EEN SCHUTSGEEST door jniBITS SABBE I I Klerikale propaganda I en (Wordt voortgezet). 6 MENGELWERK /Wordt voortgezet). was en zij de ruime Walplaais voor zich zag, waar de bewoners over hun halfdeurlje kwamen verademen in den aanschemerenden koelavond sprongen hare oogen vol tranen. Een grievend wee vervulde heel haar wezen. Hel was haar alsof zij heel dicht bij haar hoogste levensgeluk gestaan had en hel zelf had verwoest. Toen An dree haar bij de hand hield, had zij het geluk als een lachend, zonnig landscbap dicht onder hare oogen gezien, doch plotseling was er een don kere, alles omhullende schaduw over heen gegle den en dat door haar eigen schuld. Oat Andree haar gehoond hrd, gevoelde haar slavinnezieltje niet. Hare verwijllngen waren niet voor hem. maar voor haar zelf en daarom waren ze des te bitterder. Langzaam, als kon ze de plek niet ver laten, waar het geluk haar toegelachen bad, stapte ze naar huls toe. Een vage, doch .dlep- schrijnende wanhoop folterde haar. Zou ze niet terugkeeren om zich voor Meneer Andree’s voe ten te werpen en hem te vragen wat ze hem misdaan had? Had zijne liefde voor haar dan plotseling opgehouden? Maar waarom dan? Al die vragen kruisten elkander in hare geeel en verhoogden hare smart. Zij gi t>g werktulgelijk door en bevond zich In de Boeverleslraat voor haar woning zonder bet zelt gemerkt te hebben. Ze aarzelde om binnen te gaan. rikale partij géén programma meer bezit, dat hare leiders over welkdanig punt van maatschappelijk belang verdeeld zijn niettemin verkondigen hunne kaarten De liberalen mogen het weten De katholieken zijn niet versleten. Neen, versleten of vermoeid zijn zij nog niet heel en al. En in den laatsten tijd heb ben zij daar een bewijs van gegeven. Als I het er op aankomt de groote kas te plun deren, om de rijke kloosters nog meer te verrijken, om geld te hebben om klerikaje Onder bovengaande titel verscheen in ons Weekblad van zaterdag 9 dezer een artikel, waarin wij deden wij uitschijnen hoe onze vlaamsche priesters de edele rol, die zij te vervullen hebben, den dag van heden verstaan. Wij deden uitschijnen hoe zij, in plaats van verdraagzaamheid en liefde tot den evennaaste 'te prediken, overal en in alles politieke propaganda voeren. Wij verhaalden ter loops hoe in de Nieuportsche patronage kieskaarten, waarop de hatelijkste schimpspreuken, tegen ons, liberalen, vermeld staan, te verloten werden gegeven aan jonge meis- heid voor hem, geene voor andersdenken den. Waarlijk, als men de handelwijze onzer hedendaagsche priesters van nabij beschouwt, is het dan te verwonderen dat zooveel lieden de kerk den rug toekeeren, ontgoocheld als zij zijn omdat zij den gods dienst als politiek wapen zien gebruiken, verontwaardigd omdat zij, alhoewel den Al de overmoed der jeugd, die het kwaad niet kent, lag in den luchtigen loon hare woorden. Andree werd er een oogenblik eenigszlns door gestild. Hij beproefde zijn bijgeloovigen angst weg te redeneeren. Wat had hij uit te staan met die dwaze woorden der oude vrouw? Wat moest hij zich bekreunen om dat sufferig gemaal? Wat was dat voor een nieuwe schroomvalligheid, die zich op dit lang verwachte oogenhllk van hem meester maakte? Hij wilde weer Fientje’s band nemen. De kus, dien hij geven wilde, brandde op zijne lippen. Doch wat hij ook poogde om zich gerust te stellen, de hevige schok, dien de plots openba ring van het voorgevoel der blinde grootmoeder hem toegebracht had, bleef pijnlijk natrillenen verlamde zijn wil volkomen. En naast het beeld der grootmoeder, die zich met baar noodschrei- end, tragisch masker tusschen Fientje en hem geschoven had, kwamen nu weer, machtlger dan kieskaarten Houdt de geuzen van de kas Laat ’t bestuur gelijk het was. En zij plunderen de kas van den eersten dag van het jaar tot den laatsten; toelagen aan kerken en j leger bisschoppen en dekens en en kapellaans; buitengewone toelagen voor eerediensten; buitengewone toelagen voor onderhoud van kerkelijke gebouwen, pastorijen, voor aankoop van cofïre forts; toelagen aan hunne klerikale scholen, toe lagen en altijd toelagen die telken jare verscheidene millioenen vertegenwoordi gen. Wie dat overweegt, kan gemakkelijk begrijpen dat de klerikalen niets vuriger betrachten, niets liever zouden wenschen dan het bestuur te zien blijven zooals het is. Voor hen is Belgie inderdaad sedert 26 een luilekkerland. En wij vragen u hier in volle gemoede, geachte lezers Is het tijd dat er paal en perk gesteld worde aan de uitbuiting van ’s lands schatkist door de klerikalen? Is het tijd dat er verandering kome? Aan u op 22 Mei aanstaande te oordee de klerikale heerschappij te breken en te vernietigen! Doet niet zooals de klerikalen den beer niet op hunne kieskaarten zetten verkoopen vooraleer hij geschoten is, doch meer dan ooit blaakt ons het hart van hoop in den eindelijken zegepraal. Ons arrondissement moet en zal de heer Serruys naar de Kamers sturen en de wanhoop waarmede de klerikalen zich verdedigen, de hatelijke middelen van propaganda die zij aanwenden, bevestigen de vrees die in bun binnenste huist. Zij weten maar al te wel dat de 3d0 kandidaat Pil, die reeds over 4 jaar verklaarde dat zijn mandaat in gevaar was, ditmaal de grootste moeite zal hebben om er door te spartelen, maar dat zeggen zij niet. Zij weten en zijn overtuig! dat de libe ralen er niet ver af zijn een zetel te win nen te Thielt-Roeselaere een zetel te Njjvel een te Brass 1 een te Leuven een te Antwerpen een te Mechelen en misschien nog meer, maar dat zeggen zy niet. Zij' weten wel dat de antiklerikalen nergens een zetel te verliezen hebben, al beweren zij het om hunne goedzakkige lezers te misleiden. Zij weten dat de kle- jes en kinderen. De heer Vandeputte, onderpastoor ter 1 stede, leeraar van godsdienst aan de staatsmiddelbare school alhier (dus ook een staatsbediende) en volgens hij zegt, bestuurder der Nieuportsche patronage, heeft het noodig geoordeeld ons daarop een aangeteekenden brief te sturen met eisen van opname. Alhoewel wij volkomen overtuigd zijn dien brief niet te moeten opnemen, alhoe wel er geen vijf regels in voorkomen be trek hebbende op ons artikel Klerikale propaganda alhoewel wij niet voorne mens zijn onze kolommen open te zetten voor zouteloos geschrijf van politieke tegenstrevers, daar wij, nu vooral in kiep- periode, onze plaats noodig hebben om andere koeien te geeselen, toch kunnen wij aan den lust niet weerstaan, dien ontvangen brief eens in zijn geheel af te kondigen, (taal en letterkundige fouten pastorijen; loonen van hdt inbegreppen) om aan onze lezers eens den pastooA geestestoestand der hedendaagsche pnes- toelageu ters voor oogen te leggen. Wij laten dien brief door geene commentariën volgen, vast besloten zijnde geen verder schrijven meer op te nemen en laten al dus onze lezers zelf oordeolen. Wij voegen hier echter nog by dat die brief met de schrijfmachien is geschreven en datde letters vanden tekst juist dezelfde zijn als de letters van den tekst der wetti ging der handteekening gedaan op het stadhuis. Geen wonder dat alles zoo rap gaat, hé? Commentariën zijn dus overbo dig. Geeft den katholiek uw stem En den geus nen requiem. Neen, geeft integendeel met uw stem brief den genadeklop aan do klerikalen en doet de lijst zegevierend uit de stembus komen. --- soms nog onnoozelen kiezer uit te koopen, En dan durven de klerikalen, misschien i dan zijn zij allen t’akkoord.En dan durven ooit, al de oude gevoelens, die hem steeds van Fientje verwijderd hadden. Weer was zij de tempteerende uit den booze. De oude deftige geest ven ’t vaderlijk buts, dat hij ging ontreinigen, gevoelde hij weer dreigend rondom zich waren. De burgertjes, die hem nu zoo achtten en waar deerden, zag bij weer sarren en spotten over zijn val. De trelleraarstronie van Toone grijns lachte hem triomfantelijk legen. Dat alles rees I weer In zijn gefoltorden geest op en sloeg den aanval af der zinnelijke drift, waaronder hij op het punt geweest was te bezwijken. Spijlen ontgoocheling maakten zich van Fien tje meester. Toen Andrue haar straks de hand nam en in de zijne gekneld hield had het meisje I gedacht dat er nueene woordelijke bekentenis èn lietkoozingen zouden volgen en die verwachtte ze met een zalig ongeduld. Doch nu merkte ze wel op Andree’s ontdaan en pijnlijk vertrokken aangezicht dat er hem thans andere gedachten in het hoofd gekomen waren. Doch dewelke? Fientje kon enkel denken, dat haar verhaal Men heer Andree aldus ontroerd bad Wellicht dacht hij, dat Moetje erg, doodelijk krank was? Ze poogde nu zooveel ze kon den Indruk hare woor den te verminderen. Ge schijnt heelemaal van streek gebracht, Meneer Andree. Praklizeert ge nog op dat gedoe van Moetje? Ge moogt dat zoo niet overdrijven. Moetje begint wel van tijd tot lijd een beetje te roomsch katholieken godsdienst aankle- I vende, niettemin vrije liberale burgers, zijnde door de apostels van dien godsdienst worden beschimpt en bespot en vervolgd? Zijn het de hedendaagsche politieke pries- politiek te voeren, om met het zuurgewon- ters niet die zelf den godsdienst helpen nen geld van aNe vernietigen? rood van schaamte als een koeken aas, op i die huichelaars nog schrijven op hunne hunne kaarten drukken Katholieken schenken vrêe Geuzen brengen oorlog mee. Zoover is het nog niet gekomen. De verduldigheid en de verdraagzaamheid zijn ons eigen. Wel zullen wij nooit ophou den de klerikale tyrannie te bevechten en te bekampen; wel zullen wij nooit ophou den ons heerljjk liberaal programma met woord en pen Ie verdedigen, het volk ten allen tijde in te lichten, maar de 26 jaren klerikale alleenheerschappij, de 26 jaren klerikalen dwang, de 26 jaren klerikaal regiem van bevoorrechting uwer partij gangers en miskenning van andersden kenden zijn daar, heeren klerikalen, om te bewijzen dat wij geene oproermakers, geene twiststokers zijn. Veel hebben wij geleden gedurende dit droevig tijdperk, maar de kruik gaat zoolang te water tot zij berst. Eens zal het volk den toestand klaar inzien, het zal het slavenjuk waar onder het te lang gebukt gaat afschudden en óp 22 Mei aanstaande zijne stem schen ken aan de liberale lijst, al schreeft gij nog tienmaal op uwe kieskaarten Niemand kan verdenken De buis die w’hun schenken. Wij zullen het vel van Aan ilen Heer Hoofdopsteller van het a Weekblad van Nieuport en Kanton IN STAD. Mynheer de Hoofdopsteller, Gebruik makende van myn recht van antwoord bid ik U dit myn schryven in het eerstkomende nummer van uw Weekblad te willen opnemen. In uw nummer ,-an Zaterdag, 9 April 11., 2* en 3- bi., onder de hoofdlng Klerikale Propagan da kjebt gy my aangerand, als zoude ik in de patronagie der 11. Germans, kiespolltlek geveerd hebben. Op dezelfde bladzyden van uw volgend nummer en In de zelfde drukkarakters, begeer Ik myn antwoord te zien verschynen. Vooreerst, Mynheer, gy geeft my in dat artikel de liellykste benamingen huichelaar n, fana tieke priester heelboold valschaaid enz... Dank U. Mynheer, voor dat compliment. Alleen wil ik U vragen waar gy die hoffelykheid die beleefdheid!?) hebt aangeleerd? Wat zoudt gy zeggen, imilen ik U Ed. ook dergelyke be woordingen toesprak? Zou geheel Nieuport niet te klein zyn, om zulks te verkondigen? Maar wees gerust, Mynheer, ik zal beleefder zyn ten uwen opzichte. Daarby in bovengemeld artikel, schynt gy my het recht te willen ontzeggen van my in de politiek te mengen. En waarom zou my dit recht niet mogen toegekend worden, zoowel als aan U? Ben Ik niet Belg geboren, zooals gy? Betaal ik aan het Vaderland geene belastingen, zoowel als gij? Beo ik geen Belgische burger, zoo goed als gy? Staat myn naam niet op de kiezerslijst, zoowel als de uwe? Gy, Mynheer, gy rnoogl poli tiek maken, zooveel als gy wilt; wy, katholieken denken er niet eens aan U dit recht te betwisten. Maar ik, volgens U, ik zou dat niet mogen doen! «talen, doch anders is ze wel te pas. Er zijn da gen dat haar long nog gaat als die van een advocaat. Kom haar eens zien en gij zult wel merken, dat ze niet zoo slecht is als ge schijnt te denken. Andree bad een plotse opwelling van wroe ging en oprechtheid en gevoelde zich een oogen- bllk als ging hij het argelooze meisje toeroepen dat haar grootmoeder niet ijlde, dat ze met de oogen barer ziel gezien en met de wonderfij e vezeltjes barer liefde gevoeld had, hoe hij haar kwaad wilde en dat ze na als een beschermende geest haarkleindochter verdedigd had. Andree had een enkele vluchtige stonde het heldhaftige voornemen gevat zich aldus te verootmoedigen. Doch de lafheid der onkulsche liefde en de farl- zeeërshulchelarij, die als eene dorre korst om ziin beter ik gegroeid was, werden hem weer te machtig en verlamden den edelen drang zijner ziel. Met aanstellerige onverschilligheid richtte I hij zich op en met dorhei-1 in de stem zij hij tot Fientje 1 Zorg dan maar goed voor uw Moetje. In deze beweging en woorden lag een blijkbaar verzoek tot afscheid nemen, dat Fientje dan nog begreep. Heel onthutst, met de vreemde gewaar wording van Iemand, die van heel hoog ueerdui- I zelt, zich ternauwernood rekenschap gevend van I T geen gebeurde, liet zij zich door Andree buiten lelden. Doch toen de deur achter haar gesloten Gy Mynheer, gy maakt propaganda voor uwe party, zooveel als het belieft Maar dat Ik pro paganda maak vopr myne party, daar kuat gy niet over! En waarom dit verschil tusschen U en my? Is het alleenlyk omdat Ik priester ben? Wel- hoe, sedert wanneer hehben de priesters, alleen- lyk omdat :y priester :>/n, hunne burgerrechten verloren? Ik durf beweren dal, «yl ik priester ben, ik niet eukel het recht heb, maar zelfs de plicht van my met politiek bezig te houden. Ja, ik ben bedienaar van onzen H Godsdienst wel nu, de Godsdienst en de politiek zyn nauw ver bonden. En bemerk wel, Mynheer, dat het de liberalen zelf zyn die in ons land, meer dan overal elders, de politiek op godsdienstig gebied gebracht hebben en nog brengen. Is het louter politiek, als gy In uw Weekblad schryft dat de Bybel of de H Schriftuur door God niet kan in gegeven zyn, aaugezlen, volgens U, daarin onge- rymdheden voorkomen die met het gezond ver stand niet samengaan? Welhoe, wy priesters wy zouden ons geloof moeten hooren aanranden, en stille zwijgen? Is bet louter politiek, als gij schryft in uw Weekblad, dat het geloof tegen- strydig is met de moderne wetenschap, dat de paus en de bisschoppen bedriegers zyn, die aan het volk dommigheden willen doen inslikken, dat de priesters zelf niet gelooven wal zy prediken. Welhoe, wy zouden dat moeten hooren en on verschillig, onze arms gekruist houden! Welhoe wy zouden uwe aanhangers in de Kamer der Volksvertegenwoordigers moeten hooren uitroe pen Weg met de kloosters! Weg met het pa panras! s en niettegenstaande dat, geheel bedeesd by ons eigen zelven moeten zeggen dat is enkel politiek van wege de liberalen! daar beeft de godsdienst niets in te zien! dat gaat ons prie sters niet aan! Indlen, wy priesters, alzoo han delden en spraken, wanneer de belangen van onzen Heiligen Godsdienst op hel spel staan, zoudt gy de eerste niet zyn om ons van plichtver zuim te beschuldigen? Ja, politiek en Godsdlenstzyn nauw verbonden: dat is onbetwistbaar voor iedereen die niet aan de oppervlakte blyft, maar tot den grond der zaken indringt. Want, aangezien er een God bestaat, een per- soonlyke God, Wien te aanbidden de hoogste plicht van den mensch is, mag de Staat, en dus I I bet Staatsgezag, het Staatsbestuur, en bygevolg I ook de Politiek, als regel opzetten met dien almachtigen God, die alles geschapen heeft en bestuurt, heeft men In T openbaar leven hoege naamd geene rekening te houden Aangezien het waar is, dat alle gezag van God koml, heeft dit dan geenen invloed op de ver houding tusschen ovetjheid en onderdanen, tus schen gezag en vrijheid? Aangezien God ons in da Christeyke leering heelt geopenbaard, hoe de verhoudingen der menschen moeten zyn, niet alleen tegenover Hem, maar ook tegenover elkander, heeft dit dan geenen invloed op de taak van den Staat op sociaal gebied op hel gebied der menschelyke verhoudingen In de stoffelijke,economische orde? Aangezien hot waar is, dat de echte grondslag van de zedeleer in den godsdienst ligt, en aange zien hel ook waar Is, dat het voorwerp van de zedeleer is: het handelen van de menschen, volgt dan daaruit niet, dat de Staat, regelende dit manschelyk handelen In het openbaar leven, rekening te houden heeft mei da voorschriften der zedeleer, en daarom ook met de voorschrif 1 ten der goddelyke veropenbaring? Aangezien het waar Is, dat er velen zyn die meenen, byvoorbeeld gy, Mynheer, dat de eenige kenbron der waarheid Is de rade, en dal vele anderen van meenlng zyn, byvoorbeeld ik, Myn heer, dat de hoogste kenbron der waarheid is; de veropenbaring. blykt daaruit niel, dat hier tegenover elkander slaan twee onverzoenbare levens- en wereldbeschouwingen, waarvan de

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2