EEN SCHUTSGEEST
door
MAUR1TS SABRE
I
Iels over Noach
Agnosticisme Modernisme
Nog de automobielen
van den minister
erfenia ,e”beware» X.nha.Xe.
buiten was.
onze staatsmiddelbare meisjesschsoi
MENGELWERK
1
/Wordt voorlgezctj.
de Vereenigde Grondeig.--
had om de huurprijzen.
verdraagzaam; de katholieken kunnen het
zelfs niet zyn en willen het ook niet, al
gebaren zij het soms wel.
en te doen aangroeien
Zijn eenige wezenlijke werkzaamheid bestond
In het nauwgezette houden van het boek der
Meneer Andree waa nog maar vijf en twintig
jaar oud en reeds was hij lid van de Brugsche
huisjesmeikersmaatschappij De vereenigde Grond
eigenaars, Zijn vader en moeder waren vroeg
gestorven; sedert vijf jaar reeds was hij bezitter
van de talrijke huizen en huisjes, landerijen en
hofsteden, die ze bij bet sluiten van hun huwelijk
vereenlgd en gedurende hun samenleven nog
aanzienlijk vermeerderd hadden.
Andree was op de rustige Walplaats In het
huis zijner ouders blijven wonen het oude
heerenhuls met hoogen trapgevel, dikke (rallies
voor de vensters en een klopper aan de zware
met ijzer beslagen versierde deur.
De oude meld Melanie, die hem had helpen
groot brengen, was bij hem gebleven en leidde
het huishouden als voorheen, zoodat Meneer
Andree, nu alleen eenvoudig bet leventje voort
zette, dat hij met zijne moeder, kort na vaders
dood, reeds begonnen was.
langer
des vooruitgangs, moet volle vrijheid ge
nieten. Met de beschouwingen over het
onkennelijke met de godsdiensten, wan
neer deze zich op het gebied der metaphy-
sica houden, en hare werking niet willen
dwarsboomen, heeft zij niets te maken.
Hare taak is Je grenzen van ’t kennelijke
immer uit te breiden en altijd te streven
om dichter en dichter bij de volstrekte
waarheid te komen.
De katholieken, integendeel, beweren
dat zy, door de ingeving van den H. Geest
en door de overlevering, zonder twijfel
mogelijk de volle en volstrekte waarheid
bezitten, dat zij dus tot plicht hebben die
opperste waarheid te verspreiden en aan
andere op te dringen, want dat, daar men
buiten de kerk niet kan gered worden
niemand er buiten mag blijven. Voor hen
hebben de andere stelsels geen recht tot
bestaan daar zij in tegenspraak met het
woord Gods, de opperste waarheid, zijn.
Verre van de vrye redetwisting aan te
nemen en zelfs te wenschen, verfoeien zij
deze en verbieden zij aan hunne geloovigen
de boeken en de dagbladen hunner tegen
strevers te lezen, daar zij zoodoende hun
geloof zouden kunnen verliezen.
Zij bevelen aan de kinders, van de
jongste jaren af, hunne zoogezegde waar
heid als voornaamste geestesspijs op te
disschen. Zij eischen, voor hen alleen, het
recht van onderwijs, daar ten minste waar
zy zich machtig genoeg gevoelen. Dit
recht, zeggen zij, komt hun van God.
In zake van wetenschap willen zy ook
den geest boeien in de kluisters van hun
geloof. Daar de wetenschap van God komt
zeggen 'zy, kan zy het woord Gods niet
tegenspraken. Een klein kind uit de kris-
tene scholen, eene eenvoudige buiten
vrouw, schreef een fransche bisschop,
heeft klaardere, zekerder begrippen over
God, de wereld, zijne ziel, dan de door-
luchtigste wijsgeeren. De kerk heeft
degene vervloekt welke ooit zouden dur
ven beweren dat de Bybel niet in al zijne
deelen door God is ingegeven geweest of
dat, door den vooruitgang der wetenschap
de kerkelyke leeringen in eenen anderen
zin zouden moeten begrepen worden.
En daar de Bijbel vol is van zaken die
de wetenschap ontegensprekelijk weerlegt
spruit daaruit eenen voortdurenden stryd
tusschen deze en het geloof, waaruit volgt
dat de geloovige geleerden of hun geloof
of hunne wetenschap het zwijgen moeten
opleggen, en zoo.zy het eerste verkiezen,
zich aan den banvloek blootstellen, vooral
wanneer zij het priesterkleed dragen.
De katholieken, in 't kort gezegd, bewe
ren alleen de waarheid te bezitten; alleen
het recht van onderwijs te hebben, en
alhoewel zy het niet willen bekennen,
zoeken zij bovendien de wetenschap in
boeien te leggen.
Niemand kan zulks betwisten. Do gan-
sche katholieke leer, de heele geschiedenis 1
van den godsdienst bewijzen het. 1
De gevolgtrekking kan niet anders zijn
dan deze de vrijzinnigen zijn van aard
Volgens het bijbelscbe sprookje moet Noech
toen hij zijne arke gebouwd had, daarin op Gods
bevel, zeven koppels van Iedere soort zuivere en
twee paren van elke soort onzuivere dieren breo-
gen. met allerhande voedsel tot hun onderhoud.
Welnu, volgens den engelschen dierkundige
Shipley was het getal der gekende diersoorten In
1881 nauwkeurig 311653. Sindsdien heeft men
er jaarlijks, volgens denzslfden geleerde op zijn
minst genomen, gemiddeld 12000 ontdekt zoodat
het getal, nu, In 1910, ruim 000.000 moet berel-
ken.
Sbipley geeft ook de getallen per dierklasse bij
benadering op voor 1881 en uit zijne cijfers kan
men opmaken dat het getal der gekende water
dieren op verre ra het derde van het totaal nlel
bereikt; zoodat men voorzeker niet overdrijft
wanneer men het getal der nu gekende landdie
ren op 400.000 schat.
Hoeveel zuivere en hoeveel onzuivere men
daaronder lelt Is Iets wal onder onze bovoeg'theid
niet valt. Misschien weten de geleerde opstel
lers van hel stlnkertje zulks beter.
Maar. In alle geval, moest Noch daar nog al
een llefelijk getal gasten te heibergen en te voe
den hebben; voorzeker veel meer dan twee mil
joen en Ik zou niet gaarne In zijne plaals hun
voedsel vergaderd hebben.
De ongerijmdheid van het bijbelsch verhaal
springt dus in de oogen. De schrijver, die van de
dierkunde maar kon weten wat men erin zijnen,
tijd van kende (en dal Is bitter weinig) Is nog
min of meer verschoonbaar; maar de H. Geest,
die volgens de katholieken, den ganschen bijbel-
schen tekst ingegeven heeft, moet het toch beter
weten, zou men denken.
Of wist hij misschien nog zooveel nikt over het
getal diersoorten dan de hedendaagsche dierkun
digen, die ze toch nog niet alle kennen?
Dan zou men moeten gelooven dat Gol, zelfs
niet eens weet welke dieren hij heeft gesschapen
en dat kan ook niet fijn.
Das komen wij eens te meer tol de gevolgtrek*
king dat de Bijbal blool menschenwerk is.
zonder overdaad, zooals ’t bij geneesheereo en
geestelijken regel Is, doch nooit noodlgde de
dokter zijn broer te vergeefs uit. De kanunnik
ook wist zijn gaston heerlijk te onthalen. Andree
kon dit herhaaldelijk ondervinden en stelde het
zeer op prijs, want het tafelplcurlsme bad hem
diep aangetast, veel dieper dan men het Lij een
jongeling van zijn leeftijd zou vermoed hebben.
Van de drie geminachte genietingen Saloma's
was er slechts eene, de vrouw, die volstrekt ver
smaad bleef. Vrouwenliefde was venijn in een
gulden vat, leeraarde de kanunnik, die meer
zulke tredende slagwoorden gebruikte. Liefde en
dood vernachtten steeds In dezelfde herberg. En
met Salomo, zijn uitverkoren wijze voegde hij er
bij, dat liefde steeds roet tranen vermengd werd.
Voor Andree was dit evangelie.
Aan wetenschap deed Andree ook wel niet,
doch meer uit gebrek der middelen dan uil vrees
voor stoornis van zijn zlelevrede.
Onder de verleidende bekoring van den rijk
dom was hij echter en al bezweken. De heiligen
en kluizenaars, die in vrijwillige armoede gingen
leven, vond bij wel toonbeeldig vroom en held
haftig, doch daar bleef het bij. Hun voorbeeld
stemde hem niet lot navolging en hij zorgde maar
spraak. Zou men gevreesd hebben dat de
ongemeene grootte der som, opeens aan
het publiek bekend gemaakt, hadde kun
nen bewijzen dat men in deze zaak buiten
gewoon gemakkelijk verteerd heeft! De
minister heeft zeker gedacht, en niet zon
der reden, dat bet beter was de som in
stukken te verdeelen, kleine cyfers te
noemen, die ten slotte betrekkelyk weinig
indruk maken. Dat middeltje is nog zoo
kwalijk niet!
't Is gelijk! Indien het alzoo is dat de
ministers aan onze volksvertegenwoordi
gers antwoorden! Het schijnt ons veeleer
ongemanierd!
(Vervolg)
Het is onbetwistbaar, dat alles wat de moder
nisten schrijven niet kan aangenomen worden,
want bij hunne wetenschappelijke besluiten
voegen zij oog persoonlijke hypothesen, die soms
moeilijk overeenstemmen met het welenschap
penlijk gedeelte hunner werken. Bemerkt noch
tans dat het modernisme nog heel wat jong is;
daaruit komt het dat er nog maar weinig eenheid
beslaat in de onderstellingen dezer geleerden.
De tegenwoordige modernisten zullen gevolgd
worden, door anderen, die reeds dieper de zaken
zullen onderzocht en bestudeerd hebben, eo
Wy hebben reeds gesprokon over de
kolossale rente welke het onderhoud, der
autos onzer meesters voorstelt... en het
is met een waar genoegen dat wij een
volksvertegenwoordiger, aangaande die
zaak, eene vraag aan een onzer ministers
hebben zien stellen.
De hinderlyke vraag van den heer
Fléchet voortkomende werd aan den
heer Delbeke gesteld, en deze heeft er wel
moeten opantwoorden. Ziehier een kort
overzicht zijner kleine rekening
De aankoop van het gebouw dat tot
bergplaats voor de zelfbewegende rijtui
gen van mijn departement is geschikt ge
weest, heeft eene uitgave van 73.036,39
fr. veroorzaakt (oppervlakte 17 aren).
De veranderings en schikkingswerken
bebben 46,1*18,78 fr. gekost.
Het materieel en de gereedschappen
hebben 9.625,10 fr. gekost.
Het verbruik van vluchtige olie (essen
ce) beloopt gemiddeld 20 liters per 100
kilometers. De gemiddelde prijs der olie
in 19(i8, was 30centiemen de liter; in 1909
heelt de liter 25 centiemen gekost.
Sedert de installatie van de bergplaats
en ten gevolge van aanbestedingen, kost
de olie 13 centiemen de liter.
De geleiders, die noch gevoed noch ge
huisvest worden, zyn vyf in getal; zij ont
vangen een maandelyksch loon van 150
franks; hunne verplaatsingskosten beloo
pen 7 franks per reisdag; eene toelage van
3,50 fr. wordt hun gegeven per nacht dat
ze uit hun huis moeten doorbrengen.
De geleiders ryden ten minsten vyftien
keeren per maand uit.
Wat de kleeding betreft, de tusschen-
komst des bestuurs bepaalt zich tot het
leveren van overjassen en waterproefs;
dat stelt eene jaarlijksclte totale uitgave
van 750 franks voor.
Enziedaar! Met zulke klare inlichtingen
wordt de sameutelling een echt kinder
spel!!
Het is onbetwistbaar dat de minister
zich wel gewacht heeft een rechtstreeks,
kortbondig antwoord te geven op de
nauwkeurige vraag van den heer Fléchet.
Een voorbeeld, op de vraag Zou de heer
minister ons de geheele uitgave in vluch
tige olie, voor de zes automobielen, gedu
rende elkeen der jaren 1908 en 1909
willen doen kennen, heeft de beer Delbeke
geantwoord met het aanduiden van het
gemiddeld verbruik per 100 kilometers,
de gemiddelde prys voer 1908, die voor i
1909, en eindelyk een cijfer dat zou toonen 1
dat de vluchtige olie; ten gevolge van
aanbestedingen nu bijna niets kost, 13 1
centimen de liter.
Van de geheele uitgave, is er geen
laogzameriiand zal bet modernisme een stelsel
worden, dat meer en meer eenheid, meer en
meer sterkte zal krijgen.
Wij bestaiigen dal Earnack een zeer gematigde
modernist. Strauss gaal reeds veel verder. Lelsy
In zijne eerste boeken Is ook veel gemaüger
dan in zijne drie laatste werken; hij bekampt
Harnacb op veel punten Tyrrell gaat zoover ala
Lolsy, en misschien nogverder in zijne redene
ringen. Dus om te besluiten, verhalen wij In het
kort, hetgeen wij komen te zeggen het agnosti
cisme Is een wijsgeerig stelsel dat afzlel van allo
dogmatleke godsdiensten, en weigert het niet
kennelijke te besludeereu omdat wy er machte
loos voorslaan, agnostieken zijn dus vrijdenkers.
Het modernisme, is een theologisch stolsel,
dat bet Christendom, wil aanneembaar maken,
voor alle verlichte geesten. Een modernist blijft
dus Christen.
Gij ziet wel. waarde tegenspreker, dal Ik de
boeken van Lolsy kan raadplegen, zonder de
uwe te komen vragen, uw aanbod was ten
andere nlel ernstig, Ik moest immers voorzien
zijn van eene schriftelijke toelating om de kst-
tersche boeken te mogen lezen! (Zalig zijn ze die
arm van geest zijn!) Indien gij waarlijk de gan-
sche reeks werken van Lolsy bezit, versta ik
maar heel moeilijk, hoe gij nog zulke zonderlinge
artikels kunt schrijven over het modernisme, of
hebt gij misschien zelf neg de toelating alot
gekregen om die keUerscbo boeken te lozen
Hoe kunt ge toch beweren, dat hst modernisme
de verzameling is van alle ketterijen (dus ook
van de oude ketterijen utt alle eeuwon; aangezien
bet eene hedendaagsche strekking Is? Ik raad u
aan, voor wat bet agnosticisme aangaat, do
werken te lezen van Herben Spencer. Eirst
principles, ook de Fransche uitgaaf Les premiers
Principes 1901, vertaling van E. Gazelles, pre
mière parlle, i’iticonnaissable blz. 1 tol 109.
Introduction dn Traducteur E. Gazelles; ook zeer
belangrijk Sciences et Religion, door Thomas
Huxley, fransche uitgaaf van H. de Varlgny.
Parijs 1893 bijzonderlijk kapltel VII en VIII.
Voor wat het modernisme aangaat, zie do
werken van Lolsy, bijzonderlijk lEvangéle et
l Eglise 1903. Etudes évangeliques 1902; dutour
d un petit Here. Reflexions sur les décrets dn Saint
Office etc ook nog Medievalisms G. Tyrrell;
Strauss LebenJesu, Renau, Vie de Jesus. Hareack
Drogmengeschichte; Wezen des Christentume
BR UNO.
Hij had vaste beginselen om op het rechte pad
door het leven te gaan. Zijne vrome ouders had
den daar eerst voor gezorgd en daarna zijn oom
de kanunnik, oie nu nog steeds op hem waakte.
Deze had hem zoeken te doordringen van de
ijdelheid der wereldsche genietingen. Zijn eerste
Inzicht was overigens geweest zijn neef lot het
priesterschap op te leiden, doch hij had de erva
ring moeten opdoen, dat deze voor de studie niet
geschikt was. Niettemin was de kanunnik voort
gegaan met Andree in dezelfde wereld-vergulzen-
de richting op te lelden. Op bet exempel van
dan wijzen Salomo berustten geregeld zijne
moreela betoogen. Noch de wetenschap, noch
de rijkdom, noch de vrouw hadden de ziel van
dien vorst kunnen bevredigen en op zlelevrede
kwam het toch vooral in het leven aan. Het Mas
ker van de Wereld van Pater Potrters en de
Introduction a la me devote van F. de Sales waren
Andree’s voornaamste geestesvoedsel geweest en
hadden ooms redeneeringen aangevuld en ver
scherpt.
De wereldvergulzlng van den kanunnik en zijn
leering was echter niet zoo volkomen. Voor het
tafelgenot hadden belden een zwak. Toen An-
dree’s vader nog leefde werd er lo het huls der
Walplaats ter intentie van mononkel menig
dineetje genouden, waarop de kookkunst van
moeder en de kelder van vader hooggeprezen
werden. Alles ging er deftig toe, voorbeeldig,
huishuren en pachten en het ontvangen der
gelden op de bepaalde termijnen
De vervaldag voor Oogstmaand was daar
Hoogst gewichtig zat Meneer Andree .1 ,.D
morgens in het kamertje, dat door z.jn vader als
spreekkabinet gebruikt werd, doch nu uitsluitend
als betaalkantoor dienst deed. Hij bad al afgere
kend met tal van huurders en met den bode van
igenaam, dien hij aan gesteld
die wekelijks betaald
worden, te ontvangen. Dezen namiddag konden
nog slechts een viertal bezoekers komen, enkelen
onder hen zouden wellicht wachten lol ’e ande-
rendaags of later, doch eene, Flentje Vrlelynck
Andree*1 D°g vandaag «“molden. Dat wist
Over de Walplaats bewogen zich loome bllte-
wa(men, als aan opene ovens ontsnapt. Lang
den zonnekant stonden de schelwltte gevels als
verkalkt in de luchlgegloel dier hondsdagen In
de smalle schaduwstrook aan de orerzijde hadden
«enige jongens zich tegen de hulzen neeergelegd
omdat ze met hunne bloole niet voeten I
meer op de zengend warme straatkeien konden
staan.
L’ittreksel uil het Beknopt verslag der Kamer
zittingen. Zitting van den 16 Maart 1910.
M. Iluijl ziehier een feil, dat aanloonl hóe
diep en levendig de bezorgheid van den achtba
ren minister is voor het openbaar onderwijs.
Ik heb In 1908 verschillige vragen gesteld ten
einde te weten welke maatregelen de minister
inzicht had te nemen In tegenwoordigheid van
den hachelijken toestaad der zaken voortsprui-
tende uit den brand die de middelbare meisjes-
school van Nieuport heeft verwoest? Op 24 No
vember 1908, gaf de beer minister mij een kort
bondig antwoord. Ik herhaal hem dus mtjne
vraag Zal hij fa of neen, zijn toevlucht nemen
tot de wapens welke de wet hem toekent om het
gemeentebestuur van Nieuport te verplichten ge-
volg te geven aan den wensch der oudere!
M. Descamps, minister Ik ben er nog „ut
toegekomen een bevredigend antwoord een het
gemeentebestuur van Nieuport te bekomen.
M. Delporte Er Is niets
ting voor Nieuport.
M. Masson Men I
M. Buyl Mijne Nleuportsche vrienden en ik
hebben bewijs van een engelachtig geduld gege'.
ven, maar het staatsbestuur verkiest de school-
oorlogte voeren heimelijk
voorzien In debegroe
heelt het krediet algeschait
hebben bewijs van een r
ven, maar het staatsbestuur verkkst
t en zonder openhartig-