i Een brief lotje uil den Porseleinwinkel Een nieuw postje Agnosticisme ft Modernisme Nieuws uit Nieuport Een beetje geldverkwisting Eenige Mamzellen. MENGELWERK 12 /Wordt voortgezet f. EINDE. Niet altijd is het ons gegund de mede werking to genieten van vrouwelijke re- dakteurs. Galant als wij zijn, verleenen wij hen dan ook volgaarne onze kolom men tot inlassching hunner ons toegezon den proza. mend de kloeke lucht die ons moet versterken luisterend naar het zoet gekweel der vroolijke Nieqport 10 Maart 1910. Waarde Redactie, Wij weten dat uw Weekblad door al de Nieu- portsche klerikuleu gelezen wordt en daar wij in onze algemieene vergadering, gehouden op den Loskaai en de Rookerij. met eenparige stemmen besloten hebben een brief te sturen aan het Nieu- portsche gemeenteraadslid dat manhaftig als een echte Don Juan onze belangen verdedigde, zoo vragen wij u vriendelijk onzen brief te willen opnemen, overtuigd als wij zijn dat hij aldus reeds den zaterdag door den bestemmeling zal gelezen worden. Ziehier den bijgevoegden brief Emiel chéri, Geeft aan Cesar wat aan Cesar loekomt. Zoodra wij van uwe heldhaftige houding in den gemeen teraad hebben kennis genomen, hebben wij eene algemeene bijeenkomst gehouden, waarop een- Lotje zag naar hem op en- Van dit oogenblik af wist Leopold niet meer wat om hem been gebeurde. Alles danste hem voor de oogen... Hij voelde zich door de menigte voortdringen, maar zag niets dan een’ nevel rondom zich. Hij hoorde het rijtuig voortrollen, dat hem zijn geluk ontvoerde, doch eerst lang daarna kwam hij tot bezinning. Hij was nog in den omtrek der kerk. Van zijne makkers wist hij niets. En toen 'nief hij het hoofd op, en zwoer Ik wil man zijn! Maar hoe? Vergeten? Hij zou bet niet kunnen. Een ander vrouwenhart winnen, om haar te doen zien hoe onverschillig zij hem is? Zijn eigen hart zou breken bij die huichelarij. Den loop der tijden afwachten? Nimmer kan zijn droom waarheid worden. Doch... die echtgenoot is een wulpschaard. Spoedig zal zijne vrouw begrijp ;n hoe ze miskend en bedrogen wordt. Hare ziel zal in opstond ko men. Misschien zal zij zelve snakken naar eene eenige, innige liefde... Wie weet...? Neen, dat nimmer'. Op haar ongeluk wil hij zijn geluk niet grondvesten. Zijn geluk!... Wat maakt het hem? Als zij maar gelukkig is. Maar zal zij het zijn. Ocb, hij ten minste zai het struikelblok niet wezen op haar pad. Ziet, De A Igemeene llofbouwingmaatschappij vraagt een bekwamen reiziger voor den vreende. Nog dienzelfden dag vertrok hij. door verachten! land van het slavenjuk der papen te trachten te verlossen. En wat zijn privaat leven betreft, dat was toch nog geene reden om hem met Abel Pollet op eene zelfde lijn te plaatsen. En waar heeft het dat wij katholieken, alleen omdat zij katholieken zijn, aanvallen en belaste ren, of degene die den godsdienst verdedigen daarover alleen trachten hatelijk te maken? ïndien het dat beweert is het klerikale kwade trouw. Degene alleen die bunnen godsdienst aan anders denkenden willen opdringen die er eenen poli- tleken winkel van maken, die zich met alles bemoeien buiten de kerk, die de wetenschap wil len knevelen, deze alleen vallen wij aan en, zoo- als het M. Janson reeds heeft gezegd, moest men ooit de overtuigde katholieken willen beletten hunnen godsdienst in hunne kerken uit te oefe nen, dan zouden wij aan hunne zijde zijn om hunne vrijheid van geweten te verdedigen. Want wat wij willen is vrijheid van geweten voor ieder een, zoowel voor de katholieken als voor alle andere godsdiensten en wijsgeerige stelsels. Maar onze vrijheid, ons recht hetgeen wij als het ware aanzien aan het volk kenbaar te maken wat wij als valsche en bedrieglijk beschouwen te bestrijden (wat wij plicht heeten) dat eischen wij ook en dat zullen wij met al onze krachten verde digen. De overtuigde priester, die zich houdt binnen de palen zijner zending, hij weze nog in de kerk of door de onverdraagzaamheid ea de chineesche koppigheid van Rome er buiten gedreven als Loisy, toch zal hij altijd onze achting genieten als iedere rechtzinnige en deugdzame mensch; niet meer maar ook niet min. En van Loisy gesproken, het staat dus vast dat het stinkertje van alles ten zijnen laste gezegd heeften nog zal zeggen, zonder zijn tekst aan te hallen. Zoo kan men iedereen vuilmaken. En waarom moet men eene schriftelijke toela ting hebben om kettersche boeken te lezen? Voor dezelfde reden, niet waar, voor de welke de ka tholieken geene zoogenaamde slechte gazetten lezen mogen. Wie maar eene klok hoort, hoort maar een geluid, en als men alleen is om te spreken, kan men des te gemakkelijker aan zijne lezers leugens voor waarheden opdisschen. Vrij denkers lezen katholieke gazetten en verbieden aan niemand ze te lezen. Ze strijden met eerlijke wapenen, met open vizier, met rechtstreeksche en niet met zijdelingsche bewijsredenen. Waarom gunnen de godsgeleerden die nochtans beweren aat god voor hun is, niet ook alzoo handelen? Omdat zij voelen, ten minste de vernuttigste hunner, dat zij tegen de door hunne tegenstre vers aangehaalde bewijzen niets verstandigs kun nen inbrengen. En eiken morgen, als de pasteibakker naar het haantje van den toren op komt zien, om ie weten welk weer het zijn zal, steekt hij met ver kropte woede de gebalde vuist naar die daar uit Slecht volkgromt hij. Doch de gevoelige lezeres zal met ons zuchten Arm KIND! Arm Lotje uit den porselein winkel! Sedert Emiel Chéri, qui met toujours les pieds dans Ie plat, heel solemneel heeft verklaard dat hij ook de noten van de hoornen zou smijten en meer dan eens over de haag heeft gesprongen, is er, volgens het schijnt, alhier eene nieuwe maatschap pij gesticht onder den naam van L’école buissonnière». Chéri is president genaamd en al de jonge wachters hebben zich lid gemaakt om hunnen president aangenaam te zijn. Met den naasten Carnaval zullen zij eenen stoet inrichten, die het volk van tien uren in ’t ronde naar Nieuport zal meer dan een 550,000 franks, wordt er ons verzekerd, ’t Schijnt dat niets van hetgeen men nog in de oude adellijke woning aantrof, ge nade gevonden heeft bij den bouwmeester die met de versiering gelast is, en dat het huis als «een kieken geledigd is geweest.» De huisvesting van heer Renkin zal dus eene uitgave van meer dan een millioen genoodzaakt hebben, hetgeen nog al fat soenlijk is! Men zal dat cijfer kunnen voegen bij de 200,000 franks welke men verteerd heelt voor de vernieuwing van het hotel der Tervuerenlaan, dat de Staat ter beschik king van den heer Delbeke gesteld hoeft, en dat volkomen nutteloos is, want de minister van openbare werken bewoont niet lederen dag, inderdaad, doet hij zich naar zijne bijzondere woning, te Ant werpen, uoeren met de automobielen van Bruggen en Wegen, die vermaarde autos welks onderhoud ongeveer 89 fr. daags kost! m>n van 't gansche Belgetiland! O ja, Emiel chéri onze dankbaarheid jegens u zal grenzeloos zijn, onze erkentelijkheid onuilpulteliik. In attendant, cherl, an ons allen een smok in jen ooge parig werd besloten een plicht van innige dank baarheid jegens u te vervullen, u den lof toe te zwaale-t die u van wege ons allen toekomt. En inderdaad, hoe is het mogelijk dat gij alleen er aan gedacht hebt als verdediger van ons, zwakke Joon stroomen. TZal serieus geestig zyn Maar, op *t stadhuis schynt men Di gerust te zijr; men kent de stoutheid vi die kerels on men is op het gedacht gek men het postje van nsutögardevil te m ken. Tot een exaam wordt nietovergegai don pikeur uit den hemel, «lie hier nedergedaald. Het zal voor den man et eerste bijpostje zijn, ten ware dat Godfrit van Bouillon er andorsoVor besliste. Want lui seul etc’est assez. Twintig verschillende gedachten doorvlogen bliksemsnel het brein van den armen jongen; twintig dolksteken doorpriemden zijn hart. Lief de en wanhoop, begeerte en haat bonsden tegen elkander aan, want ja, nu haatte hij den echtge- genoot van zijn Lotje Eene seconde bekroop hem de dolzinnige lust den ellendeling in ’t aangezicht te slaan; maar in de volgende seconde reeds stond hij weer roer loos als een marmeren beeld. Een werkman stiet hem met den arm aan. Nu! En Leopold trad vooruit, en wilde spreken. Maar zijne keel stropte toe. Als werktuiglijk bood hij den ruiker aan. vogels, ons in een paradijs wanend wanneer i zoete liefdezangen onze ooien streden (gij ziet dat wij poeëtiek zien), ware het dan geene schan de ons de toppen van onze voetjes tegen de kas seien te doen stooten zoodat wij al de sterren des hemels zouden zien? Gij. Emiel Chéri, hebt dat begrepen en met de ernstigheid, die bij iedere zitting van den raad uwe koene houding ken merkt. zijt gij rechtgesprougen om een macadam te reclameeren in het belang van onze teere voetjes. Dank, o duizendmaal dank, chéri de tout notre peilt cceur. Gij alleen verdient den lof dien wij u toezwaaien, want Monken Lulpas en 't Roo fleschje Tuftuf en Orapronobis, die nu eens eene schoone gelegenheid hadden een openbaar bewijs hunner galanterie te geven, glimlachten en mompelden integendeel. ’t Is waar, Emiel chéri, wij moeten bekennen dat gij mis waart toen gij den macadam van de Veurnevaart ophemelde en roemdet. Wij, jonge mamzellen, die bij gebrek aan betere boulevards soms verplicht zijn onze wandeling langs daar te doen, wij weten het beter Gaat eens langs daar zien, maar ’s avonds niet want gij zoudt er soms mannelijke christelijke kennissen kun! ontmoe ten. Ten andere, Emiel chéri, g<j tnoogl ook niet uit het oog verliezen dat een macadam zekere ongemakken heeft. Dat geeft veel stof en de sous trains van onze lange rokken is zoo gauw versleten. Ten ware dal de pompiers, met den kapitein commandant aan hel hoofd, gelast wer den om dien macadam regelmatig te besbroeien maar dan zouden wij onze rokjes wat moeten opheffen en deftige meisjes, zooals wij, willen niet dat de kwajongens en de neutesmitters ach ter ons zouden zingen En de wind sp.elde onder hare rokjes Emiel chéri, ’t is wel onzen papa die de con tributie!) betaalt, maar wij zijn toch papin kinde ren en mogen toch ook iets vragen hé? Welnu, spring nog eens in de bres; kap eens op uwe klerikale vrienden die de boulevards in echte modderpoelen leten liggen; zorg er voor dat wij ten spoedigste schoone wandelingen bezitten, omzoomd met jeugdig groen; maak toch dat die verwensebte opene riolen uit de stad verdwijnen die zoo dikwijls onze witte rokjes be\uilen; doe toch de slechte trottoirs uitbreken die ons zoo veel eksteroogen bezorgen Wij weten dal men nooit vruchteloos een beroep doet op nwe goed willigheid, dank dus, merci d’avance. Ten andere, velen van ons zijn geroepen jam mer genoeg, om in Sint Anna schapraai te blij ven, doch erkentelijk Is steeds het vrouwenhart. Wij hebben dan ook de plechtige belofte afgelegd steeds uwe nagedachtenis in eere te zullen hou den Wanneer gij eenmaal hel wereldsch tranen dal verlaat (och, laat geen traan uw oog ontrol len) dan zullen wij ondereen uitleggen om eene schoone couronne d’immorlelles te koopen en op uw grafschrift zullen wij doen beitelen Hier ligt hij de brave man, Dio voor ons hieltjes zorgen kan. Hoe spijtig nochtans dat gij geen voet bij stek gehouden hebt en op ’t laatst toch van gedacht zijt veranderd. Niettemin, als gij onze vragen inwilligt, als er geene caoutchoutjes van de hieltjes van onze botlientjes meer tusschen de kasseien haperen en als wij eens het stemrecht bekomen dan zijn wij, Nieuportsche suffragetten meester van den h<elen boel. En dan, o dan zal nu het modernisme? Het is eene van hedendaagsche godgeleer den, die willen liet christendom op de hoogte brengen der moderne geestesont wikkelingen, zytrachten de bijbelverhalen en de boeken der kerkvaders en andere godsgeleerden te zuiveren van alles wat niet meer kan aangenomen worden door hedendaagsche ontwikkelde geesten. Merkt wel aan zij zoeken, dit enkel te doen met het inzicht de waarheid nader bij te komen, maar niet zooals de priesters het beweren met het doel do oude kerk en geheel het christendom omver te wer pen. Zij bestudeeren de by bel verhalen met de hedendaagsche wetenschappelijke met hode door alle historieschrijvers gevolgd, zich steunende op de archeologie de ethno- graphie, de anthrogologie enz. Komen hunne besluiten niet overeen met de kerk zij kunnen er natuurlijk niets aan helpen; maar daarom ook worden zij als ketters veroordeeld. huisvest, niets is redelijker, en wij zullen daarover geene opspraak maken. Maar er gelsche philosofen is ontwikkeld geweest, bestaan nochtans zekere grenzen welke, i en namelijk door Thomas Huxley en Her in de huidige tijden van hevig geldgebrek, bert Spencer. Dit stelsel heeft voor doel niet zouden mogen overschreden worden, alles te rangschikken in twee deelen Welnu, ’t is wat men bezig it te doen voor het eene bevat enkel het kennelijke, het den heer Renkin. i andere, het niet kennelijke. Het heerenhuis waarvan er sprake is, Het kennelijke bevat eigenlijk alles wat heeft 580,000 franken gekost, hetgeen kan waargenomen worden door onze eigenlyk zonder belang is, daar de huizen zintuigen, hetzij rechtstreeks, hetzy by d< r Brusselsche Wetstraat enkel in waar-I middel van toestellen, die ons toelaten de kunnen vergrooten. Maar, indien de i onze navorschingeu in de natuur heel wat ons toegekomen inlichtingen nauwkeurig verder te drijveh en veel juister resultaten zijn, zou de inwendige schikking dreigen i te bekomen. Alles dus wat wij kennen door half millioen te kosten; I ernstige opmerkingen en proeven, mogen wij aaunemeo als kennelijke zaken, deze verdienen meest onze aandacht, daar zij de eenigste oorzaak zijn van allen vooruit gang; deze ook moeten de bijzondere aan dacht der wijsgeeren vestigen. Het niet kennelijke is natuurlijk alles wat buiten het bereik valt onzer opmer kingen en proefnemingen en immer on kennelijk zal blijven. Merkt wel aan dat het onbekende niet mag verward worden met het niet kennelijke, want hetgeen vandaag onbekend is, kan morgen reeds ontdekt worden. Dit is niet te verwachten voor het niet kennelijke, omdat deze din gen buiten het bereik zijn van het men- schelijke brein, zoo bijvoorbeeld, de einde loosheid der hemelruimte kunnen wij ni^t begrijpen,nocU wat de stof is, de kracht, het licht enz. Merkt wel aan dat dit stelsel zooals sommigen het beweren niet tot liet attéisme leidt, want zelfs het beslaan der godheid wordt gerangschikt in het niet kennelijke en kan dus door dat stelsel niet geloochend worden. In korte woorden, het Agnosticisme zegt dit In zaken die het verstand aangaan, volgt de rede zoo ver als zij u kan brengen, zonder u om gelijk wat anders te bekommeren. Ook nog In de zaken die het verstand aan gaan beweert niet dat het besluit zeker is, voor dat gij weet, dat het bewezen of be wijsbaar is Th. Huxley, Science et reli gion. Wat is strekking Sommige personen 'verwarren het in de Agnosticisme met het Modernisme, daar- Wetstraat, te Brussel, aangekocht; binnen om moet men weinig ingelicht zyn in de kort zal de minister der koloniën er zijne hedendaagsche strekkingen der wijsbe- woonplaats overbrengen. i geerte en godsgeleerdheid. Wat is eigen- Dat een land behoorlijk zijne ministers lijk het Agnosticisme? Het is een wijsgeo- rig stelsel, dat bijzonderlijk, door de En- Stierenkeuringen. - De keuringen en prijskampen der slieren en prijskampen voor koelen en veerzen, zullen plaats hebben te Nieuport, op Donderdag 7 April. Dixmude, op Woensdag 30 Maart. Veurne, op Zatesdag 9 April. Alveringhem, op Dinsdag 12 April. Loo, op Dinsdag 29 Maart. De gewestelijke prijskampen zullen plaats hebben te Veurne, op Zalerdag 16 April. Thourout, op Woensdag 20 April. X=»OI- AIXTJFri niet Godfried van Bouillons standbeeld, maar wel het uwe prijken op den duiventoren In het center van de boulevards des amoureux. De englisch missen die u daar zulten aantrelTen hooien wij reeds uitroepen o, wat e mjse boy schepsels van vrouwen, op te treden? Worden en den sleuteldrager zal hun explikeeren ’t is de wij dan nog niet geeoeg gefolterd dal de s’adsre- verdediger der mamzels, 't is den liofTelijksten geerdets nog middelen moeten beramen om ons i man van nog meer pijn te doen lijden? Thans reeds worden de tengere teentjes van onze kleine voetjes ge prangd en gesnoerd dat zij zouden huilen van de pijn, indien zij schreeuwen konden. En als wij mamzellen dan wandelen in die prachtige boule- i vards die Nieuport bezit, bij volle longen Inade- De Staat heeft voor den heer Renkin liet voormalig Hotel de Croy

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2