblad van tfieuporl en Kanton moeter. door den schrijver onderteekend en onder gesloten omslag ingezonden worden. Het recht van opname is voorbehouden en de volstrekste geheimhouding gewaarborgd. (Vervolg) Art 3. De artikelen 46, litt. (c) en (d) , en 57, litt. (a) van de wet op de militie worden vervangen door de vo’geede be palingen Art. 46, litt. (c) en (d). Deze staat wordt in elke gemeente ter beschikking van de belanghebbenden gehouden. Art. 57, litt. (a). De uitspraken van het beroepshof, tot vrijstelling of tot uitslui ting, en die van den revisieraad, tot vrij stelling, waarby derden belang kunnen hebben, worden zonder verwyl ter kennis gebracht van het gemeentebestuur; dit be stuur houdt ze ter beschikking van de be langhebbenden, overeenkomstig art. 46. De ingetrokken artikelen luidden als volgt Art. 46 (c). Deze opgave (van de door den militieraad vrijgestelde of uitgesloten manschappen van het kanton) wordt be kendgemaakt en aangeplakt in elke ge meente van het kanton, op de twee zonda gen volgende op de ontvangst er van. (d) De akten tot bekendmaking worden in een daartoe bestemd register ingeschre ven. Art. 59 (a). De uitspraken van het be roepshof tot vrijstelling of uitsluiting en die van den revisieraad tot vrijstelling, waarby derden belang kunnen hebben, worden, zonder verwyl, ep de by artikel 46 bepaalde wijze ter kennis van de inwo ners van het kanton gebracht. Art. 3 Worden ingetrokken de be palingen van de wet op de militie, welke strijdig zyn met deze wet, met name art. 5, hoofdstuk III, artikel 24, litt. (b), arti kel 27, 3’, artikel 28, artikel 31, litt. (a), (b) en (c), hoofdstuk VIII, artikel 87, litt. (e) , artikel 94, artikel 100, litt. (g, h, i'en k), artikel 106 en artikel 113. Hierna de beknopte inhoud der ingetrok ken hoofdstakken en artikelen Art. 5. Heeft betrekking tot de verdee ling van het contingent over provinciën en militiekantons, voor hetgeen de loting betrof, alsook het inschrijven der vrijwilli gers van beroep bovenaan de lotingslijst. Hoofdstuk III. Betreft de werkingen van de eindelyk verdwenen loting! Art. 24 (b). Betreft de plaatsvervanging! Art. 27 3". Was vrygesteld voor één jaar Degene, die het eenig wetfig kin I of de eenige wettige afstammeling is van een nog levend persoon, tenzy hij tot eene bemiddelde familie behoort. Art. 23. Heeft betrekking tot de jonge lingen die in vredestijd van den dienst ont slagen waren, maar ingeval van marsch- vaardigmakiog tot den dienst geroepen werden. Statiestraat, Oudenaarde Annoncenprijs 0,15 fr. per drukregel. Rechterlijke aankondigingen 0,50 fr. per drukregel. Het recht annoncen te weigeren is voorbehouden. De annoncen, artikelen - i 1 t» 3 .3 J J 1. 4. T XT.’U E’.. 4,. \7 a1 L aa4ma a 4 KT S a«->»-. am4 A.. ,1 a.-» A 11 a nvt! I- «1 o nf m /arlnrl/vAliwrvziw hnc-tomd v/anr en In 1909 heeft het op 160 dagen geregend of gesneeuwd. Op 7 dagen in Januari. Februari. Maart. April. Mei. Juni. Juli. Augustus. September. October. November. December. Er is eene laag water gevallen van 0*773 Den 24 Augustus heeft het in 24 uren 44 millimeters geregend, dit is de grootste regen van het jaar. Het heeft op 69 dagen gevrozen t. w. 15 dagen in Januari, 20 dagen in Februari, 13 dagen in Maart, 4 dagen in April, 8 dagen in November, 9 d. in December. Het vroos het meest in den nacht tus- sclien den 27 en 28 Januari 7 3/4". De koudste dag is geweest den 22 Janu ari; op het warmste van den dag teekonde de thermometer nog 3' onder vriespunt. De warmste dagen waren den 23 Mei en 16 Augustus 28 1/2". Do warmste nacht was tusschen den 14 en 15 Augustus; bij de grooiste koelte woes de thermometer nog 17 1/2’. De hoogste barometerstand van het jaar was den 4 Januari 779. De laagste barometerstand was den 3 December 737,1. Om 8 ure ’s morgens was de wind 19 noord, 58 zuid, 63 oost, 65 west, 40 noord west, 25 noord oost, 65 zuid-west en 30 maal zuid oost. Het heeft 705 maal hoog water geweest in dit jaar. Het hoogste getij was den 29 October om 11 u. 50’s middags 5“70 boven gemiddeld laag water van Oostende. Het kleinste hoog water is geweest den 8 October om 7 u. 15 ’s morgens 3m. 12 boven gemiddeld laag water. Art. 31 (a, b en c). Betreft het getal zo nen die van eene familie gevergd waren voor den militairen dienst. Hoofdstuk VIII. Spreekt over de plaats vervanging. Art. 83. Heeft tetrekking tot de onver wijlde voltalligmakingvan het contingent, telkenmale dat 1" het beroepshof of de revisieraad eene aanwijzing voor den dienst vernietigde; 2' een voor den dienst aangewezen milicien stierf, vóór den dag, bepaald voorde aflevering van het contin gent aan de militaire overheid. Art. 87 (c). Betreft de plaatsvervange-'s. Art. 94. Idem. Art. 100 (g, h, zen k). Betreft de afge schafte vrijwilligers van het contingent, vrijwilligers met premie en plaatsvervan gers. Art. 106. Betreft de plaatsvervanging. Art. 113. Idem. Art. -t Overgangsbepalingen. I. Vry gesteld van eiken militairen dienst zijn de niet ingelyfde jongelingen van wie een broeder voor de militie is of w»as inge schreven vóór 30 November 1900. Deze bepaling is niet van toepassing op den uitgostelde, op den weerspanneling, op den achterblijver, noch op de broeders van den achterblijver of van den deser teur. II. Het recht, een plaatsvervanger te stellen, wordt behouden voorde uitgeste!- den die, met dat doel, twee honderd frank hebben gestori; het blijft, beheerscht door hoofdstuk VIII der mililiewet van 1902. (Van plaatsvervanging). De rechten en de verplichtingen van de vrijwilligers met premie en van de inge lyfde plaatsvervangers, alsmede die van de vervangenen, blijven eveneens be heerscht door de vroegere wetten. HL Het recht tot vrijstelling wordt be houden voor de eenige wettige kinderen alsmede voor de eenige wettige afstamme lingen die worden uitgesteld en behooren tot de lichtingen van vóór 1910. IV. De bepaling vervat in n'9‘, van art. 1, is voor de eerste maal van toepassing op de verrichtingen betredende de lichting van 1911 A rtS. De regeering wordt gemach tigd de bepalingen van deze wet in ver band te brengen met die van de wet op de militie, welke van kracht bly ven. Art. G. Artikel 100, litt. (u), van de wet op de militie wordt vervangen door de navolgende bepaling In de bij deze wet gevoegde tabel zijn nader vermeld do bedieningen waarvoor de voorkeur wordt gegeven aan oud-vrij- willigers of aan opnieuw dienstnemenden, naar de volgorde van den langsten vol brachten diemdtyd. De afgeschafte litt. (w) had hetzelfde in zicht maar zegde dat een koninklyk be sluit, in elk ministerieel departement, den aard van de bedieningen bepaalde, welke by voorkeur aan vrijwilligers of oud vrij willigers verleend worden. Art. 7. Deze wet treed*, in werking daags na hare bekendmaking. (Dus den 17 December 1909).

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 1