I
Ziet naar hunne daden!
I
Voor de onderwijzers
eJ'
De kieshervorming
is uitgesteld
I
M’l
Katholieke begrippen
Lotje uit den Porseleinwinkel
Slechte gazetten
onwetendheid, bijgeloof ei
MENGELWERK
8
B
en
I sto wetenschappelijke kronijk, ten bate
der opleiders van de jeugd gezegd hebben,
Als gevolg op hetgeen wij in onze laat-
Ons voorgevoel heeft ons niet bedrogen
De Kamer van Volksvertegenwoordigers
zal dus in de huidige zittingstijd het ont
werp van gelijkmaking der kieswetten
niet bespreken; maar men weet van nu
aan dat de regeering de voorgestelde her
vorming vijandig is. Deze laatste, men
herinnert het zich, doelt bijzonderlijk op
de afschaffing der vierde stem voorde
gemeente en ifé geheele toepassing der
evenredige vertegenwoordiging aan de
gemeentelijke en provinciale kieziugen.
Dj heerSehollaert, op. wiens rekening
men zich illusie had gemaakt, werpt zich
terug in de armen van heer Woeste, die
wel gelijk bad onlangs te zeggen dat bij
maar een voorloopige overwonneling
was. Maar men vraagt zich af, en niet
zonder nieuwsgierigheid, welke houding
zxl aangenomen worden door den heer
Nerincx, die de werkzaamheden tier mid-
denafleeling voorzat, waaruit het gelijk-
makingsontwerp gesproten is, en door al
de Brusselsche klerikale volksvertegen
woordigers, de Ileeren Renkin en Carton
VII.
Eerst twee avonden later kwam Lotjes vader In
’l Dni/ken.
Ware de pasteibakker niet zoo heel en al
vervuld geweest met den beslissenden slag
dien bij leveren ging, dan had hij wel moeten
merken hoe zijn boezemvriend in twee dagen
minstens vijfjaar ouder scheen geworden.
Lusteloos zette Janus zich tegenover den bak-
1 er neer, en nadat hij de lippen aan zijn glas
gebracht en de eers'e rookwolk weggeblazen,
had, veroulschuldlgde hij zich over zijne afwezig
heid der vorige avonden.
Ik bad mijn bed noodig, zei hij.
'k Wist reeds, knikte de andere. Ik
teadaa-docrzelfgansch uitrnijnen h alt geweest,
’k Heb maar altijd door op u zitten denken.
Op mij?
Ja, op u, en op Lotje, n
Janus werd bleek als eene doode. De andere
I
Op hun geluk! n juischle Frans.
Maar Janus’ lippen beefden.
De glazen gevuld! De pijpen gestopt!
En in zijne tevredenheid over hel welgelukken
zijnei tusschenkornsl, deelde de paleibakker
mede
Hij is nu op reis moeten gaan; eene
haastige bestelling te Brussel maar... «at zal
bij tevreden zijn als hij terugkeert
Wie?
Wel, Leopold, mijn neef, de bloemkwea
ker! b En hartelijk lachend Uw schoonzoon
verdord!
Maar Janus, met heesche slem.
Die is het niet!
Wel hoe?... Gij zeidet daar zooeven..
Wij hebben geene namen genoemd. Gij
zult mij. of ik u slecht beg epen hebben Uw
neef!
En toen hij bedacht dat die de echtgenoot had
kunnen zijn van zijne dochter, dan dan ont
snapte hem alweer een grove vloek. Twee of
drie bezoekers zagen naar hem op.
Weet gij iets op hem af te dingen?
vroeg Frans, woedend omdat zijn overbuurhem
voor den aap had gehouden.
Dat niet; kan een goede jongen zijn,
maar...
Wat moest hij zeggen?
’t Is toch maar een werkman.
Men moet die wonderbare zaak merken:
Tot nu toe zijn zo
aan wien hut wezenlijk toegelaten is in
den naain Gods Ie spreken en die gezegd
hebben dat de overstroomingen welke
thans een gedeelte vrn Frankrijk verwoes
ten, eene goddelijke kastijding zijn en het
antwoord van den fleer op 'ie scheidings-
wet.
Maar de dans zal weldra binnen, want
het orgaan van het Vatikaan, de Osser-
vatore Romans heeft leeds geschreven
dat in da huidige ramp, Frankrijk een
i roep des Heeren moet zien en dat het moet
antwoorden Jojreene verdubbeling van
gebeden.
Het is wel omdat God liet opperwezen is
dat men hem niet behanlelt zooals men
het zou doen mot een dezer mannen die
Hij de goedheid had naar zijn beeld te
vormen. Want men denkt gewoonlijk niet
degenen te bedanken «'elke hunnen even-
mensch kwand berokkenen, en de men-
schen die do bewondering en de erkente
lijkheid hunner evennaasten willen ver
werven, komen in ’t algemeen op het
denkbeeld niet zich als openbare boosdoe-
te gedragen en rampen te bewerken.
Wat geluk voor God dat zijne voorne
mens maar voor de predikanten en de
klerikale dagbladschrijvers doordringbaar
zijn
Maar laat ons ernstiger wezen dan voor
noemde zoogezegde ingewijden. Hoe be
merken zij zelf al het belachelijke, al het
ongerijmde hunner handelwijze niet? Wel
hoe, Onze Heer, die de goedheid verper
soonlijkt, die voor de menschee op ’t kruis
gestorven is, willen zij voor een willekeu
rige beul doen doorgaan, voor een soort
van tiran die in het wilde, zonder oordeel,
droefheid en ellende rondstrooit! Wat zijn
- -ae-kk>ingcestig toch .--die driftige predikers
die verwaande gazetschryvers, en wat
erbarinlijk begrip hebben zij van het ver
stand hunner toehoorders, hunner goed
gunstige lezers!
Om op de hoogte de laagte, ware
misschien juisterhunner ge lachtenorde
te blijven, moeten wij dan ook zeggen dat
het te vreezen is dat de-.propaganda door
daadzaken welke zij God to. schrijven, niet
beter zal gelukken dan degene der anar
chisten, en dat de verstandige menschen
uit de huidige ramp een enkel en heilzaam
onderwijs zullen trekken Dat de mensch
altijd de natuur moet duchten en op zijne
hoede wezen, en dat de regeeringen en de
gemeentebesturen wel hunne bouwkundi
gen moeten kiezen en de nuttelooze uitga
ven beperken ten einde voor geen enkele
Vlaanderen samenspanden om 1
van De Werkman aan te bevelen. Dit blad
werd in al de vlaamsehe gemeenten ver
kocht na de zondagmissen en de priesters
1 iüu «au uo wuriMiiciiauiici
ubevestigden dat men De IFtv-A*man mocht, j |tUn..e lu-isieiijke plichten
gelooven gelijk de catechismus, fn dien tijd andere dommigheden
werd De Werkman aanzien als eene zeer
goede gazet.
Maar eensklaps werd die goede gazet
een zeer slecht dagblad.
De Werkman moest door alle katholie
ken gevlucht worden als de pest. Zijne
opstellers, de gebroeders Daeus, werden
vervolgd, gelasterd, gebroodroofd, geruï
neerd! De Werkman was dus plotselings
eene zeer slechte gazet geworden.
Ge zult ons vragen waarom beste lezers?
Het was niet omdat hij den godsdienst
aanrandde, o neen verre van daar!
Zijn eenigste schelmstuk was dat hij niet
blindelings alles wilde goedkeuren wat de
geestelijkheid en de klerikale kopstukken
in hunne krochten samen konkelfoesden
om den vlaamschen burger en den viaam-
door
i.’OL JVJNTJFtl
men zich als echte vaderlanders voor te
stellen, hebben altijd getracht het so' la-
teuleven als verderfelijk af te schil leren,
de kazerne als een hol van verderf voor
te stellen.
Wij hebben gemeend dat het dan ook
voor ons een plicht was die valsche bewe
ringen der klerikalen te weerleggen, nu
vooral dat allen geroepen worden om ran
sel en geweer op te nemen. In eene reeks
prachtige artikelen werd door eene gewet
tigde pen het ware kazerneleven breed
voerig besproken. Wij brengen bier, aan
dien knappen schrijver eene welverdiende
hulde en bieden hem onzen hartelijken
dank aan. Hij wezo overtuigd dat het bij
velen, die aan de klerikale valsche bew'e-
ringen nog geloofden,de oogen zal geopend
hebben, dat zijn loffelijk werk goede
vruchten dragen zal.
De klerikale partij, met het huichelend
karakter dat al hare, daden kenmerkt,
heeft sin Is het stemmen der nieuwe mili-
ciewet het geweer van schouder veran
derd. In den beginne bekampte zij stelsel
matig de voorgestelde {wijziging; ziende,
dat elke democratische hervorming, trots
allen teg-nstand, zich moet verwezenlij
ken, schikte zij zich in haar lot; volgens
haar kon -Ie voorgestelde wet aangenomen
worden. En, nu de wet gestemd is en dat
de klerikalen zich moeten overtuigen boe
eene hervorming op gelijkheid en ware
broederlijkheid gesteund, bij het volk wel-
kom'is, aarzelen zij niet die verbetering
als hun werk te willen doorgaan. Vandaag
kleven zij aan wat zij gisteren nog be-
kampten.
ISchijnheiligheid en huichelarij, dat is
I zal immer de klerikale politiek wezen.
Hoo dikwijls hoort men niet de paters
en pastoors in den preekstoel donderen
tegen de slechte(f) gazetten?
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat ze van
den biechtstoel misbruik maken om aan
de lichtgeloovige sullen te verbieden deze
of gene slechte(?) gazet Ie lezen?
Het past dat men zich nu en dan al eers
de vraag stelle wat men Hoor goede gazet
ten en wat men doer slechte gazetten moet
verstaan.
Wy herinneren ons nog hoe vóór een t
dertigtal jaren al de geestelijken van j aangevallen omdat ze soms verplicht zijn hunne
het lezen I stoomschepen des zondags le laten lossen of
ti.j 1 laden. De schoone epithetas de liefste bena»
mingen werden hun naar het hoofd geslingerd
ze waren godslasteraars, kerkvei volgers, ze lie
ten aan de werkmenschen niet toe des zondag*
te volbrengen, en wat
weet ik al. Toen over on
geveer een jaar op zekeien z mdag uil oen Nij
ver heidsgesticht een groote ketel werd vervoerd,
en dit gedaan werd niet met opgezette wil, maar
door verplichting, door den drang der omstan
digheden, was het nogmaals dezelfde rimram
’t was eene schande dat des zondags te doen,
enz. enz.
Doch nu zijn de papieren gekeerd. Nu dat
zekere klerikaken ondervonden hebben, dat in
den handel men soms verplicht is des zondags te
werken, en dit op risko van groote schade, zul
len zij toch moeten bekennen dat alsdan de libe
ralen gelijk hadden. Nu we gezien hebben dat
verleden zondag een schroever werd gelost voor
rekening van klerikalen, zijn we benieuwd ta
weten of de stinkende vodde ze ojk zil aanvallen
ze uitschelden voor kerkvervolgers, godsdienst
haters, enz. enz.
Ge ziel dus dat het uiterst onvoorzichtig, zelfs
gevaarlijk is, zich kapelaantjes, of andere fana
tieke papen, met zaken te laten bemoeien en er
binten is aangenomen hebben de hervor
ming te ondersteunen en te stemmen.
D? gordijn is opgehaald; man wacht de I
opkomst 'Ier tooneelspelers.
meunen wij nog te moeten melden dat de
DÖ7ni7t'taï?ykdegenen Maatschappij van Opvoedkunde te Brussel
V Eenieder weet hoa de bestuurders van eene
handels maatschappij alhier gevestigd in de
katholieke blaadjes, hevig werden er nog worden
de Wiart aan 't hoofd, die de stellige ver- nuttige uitgave te moeten achteruitdein- schen werkman nog meer te kei
bintenis aangenomen hebben de hervor- zen.
de banden van onwetendheid, bijgeloot en
slavernij!
Dal willen ook de liberalen en daarom
worden onze gazetten als slecht aanzieB.
Slecht zijn wij, omdat wy de fanatieke
geestelijkheid aanklagen die de verhevene
leer van Christus doet ontaai den in een
politieleen winkel.
Slecht zijn wij, omdat wij do misbruiken
der priesters bestrijden, die zich meer be
zighouden met klerikale maatschappijen,
met klerikale bokken en geitenmaatschap-
pyen dan met de vervulling hunner
ambtsplichten dn zieken bezoeken, de
bedroefden vertroosten, de armen helpen,
i Slecht zijn wij, omdat wij de geestelijken
i afkeuren die Leopold 11 als eeu heilige
i tot in den hoogsten hemel verheffen om
wille van de goudvinkjes en di'4 van
een anderen kant, een arme werkman,
1 die zijn leven lang gezwoegd heeft voor
vrouw en kinderen als een ellendeling la
ten begraven en hem in het diepste der
bel wenschen omdat er geen kluiten by
zijn!!
Trots paters en pastoors zullen wy in
dat slechtvoortgaan, wij zullen in on
ze boosheid volharden en wij hopen dat
onze lezers ons voorbeeld zullen volgen.
En wanneer wij later de verre onbekeu
de reis zullen ondernemen en we niets
anders op het geweten hebben dan op
zulke wijze in eene slechte gaz. t te
schrijven of in eene slechte gazet te
lezen dan zal Sinte Pieter zijne hemeldeur
voor ons wagenwijd open zetten, terwyl
vele paters en pastoors voor de poort zul
len blijven!!!!
Elk zegge ’t voort!
Ha! f.,i de andere Is een leeplooper
misschien! Zoo, mijn neet is maar etn werk
man!... En ik, wal ben ik? Kn gë, wat z-it gij?...
Dat is dan de reden?. Z>o, mijnbeer, straks
wordt het Duifhen le gemeen voor u hier ko
men maar de werklieden. Ge zult naar het Café
Leopold moeten, ha, ha, ha!
Maar om Gods wil, Frans, luister be
daard... Vermits mijne dochter nu Iemand an
ders bemint, moet ik haar gevoel dwarsboomen?
Zoudt gij het kunnen? Ge moet dan toch begrij
pen...
Doch de andere wilde n;,ls begrijpen... Maar
een werkman! had Jmus gezeld. En bij had
genoeg begrepen!
Wij zijn te gemeen voor den he r baron
uit den porseleinwinkel.
Als ge 'i op zulken toon neemt, mijnheer
de pasteibakker...
Noem mij geen mijnheer Ik ben Immers
veel le gemten voor een’ mijnheer! Foei, dat g.
ve' blind zijt door den glans van wat nlellg goud!
Alsof het juist dat niet wezen zal, wat hel onge
luk zal worden uwer dochter! Foei!... s
En Frans stond op, en hing zijne pijp zoo
driftig weg, dat het een wonder was hoe ze niet
brak. Hij wierp met kracht een zilverstuk op de
toonbank, om le laten hooren dat hij er ook nos
kon doen klinken, en...?
(Word' voortgezet.1
dronk een teugje, en zocht dan bij zijne pijp den
noodigen moed om hel groote woord uit te
spreken.
Denkt ge niet, dal ze maar trouwen
moest? vroeg hij.
Rechtstreekscher kon hel niet!
Janus beefde als een blad.
Zie, ging de bakker voort, voor mij
zelven heb ik wel nooit eene vrouw gevonden,
maar voor uwe dochter kan ik den man als van
zelven aanwijzen... Dal verwondert u zoo erg?...
Lolje kent hem ook wel! En terwijl hij de pijp
op den nagel van den linkerduim uitklopte
En uw schoonzoon Pepijn ook.
Janus zonk schier ten gronde van schaamte.
God, d dacht hij, zouden de menschen
reeds weten.. Neen! Anders zou zijn beste
vriend niet zoo voortgaan
Een brave jongen, b
Heel braaf.
Niets op zijn gedrag te zeggen
Neen niets, Niets.
Hij zal Lotje gelukkig maken, b
ZEER gelukkig! b
Spotternij!
Gij hebt gelijk, Frans, b zei de vader,
trachtte zijne ontroering te verbergen daarom
zal hij haar man worden ook.
De beide vrienden tikten en ledigden de glazen
lot op den bodem.
M j Hf r Joteyko, wier naam wij reeds
vi rin ld hebben, de zending toevertrouwd
heeft eenen leergang van proetondervin
din'dyke zielkunde te geven.
Deze leergang zal kosteloos zijn en in
zes zondaglessen bestaan, welke zullen ge
geven in de Normaalschool, Henogouw-
laan, 110.
Hij heeft voor doel voor ?t onderwijzend
personeel de heste vastgestolde leerstelsels
en de proeftnetho-lon samen te vatten.
De eerste le; wordt den 13 Februari om
jien uren ’s morgeps gegeven.
De less-jn zullen de volgende punten
raken 1" de zintuigen; 2’ de schoolan-
thropomefrie; 3° het geheugen; T de ver
standsontwikkeling; 5“ bovenmatig school
werk; 6°algemeonegevolgfrekkingen over
het bereik der nieuwe wetenschap en hare
praktische gevolgen.