Over de modernisten Onze houding tegenover den godsdienst Zij spelen onder één hoedje x. Gemeenteraad van Nieuport lotje uil den Porseleinwinkel <le beschaving te willen I 10 MENGELWERK Wordt voorlgezet) Een zoogezegde briefwisselaar van bet Nieuwsblad beweert niet te weten wat wij willen wanneer wij nu eens schrijven dat wij tegen den godsdienst niet zijn, dan Het is ongeveer drie maanden geleden dat de heer Woeste, sprekende in de Ka- waar de vrouw bare heilige zending met de voeten trapt, lager en lager in het slijk zinkt, en in den roes der overdaad de knagende bewust heid barer schande smacht Het portaal der kerk van ’l Begijnhof was met tapijten belegd: heden werd het huwelijk vol trokken van Lotje uit den porseleinwinkel met Alfred Pepijn. Eenige nieuwsgierigen wachtten bij den in gang, totdat bet paar uil den tempel zou terug- keeren. Zij stonden te huiveren het was een giauwe, kille Septemberdag of hielden weinig stichtende gesprekken, waaruit hel kostuum der bruid vlekkeloozer te voorschijn kwam dan hare eer. De meeste werklieden uit de bloemkweekerij Pepijn stonden er ook, in hun zondagpak, en hun sectieoversle, Leopold, hield een kostelijken ruiker orchideeën in de hand. Voor haar! Roman! zal men zeggen. Och, ware 't slechts een roman geweest! Maar het was werkelijkheid, treurige werkelijkheid. En alsof die hem in gansch bare tergende naakt heid vervolgen wou, was de arme jongen nog dezen nacht ontwaakt na zulk een zoeten, betoo- verenden droom dringt er op aan dat een volledig bestek aan den raad onderworpen worde vooraleer uitspraak te doen De heer Secretaris geeft dan lezing van een ontwerp van beraadslaging om de geldelijke tus- schenkomst te vragen van de hoogere bestu ren In het bouwen van de nieuwe slachterij. Men zal het plan opzenden zooals het is en de ver- moedelijke kosten bepalen op 25000 fr. Na eene lange redekaveling die zonder einde schijnt te blijven wordt het ontwerp aangenomen door den raad min eene onthouding. (De Jaegher) Dezen verklaart zich onthouden te hebben om lat er geene inlichtingen kunnen of willen gegeven worden over de uitgaven der verachilll ge ontwerpen. Het lid heer Cool stemt het ont werp, doch er bij voegende dat hij ook begeert Ingelicbl te zijn over de vermoedelijke onkosten. Deze verklaringen bevallen niet aan de heeren (luyghebaert en Dnmon, die spreken van tegen kanting, slokken in de wielen steken, van blijven lullen enz. enz.; Lulpas, zegt de heer Dumon, en alzoo eindigt deze lange bepreking. (De heer I Stroom treedt de vergadering bij). (Wordt voortgezetj. 2e Punt. Bijgevoegde schoollijsten. Deze lijsten bevattende 9 jongens aangenomen in de lagere jongensschool, worden met alge meens stemmen goedgekeurd 3’ Punt. Ontwerp van nieuw slachthuis. De heer Burgemeester doel kennen dat het college nogmaals met de HH. beenhouwers en den heer vleeschkeurder op 3" Februari bijeen zijn gekomen en dat dees maal allen ’t akkoord zijn geweest om het voorgelegd ontwerp aan te nemen. Dit ontwerp, dal aan do leden wordt medegedeeld, bevat de verdubbeling van het Ze zaten samen in den spoortrein, Lotje en hij, en deden hunne huwelijksreis. Veel was er voorgevallen in weinig tijde Alfred had zijne jonge, schoon© vrouw verlaten, had zijne bandeloosheid den teugel getierd, was in een schandaal gewikkeld en met vervolging bedreigd geworden; daarom had hij zich met een revolverschot de hersens doorboord. Zijne jeug dige gade was nu bevrijd \an het ontcerende juk waarmede de liederlijke lafaard haar had om kneld, en nu zaten z? samen in den spoortrein en alles was vergeten, en zij beminden elkander oprecht. Wal was ze schoon, in haar zedig kleedje van zwarte zijde; bijna zonder juweelen, doch met eene uitdrukking van zaligheid in den blik, die hem lot in da ziele drong! En ze lei hem zoo liefderijk de hand om den hals, en ze trok hem zoo zachtjes nader, en drukte zco teeder de lippen op zijn mond... Een gevoel van onuilsprekelijken wellust deed al zijne zenuwen trillen, en in dit zoo lang en vurig gewenschl oogenblik van overgelukzalig- heid-ontwaakte hij en kwam weldra lot het koude besef de. waarheid Hel was alsof een grijnzende duivel hem in gloeiende letteren het bekende bericht voorhield: Én bedremmeld Ik heb er geen geloof aan gehecht. Ik wist wel dat alles gelasterd en gelogen was. Ik heb er enkel over gesproken, omdat... Omdat ge mij niet vertrouwt, daarom! En daar stond de arme Janus als een school jongen die om vergiffenis bidt. Neen, zoo was het niet gemeend; dat mocht hij van hem niet den ken; het was maar hoe kwamen de verzinsels in omloop? Weet ik hel? Kan ik den mond sloppen aan dat gemeen volk? Afgunst, omdat men voelt walke groole EER ik uwe dochter wil aandoen, dat is de reden! En wie dien laster in omloop brengt? Een uwer vijanden natuurlijk! Vijanden! Maar ik heb nooit eene vlieg kwaad gedaan! Vijanden! Maar wie? De baas uit ’t Duif ken, omdat ik niet meer in zijns herberg kom? Ik ga immers nergens meer, ook niet naar het Café Leopold, zooals die andere voorspelde. hel oprichlen van eene overdekte branderij op een gedeelte der plaats waar zich nu do woonst bevindt van den bestuurder en de verandeiing van het overige dezer woonst en van ds ecboti- derij enz. in kalver, schaap en zwijnstallen. Te midden van den hof zal eene nieuwe slachterij opgericht worden alwaar men vier groole beesten te gaar zal kunnen slachten en een nieuw woon huis voor den bestuurder zal gebouwd worden op de plaats waar nu de branderij bestaat Het ontwerp bevat ook oprichten van een muur het overblijvend gedeelte van den hof afsluitend. Eene tamelijke lange woordenwisseling ontstaal tusschen de HH. Vandenabeele, Dumon, Huyg- hebaerl, de Secretaris en anderen over de belang rijke zaak of die muur niet kan vervangen wor den door eene haag en of deze muur een steen I of meer dikte zal hebben en ook over de hoogte 1 die er aan zal gegeven worden, enz. enz. 1 De heer Burgemeester vermeent dat dit ont- werp aan de eischen voldoet van de HH. been- 1 houwers, en dat hel verschil der onkosten met deze van het vroeger ontwerp slechts 5000 fr. bedraagt. Hel lid heer De Jaegher zegt dat men vroeger heeft verklaard dal het verschil \an onkosten 8000 fr. beliep, tan 17 lot 25000 fr. De heer schepen Huyghebaerl zegt dal het verschil maar 5000 fr. is, en dat de heer Auguste Del porie gezegd heeft dat indien wij op 5000 fr. zien wij geen mannen ijn De heer Burgemeester voegt er bij dal de heer vleeschkeurder heeft verklaard dat Indien het verschil eigenlijk maar vijf duizend franken beloopt hij ook de voorkeur geeft aan bet nieuw ontwerp. De heer Burgemeester zegt dat hij de aanne ming van hel ontwerp in stemming zal leggen. Het lid heer De Jaegher vraagt mededeeling van de begrooting der werken. De heer Burgemeester en andere leden ant woorden hem dal er geene begrooting beslaat en dal er ook geene gevraagd werd; dat de Raad slechts heeft te beslissen over de ligging van de voorgestelde gebouwen, die in aanbesteding kun nen gesteld worden zonder bestek daar de aau- nemers wel zelf de begrooting zullen opmaken Het lid heer De Jaegher verklaard dat hij zulks niet kan aannemen. Hij Is zeer verwonderd over den gang der zaak. Met reden hebben de been houwers geklaagd over de ontloereikheid der be staande slachtplaats en gevraagd dat de slachterij zoude gemaakt worden om er 4 beesten te gaar te kunnen slachten. Het nieuw ontwerp is nu op gesteld om 9 beesten la samen te slachten, en hij is zeer verwonderd dal bij het nieuw ontwerp er geene begrooting gevoegd is ten einde den raad laten te oordeelen over den vermoedelijken onkost. Hij beklaagt zich over de traagheid aan den dag gelegd om de zaken voort te zetten. Meer dan eene maand is verloopen sedert de laatste beslissing van den raad en nu komt men voor den dag met eene teekenlng die in enkele uren kan opgemaakl worden. De heer schepen Huy- ghebaerl doel opmerken dat de bijeenkomst en beslissing met de beenhouwers slechts den 3" Februari heeft plaats gehad. Dus weer 14 dagen, zegt het lid beer De Jaegher. en het opmaker* van bestek en teekeningen moeten toch zoolang niet duren wilde men de zaak bespoedigen. Hij Het Nieuwsblad voelt zieb zoo ge- hinderd door hetgeen wij over de moder nisten medegedeeld hebben dat hetnoodig heeft geacht deze, in de oogen zijner lezers door een lasterlijk en trouweloos artikel, meer dan verdacht te maken. Wij hebben reeds aangetoond wat de modernisten wil len en wat zij leeren, en om dit doel te bereiken hebben wij hun schrijven zelf in de door hun gebruikte woorden aan ge haald. Dat het Nieuwsblad nu eens hetzelf de beproeve, en wij zullen zien of het zal kunnen 1 ewijzen dat de modernisten het rijk van Christus willen omverwerpen, enz. Ofwel weet de schrijver van het arti kel uit bedoeld blad niet wat de modernis ten eigenlijk willen on leeren, ofwel liegt hij wetens en willens, naar klerikale mo de. En hoe logiek toch! Na beweerd te hebben dat het modernism de verzameling is van al de dwalingen en ketterijen die ooit op de wereld bestaan hebben, dus uit oude bestanddeelon bestaat, schrijft hy wat waar is, dat de Paus als oorzaak dier zoogezegde dwaling (ik meen het moder nism) onder anderen de oogebondene zucht naar nieuwigheden heeft aange duid. Het is waar dat dezelfde Paus als andere oorzaak de onwetenheid in zake van Christelyke leering heeft aangehaald, terwijl er daarvan geen spraak kan zijn, daar de modernisten juist onder de ge leerdste priesters ontstaan en in hunne rangen doktoor’s in wijsbegeerte en gods- geleerdheid tellen, alsook hoogleeraars als A. Loisy. Wij zullen, om het kort te maken, enkel nog het Nieuwsblad uitlagen tot het aanhalen der teksten uit de werken der modernisten waarop het zich steunt om ze te beschuldigen zooals het dat gedaan heeft. Zitting van den 18 Februari 1910, om 5 1/2 ure namiddag. Bij het aanvangen dor zitting zijn afwezig de HH. Cool, Vandenabeele en Stroom. Op verzoek van den lieer Burgemeester geeft de heer Secretaris lezing van de processenver baal der zittingen van 18" en 23" December 1909 die door de tegenwoordige leden worden goed gekeurd. (M. Vandenabeele treedt de vergade- ringzaal binnen). Vervolgens geeft de beer Secretaris lezing van hel verslag der zitting van den 25 Januari II., dat met .algemeene stemmen wordt aangenomen. (Het lid M. Cool komt binnen). le Punt. Verordening betrekkelijk de markten. Deze verordening reeds gewijzigd in de zitting van den 16n November 1909, op verzoek der provinciale overheid, is nu nogmaals terugge stuurd, dit maal door het ministerie van binnen landse he zaken met de opmerking dat hel artikel 9mo<t weggelaten en dal de artikels 10 en 11 moeten {.ewijzigd worden. Hel ailikel 9 voorzag de ontzegging van alle standrecht op do markt aan de krameniers die weigeren hel marktgell le betalen. Deze wegla ting en veranderingen zullen de taak van den marktpachter vermoeilijken, daar hij de weder- spannige krameniers voor het gerecht zal moeten brengen om betaling te bekomen. De artikels 10 en 11 bei elzen den verkoop tan waren op de voorlanden der huizen. Eene beraadslaging opgesleld in gevolge de voorschriften van den heer minister, wordt met eenparige stemmen aangenomen. Wij zijn tegen <!en godsdienst niet om dat wij nooit de aanhangers van welken eeredienst ook als zulkdanige zullen ver volgen of zoeken te schaden; omdat wij hooit inbreuk zullen zoeken te maken op hunne vrijheid van hunnen godsdienst te onderwijzen in hunne scholen mits zy van hunnen kant, ons niet meer toeken te dwingen dit eenzijdig en sektarisch onder wijs met ons geld te betalen. Maar indien wijde katholieken het recht toekennen in hunne kerken en scholen en zelfs in hunne dagbladen hun geloot te verdedigen, eischen wij toch voor ons zelf het recht ook onze gedachten kenbaar te maken. Wanneer wij overtuigd zijn dat men het volk dwalingen voor waarheden opdischt; Jat men het om den tuin leidt om het beter onder dwang te houde", dan achten wij het toch plicht dat zelfde volk in te lichten en het te ontkluisteren. Wil het naar onze redenen niet luiste ren wy zullen het beklagen; wij zullen zijne verblindheid, zijne onwetenheid be treuren, maar niet zoeken door dwang tot onze doeleinden te komen, zooals bet de dweepzieken aller godsdiensten, maar, al te vaak in tegenovergesfelden zin beproe ven. Indien de godsdiensten op het gebied van het onkennelijke, van de metaphysics bloten, zouden wij ze niets tens bekam pen. Maar van zoodra zij op het gebied der wetenschap inbreuk maken, en het volk op wetenschappelijk gebied bedriegen, euveldaad waarvan het katbolicism maar al te plichtig is, moeten wij handelend optreden, niet als dwingers, maar als volksonderwijzers, en dat trachten wy <e doen. Enwij dagen voormelden briefwisselaar uit, te bewijzen dat wy ooit een priester, alleen omdat hij priester was, en in het byzonder M. Loisy, toen hij nog deel maakte der kerk, als onwetende, achter uitkruiper en domper voorgesteld hebben. M. Loisy heeft altijd onze achting bezeten en bezit ze nog. de bewoordingen van het vepslag dat de herr Colaert, burgemeester van lepe ren l en klerikale volksvertegenwoordiger, op- gemaakt heeft in naam van de middenaf- deeling der begrootingvan wetenschappen en kunsten --eertijds openbaar onderwijs. Da heer Colaert discht eene nieuwe uit gave op van dat oud liedje volgens het welk ’t getal ongeleenden ren i is dat het meeste ongeletterden telt! Wij weten overigens wat men moet denken over de statistieken welke opgesteld wor den met den stelligen wensch hun te doen zeggen hetgeen niet bestaat. Telt men niet tijdens de opnemingen, als kunnende [ezen en schrijven de lieden die nau welijks bekwaam zijn met vele moeite hun naam te schrijven en die, werkelijk, volmaakte onwetenden zijn! ’t Is nochtans de optelling van 1910 welke de heer Colaert voorstelt af te wachten vooraleer de zaak opnieuw te berde te brengen. De statistieken, zegt hij, zullen aan de Kamer grondbeginselen bezorgen, met dewelke de aanhangers of de tegenstrevers van den schooldwang zich zullen kunnen wapenen. De heer Colaert beoogst, klaarblijkelijk, maar eene zaak dicht bij de kiezingen, een geschil vermijden in hetwelk zijne vrienden de schoone rol niet zouden spe len. Dit geschil is, nochtans, in de Kamer aangevangen en de waarheid wordt aan ’t land bekend gemaakt niettegenstaande de met grauw garen genaaide arglistig heden van den heer verslaggever. door eens hem aanvaarden op alle manieren volgens zijne uitdrukking. Wij zijn tegen den godsdienst niet in dien zin dat wij, in tegenstelling met de klerikalen, kunnen verstaan dat iedereen onze wijsgeerige gedachten met deelt en dus het recht voor anderen bestaat anders te handelen dan wij in zake van eeredmu sten. Wij zijn tegen den godsdienst met, want wij kunnen begrijpen en verdragen dat de aanhangers der verschillige eeredien- sten hun geloof verdedigen en zoeken te verspreiden, mits zij dit doen met goede trouw, zonder de vrijheid van anderen te schaden, zonderde wetenschap te willen ketenen, zonder tegenhouden. aan ’t verminde- a is! Alsof dat iets beteekende, terwijl westelijk Europa, Belgie altijd het land koeistal. hel behouden dor bestaande slachterij, I i ut VT7:i I. Anno nonr.lub I m hrn lldh i’i. nn Of - en als een bliksemstraal gleed het wan trouwen hem door het hoofd of ’t zou hij telf moeten zijn, daar, de pasteibakker... a Et bien, voildï De pasteibakker, wiens neef... O ja, dat 1.3 het, DAT IS HET. En voor den arme lichtgeloovige was hel raadsel opgelost. Ze gingen in de keuken, waar Lotje zich met kloppend hart had afgevraagd wal ze toch beiden te verhandelen hadden. Maar geen woord, geen gebaar niets. Alleen vond ze, dat Alfreds oogopslag donker der was dan gewoonlijk, en ’t verontrustte haar, dat hij in dien avond niet en familie zou door brengen bij had zijn woord elders gegeven onder vrienden. En bij vertrok. Lang nog daarna schuddebolde Janus Toch zonderling! Maar waarom, vader? Vermits Alfred zijn woord onder vrienden gegeven had.. Doch in zich zelve peinsde Lotje, als haar schuddebollende vader Toch zonderling! Met vluggen tren staple Alfred, onder bet rooken eener geurige Panatella. voort. Onder vrienden! grijnslachte hij. Sont ils béten! En hij ging in een dier holen van zedeloosheid

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2