EEN SCHUTSGEEST door mmn* sabbe Andermans geestigheid! Klerikale Kieskaarten en Schimpspreuken Opgepast De katholieken en de vrijheid Twintig millioen nieuwe lasten! het geween der 9 MENGELWERK /Word! voortgezet). volle verzadiging, den heelen bedwelmenden ten en beulen van eenen Alva. En daarom stemt op 22 Mei voor de partij der vrijheid voor de liberalen. Maê, zoeje gi min wé kunnen zeggen wine dat de dokteur ziet eup men toenge os en ze me doet toogen? Héwè, he ziet ider keêre e dobbel Indien er in de samenleving eene klas van mensehen bestaat, voor wie do strijd om bet bestaan steeds moeilijken en moei- lijker wordt, dan is het ongetwijfeld de kleine burgerij. Tot nog toe werd niets voor hen gedaan, en, indien het zoo voort gaat, dan is die middenklasse, die zoo zeer de achting der regeerders zou moeten ge nieten, geroepen om binnen kort te ver dwijnen. De neringdoener gaat gebukt onder zware lasten en patentrechten; zijn handel verkwijnt door de opslorping der groote magazijnen, die, in evenredigheid veel minder belast zijn. Doch de klerikalen zijn bevreesd de grooten en rijkens eens te treffen; in stede van de beurswaarden te belasten en aldus wat geld uit de goed gevulde kofferlorts te doen komen, is het, integendeel, de kleine burger die getroffen wordt door belastingen op huurwaarde, door patenten, door belastingen op paar den, op knechten, op sleine motors; door het dure leven, gevolg van de onrecht- streekscbe belastingen op de mondbehoef ten en zoo meer. De herbergier wordt zwaar getroffen door het hatelijke vergun ningsrecht, dat de klerikalen iedere kie- zing beloven al te schaffen maar niet doen, ja zelfs tegen die afschaffing stemmen wanneer de liberalen het in de Kamers voorstellen. De schippers worden getroffen door de zware vaartrechtenjde handelaars worden eene dcodende concurrentie aan gedaan door de boerenbonden, die niets anderszijn dan politieke vereenigingen; kortom de kleine burgerij die vroegereer lijk en deftig de twee eindjes van het jaar aaneen kon Knoopen; de middenklas van landbouwers, die vroeger de zonen en dochters kon uithuwelijken en goed op eene eigene hofstede plaatsen om later stillekeus te leven, dit alles verkwijnt, sterft langzaam maar zeker uit. Waar is de kleine burger, de handelaar, de nering doener, de herbergier die den dag van heden kan zeggen ik ga vooruit? Die zijn niet meer te vinden. En aan wie de schuld'? Aan de klerikale regeering, die nooit voor wellust der zonde. Met gejaagde» tred ging hij voort en stond eindelijk voor Fientje’s deur. Daar wierp zich toen een plotselinge angst op hem. Een koorknaap, heel In ’t wit, met een beoge- handlantarentje en eene schel, waarmede hij dadelijk begon te rinkelen, stapte bullen, gevolgd door een priester In goudbrokaten mantel met de H. Olie op de borst geklemd. In Andree’s oogen was het alsof met den priester een ont zettend, verblindende blikseming uil da opene deur van het huisje opditste. Als instinctmatig kruiste hij zich, viel op de kniën en bleef daar roerloos, als versteend. Fientje, die den priester uitgeleide deed, er kende Andree. Eerst deinsde zij onthutst achter uit, doch In een plots opwellende behoefte aan steun en leniging, trad ze op hem toe. Ach, Meneer Andree, Moetje is dood. De pastoor kwam te laat... De snikken braken hare woorden af. Als ontzind sprong Andree toen recht met de verschrikking strak in de oogen. Hij dorst Fientje Geregeld mocht Andree dan mee gaan naar de kerk en klom tot op de hoogste trappen van het outer, waar hij van heel dicht bij het mooie Mariabeeld kon zien. Uit den berg van rozen en leliën, die om haar walmde, blikte Maria op den goddelijken bengel, die van hare zijde scheen te willen vlieden, dj barre lijdenswereld in, zoo doordringend droef, dat Andree’s kinderhartje er door ontroerd werd. Waarom is Mariatje zoo triestig? had hij toen naïef gevraagd, waarop de koster plechtig antwoordde Dat is, mijn mannetje, omdat ze ziet wat pijne en smerte haar zoet» Jesuske Ie wachten staat... Opgepast herbergiers! Blijven de klerikalen meester van ’l land dan betaalt gij allemaal het gehaat vergunningsrecht met nieuwjaar aa1 staande. Komen de liberalen aan het bewind dan wordt het schandilig ver gunningsrecht afgeschatt. Opgepast dus. Weg met de klerikalen. Allen gestemd oi.der nummer X. Allen voor BUYL en SERRYS. voor ons knaagt Belgie. Te lang reeds hebben wij onder haar slavenjuk gebukt. Daar moet een einde aan komen. Op dus, vrije mannen van Vlaanderen! Toont toch eindelijk dat gij 'de waardige zonen zijt der kerelen, der Klauwaerts, der water en boschgeuzen; dat de foltertuigen en do brandstapels der XVI' eeuw niet al het bloed van ’t aloude vlaamsche ras hebben kunnen opdroogen Laat u niet langer verdrukken door de I vrijheidshaters, de erfgenamen <1 er knech- Alle Belgen zijn gelijk voor de wet! Waarom dan krijgen de eenen drij, de anderen twee, en eindelijk de schamele werk man één enkel stemmetje? Wij liberalen willen één man, ééne stem. Wij willen gelijkheid. Die zulks met ons betracht stemt voor Buyl en Serruys. ten. any.., mm.-., j da( wU m, t Liel,lerl, en blijft h.j meester, liet vernielen van officieel ondet wijs aan wjj zu|kn (|oliken Op du3 niïnneu' u*‘ chen der openbare ambten geene n|euwc lasien, Wij betalen er reeds ge- aan het verslaven van het noeg. Weg met Liebaert en Cie en leve de libe ralen. Daarom gestemd voor Buyl en Serruys onder nummer X. De klerikale volksbedriegers hebben weer eens te meer een bewijs hunner eerlijkheid gegeven. Zy zeggen in hunne kiesbladen Stemt niet voor de liberalen want dat is nutteloos, zij kunnen toch maar een gekozene hebben! Opgepast, heeren kiezers, laat u niet bedriegen. Zij strooien die peerdeleugen uit om u te misleiden. Zij durveu zeggen dat het geen avance is van voor de libera len te stemmen, emdat zij overtuigd zijn dat ditmaal de heer Serruys ook zal ge kozen worden. Zy weten dat de liberalen i“s In" Frankrijk’gestemd’ Dit j i<^ere kiezing meer dan 2000 stemmen hebben bijgewonnen en zij vreezeu dat het nu weer hetzelfde zal zijn en dat dan onzen tweeden kandidaat ook gekozen is. Zij weten dat velen van u, heeren kie zers, die misschien uit onverschilligheid, misschien door dwang of vrees van brood roof, tot hiertoe voor de klerikalen hebt gestemd, thans moede zijt van hunne dwingelandij, van hunne heerschappij. Zij gevoelen dat velen van u van gedacht zijt veranderd, dat gij ditmaal voor de lijst van den vriend Buyl zult stemmen en zij zoeken u weer te bedriegen. Laat u niet vangen! Geeft gevolg aan uwe goede voornemens! Schreeuwt niet in de herbergen of op straat dat gij ver andering wilt; zwijgt maar handelt! Dopt boven den naam van Buyl en zijn vriend Serruys is zondag ook gekozen! kryk uitgestrooid. Volgens hen stond het volk gereed om revolutie te maken, en toch gebeurde er niets, alhoewel de fran- sche priesters het volk ophitsten. Volgens onze klerikalen zou het pensioen voor den ouden werkman nooit in Frankrijk gestemd worden; het waren volgens hen grove leugens, juist zooals zij beweren dat wij nu het kiezerskorps willen bedriegen wan neer wij zeggen en luidop verklaren dat het eerste werk der liberale regeering zou wezen het pensioen van een frank daag» voor den behoeftigen ouden werkman. En zie, het pensioen van 100 frank voor de mannen en 270 frank ’s jaars voor de vrouwen L zwijgen de klerikalen en zij hebben waar lijk redens toe de waarheid te verduiken. Is het dan niet gemakkelijk te begrijpen dat het fransche kiezerskorps op 24 April en 8 Mei laatstleden de volksgezinde vrij zinnige regeering, nog meer versterkt dan vroeger, terug naar de Kamers zond? Beziet Engeland. De rijke kasteelheeren en lords waren er met de priesterheer schappij de oppermachtigsten en kenden hun alle ongewettigde rechten toe. Zy stemden overal waar zij eigendommen hadden, ook wel volgens het recht aan hunne edele afstamming toegekend. Zy vernietigden aldus den wil van het volk, van de burgerij, juist zooals hier de rijke kasteelheeren en de priesters, met hunne 3 stemmen en door den dwang op hunne onderdanen uitgeoefend, den wil van het volk en de burgerij weten te smachten. Doch daar ook was het kiezerskorps dien dwang, die heerschappij moede; het wilde recht en vryheid; het eischte gelijkheid en hert bracht enkele weken geleden een libe raal ministerie aan het bewind. Beziet Spanje, verdrukt door de opper heerschappij der politieke priesters, uitge put door de immer opslurpende kloosters, vernederd door priester- en kasteeldwang. Herinnert u de euveldaden gepleegd te genover hen die de vrijheid en de w’aar heid minden. Ook daar was het volk en de burgery dien dwang en die klerikale heer schappij moede. De Koning was er, korten tijd geleden, verplicht een liberaal minis terie te benoemen, om de klerikalen te vervangen die zich vol schaamte over hunne ongewettigde daden hadden moeten terugtrekken, en zondag laatst bewees het Spaansche volk «lat het geen slavenketens meer dulde; het stemde voor de liberale koningsgezinder, en tegen de klerikalen. Wanneer wij dit alles nagaan, wanneer wy zien dat overal het recht en de waar heid zegepralen, is het dan voor ons, kiezers, geen plicht ook paal en perk te stellen aan de 26jarige klerikale dwinge landij? Ja niet waar? Verandering is er noodig! Welaan dan! Op 22 Mei aanstaande het voorbeeld van Frankrijk, Engeland en Spanje gevolgd. Medegeholpen aan de om verwerping der Belgische klerikalen! Gestemd voor de volksvrienden Buyl en Serruys! ze weer vernam. Meer dan ooit genoot hij weer van Melanie’s kookkunst en van zijn ouden wijn. Meer dan ooit kwam het beduimelde prentenboek uit zijn schuilhoek. Als een obsessie omzweefde Fienije’s beeld hem dan weer tergend en ver delend en overmachtigd laaide dan weer de oude, brutale begeerte op. Al het goede, dat even in hem wakker werd, was gansch vergeten en de schrijnende ooncupiscentie dreef hem naar het dierlijke vergrijp met de macht en de zekerheid van de vloedgolf, die een wraak tegen de rotsen slingert. Zoo was hij bij het invallen der schemering uit zijn woning als weggeslopen. Westmeersch in, over de vesting dreef naar de verlatene bangelijk stille Boeveriestraat. De ondergaande zon vulde den hemel met een tragisch licht, dat lusschen de boomen bleef hangen, ’t Was alsof een helle brand zijn rosse klaarten legen het uitspansel opwierp, zoo hoog als de toren, die Andree vast op de vest zag slaan gloeien als In den vlammen gloed van een laaiend Sodoma. De hellebrand was ook in hem, folterde, verzengde, verteerde hem met likkende tongen. Ditmaal wilke hij de 1 niet aanzien en ijlde in de donkere straatweg. Hon KaaIah hfld w.=»l m «nde n 1 /Wordt voortaezetf ten. Nog altijd, inderdaad, werken zij aan i.„ r:..' ~J het verpaapschen der openbare ambten en besturen, t»u'u» .C.=’.ivcr. volk. En zij houden, zich nu nog in daar zij vreezenvoor hunne macht, maarindien deze, bij ongeluk, door ie kiezers mocht bekrachtigd worden, wat bij geluk zeer onwaarschijnlijk schynt, dan zal hunnen strijd tegen <!e vrijheid van geweten met nieuwe woede hernemen. Meer dan een voorteeken daarvan kan men reeds ont waren. In eene fabel van La Fontane wordt j de ezel die zich met de huid van deri leeuw - onno;zelll6re! heeft bekleedweldra herkend omdat een puntje van een zijner lange ooren er uit - steekt. Welnu, trots de schcone woorden der klerikalen laten zij ook, dikwijls ge noeg, een puntje van hunne ezelsooren uitsteken waarvan men ze kennen kan zooals ze zijn. Zoo schreef hier te Nieuport onlangs een der opstellers van het Nieuwsblad een artikel getiteld eOf katholiek of liberaal* waarin hij bewijzen wilde. 1) Dat, volgens de woorden des Pauzen daar de wereldlijke macht van God komt en maar eene goddelyke waai heid is, de staat niet onverschillig mag zijn in zake van Godsdienst. 2) Dat de aanhangers van den katholie ken godsdienst daarin ook de overheid van den Paus moeten eerbiedigen en dus niet kunnen liberaal zijn, daar de liberalen willen dat de staat de weegschaal gelijk houden zou tusschen alle eerediensten. Daar ziet men toch wel, niet een pontje, maar de gansche ezelsoor. Zulke redeneering voert ons regelrecht terug naar de zestiende eeuw en de brand stapels der inkwisitie. Dat wil inderdaad klaar en duidelyk genoeg zeggen 1) Dat.-tle eeuwige waarheid de katho lieke is, en de staat tegenover de kerk eene ondergeschikte macht moot zijn. 2) Dat aangezien de staat niet onver schillig mag zijn in zake van godsdienst, hij noodzakelijkden katholiekeneeredieust niet alleen moet bevoordeeligen, maar zelfs opdringen. En dat is de ware katholieke leer. De logieke ontwikkeling van zulke grondstelling lijdt onvermijdelijk tot ver volging tegen al wie niet bukt voor «Ie dwingelandij des priesters, tot onderwer ping der vrije Belgen aan eenen vreemden vorst zonder grondgebied, de paus van Rome; tot uitsluiting uit alle openbare ambten van nietkatholieken, in een woord tot vervolgingen en broodrooveryen welke geene andere palen zouden kennen dan deze der macht van den katholieken staat. De katholieke partij is dus de onver zoenlijke vijand der gewetensvrijheid voor dewelke onze voorouders zooveel bloed hebben gestort; zij is het grootste gevaar vaderland, zij is een klanken die aan het hart van ons dierbaar De oude werklieden zullen een fr. daags pensioen hebben Zulks kan alleen gebeuren indien de liberalen meester worden van ’l land. De klerikalen willen daar niet van hooren. Zij zijn tegen den werkman, zij willen hem honger doen lijden om hem zoo veel te beter te kunnen dwingen. Weg met die werk- maosvervolgers en leve het pensioen van EEN frank daags dat de liberalen zullen schenken. Stemt dus onder nummer J.. Hadden zijne opvoeders hem eene valsche leer ingeprent, had hun ijver om hem op hel richtige pad te houden door overdrijving een verkeerd doel bereikt, of was bij slecht in den grond? Dit was de eerste bittere vertwijfeling, de eerste foltering in hart en geest vao den jon gen farizeeër op den weg naar edeler mensch- wording. An ïree’s beter ik overwon echter nog niet. De opflakkering zijner goede gevoelens was nog maar een vluchtig flauwe weerlicht in den nacht niet het zekere licht van den rijzenden morgen. En even als iemand, die langdurig in eene vun zige, bedorvene lucht verbleef, bangelijk duizelt wanneer hij voor het eerst weer onder Gods vrijen hemel treedt, zoo vervulden de reine be grippen Andree met onrust en kwelling. Zijn kommerloos genletersleven was bedreigd, zijn zielevrede liep gevaar. In eens met de reeds ingewortelde levensopvatting afbreken, daartoe was Andree nog te zwak. Hij zocht dan weer om zich zelf als voorheen met zijn deugdgehuichel te bedriegen. Hij schuwde de stemmen van waarheid en rein gevoel, die hij eenmaal gehoord had en trachtte zich te verdooven telkenmale hij Men hoort nu dikwijls katholieke leiders beweren dat hunne partij de verdraag zaamheid zelve zou vertegenwoordigen. Een hunner beloofdezelfs overtijd WIJ zullen doer onze verdraag zaamheid, de wereld verba zen. Nuspreken zij zoo omdat de getalsterkte hunner aanhangers in de kamer reeds fel verminderd is, en zij de aanstaande neer laag duchten. Maar toen zij meer macht bezaten klonk het WIJ zijn de meester». Dat zegde inderdaad de heer Nothomb, in de kamer, den 30 Augustus 1884, en den 27 September 1884 zegde de heer Jacobs te Antwerpen dat de verandering van de schoolwet niet gebeurd was zonder geween noch tan dengeknars. Hij sprak zeker van vrouwen en kinderen der honderden on derwijzers, welke door zijne schuld op straat gezet war^n, en van het tanden geknars dier gehoonde huisvaders zelve, alzoo getroffen alleen omdat zy hunnen plicht hadden gekweten, alhoewel Woeste die ongeluksvogel, hun van in 1881 reeds toegeroepen bad Wal zij heen gaan! En alhoewel de woorden der klerikalen nu zoeter zijn, moet men slechts naar hunne daden zien om hunne voorgewende verdraagzaamheid naar waarde te schat-

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2