DE DESERTEUR door DHOADT Na de kiezingen Kiezing van 22 Mei 1910 De Bron der Waarheid Andermans geestigheid! MENGELWERK 1 ('Wordt voortgezet! Langs de gmote baan van Frankrijk naar Gent, schreed de hooge silhouette van een man door de toenemende schemering. Het leek een forsche, kloekgebouwde kerel, met breede borst en sterke, afhangende schouders. Traag schreed hij voort, de handen in de zakken der wijde broek, een klein kieltje aan het lijf, om den stierennek een kleine, los toegeknoopteneusdoek, en een pet van verkleurde stof op het achterste deel van den kop. Onder den linkerarm hield hij een klein, rond pakje tegen aan het lichaam gedrukt. Zijn grove half doorgezakte schoenen waren ook vol slijk dat hem ook tot aan de knieën was gespat. Traag en moedeloos stapte hij voort, midden op de baan, het hoofd op de borst, als gebroken.. Hij keerde uit Frankrijk terug. Gansch den dag door had hij gegaan, langs den modderigen weg. Meer dan eens had hij, met den rug tegenaan een gebouw of eenestroo- mijt geleund, om zich voor de regenvlagen te beschutten die, door zijn blauwen kiel en zijn hemd, tot op zijn lichaam doordrongen. Sedert ’s morgens had hij niets meer gegeten hij had honger en durfde niets vragen. Hij had geen cent meer op zak. In den namiddag, toen hij vermoeid werd en niet meer verder kon, was hij eene hoeve opge treden en had gevraagd om daar den nacht te mogen doorbrengen, ergens in een hok of stal, 1 Nieuport (1), Wulpen 2 Nieuport (2), St Jooris, Oostduinkerke (1) 3 Avccappelle, Pervyee, Ooatduinkerke (2) 4 Boitshoucke, Ramjcappelle KI. 620 642 810 281 2353 in het stroo, als hij maar van onder den blauwen hemel was. Doch daar had men hem wantrouwend aan gestaard, zeer lang, en toen had de vrouw gexeid dat z’j de gewoonte niet hadden vreemdelingen op te nemen en dat zij, overigens, daartoe geen geschikte plaats bezaten. Bij die woorden had zij hem, met een soort van vrees, van hoofd tot voeten opgenomen zijn hooge gestalte, zijn reusachlig lijf en zijne groote vereelte handen, Hadden haar waarschijn lijk schrik ingeboezemd. Papieren bezit ik niet, had bij dan gemom peld, met eene stem die zonderling klonk en hem als ’t ware in de keel bleef steken, doch eerlijk en braaf ben ik, dat mag ik u verzekeren... Ik sukkel thans langs de baan, en mijn vader woont hier ook in de streek, vier of vijf uren verder. Ik geloof het, had de vrouw gezeid; maar toch ontging het hem niet dat zijn forsche ge stalte haar schrik aanjoeg... Maar als ge iets eten wilt... Dank u! En hij was heengegaan zonder te willen be kennen dat hij honger had. En nu hij daar, trager en trager, door de duisternis heen strompelde, het hoofd steeds dieper op de borst, onverschillig bijna voor alles wat hem omgaf, als wandelde hij in een droom, nu wilde hem dat niet uit den kop. Tijdens een interview aan een kleri kaal dagblad vergund heeft de heer Woes te gezegd Ik ben tevreden, omdat onze tegen strevers spijtig zijn. Hunne teleurstelling is groot en dat is ons voorzeker eene reden van voldoening. Vooreerst, wij gevoelen geen spijt om de eenvoudige reden ’t is van belang het te herhalen dat de tegenpartijen overal veld, en te Nfjvel, een zetel gewon nen hebben. Maar dat is wel de klerikale geestestoe stand W(j zijn tevreden omdat onze tegenstrevers spijtig zijn. Schoone zielsgesteldheid, voorwaar, en die ongelukkiglijk geen afgezonderd ge val is. De klerikalen, die niet nauw toezien wanneer het de middels geldt die hunne overwinning moeten verzekeren toonen dezelfde kiesohheid in hun triomf(?). Ge lukkiglijk dat ditmaal nog, de aftuimeling der klerikalen voortgeduurd heeft. Indien dat hunne grootspraak niet heeft kunnen verUchting te behouden zooveel te meer daar de het gebied van het onkennelijke, van het geen zonder invloed is op den meosch en hem dus onverschill g moet zijn; voor de anderen is dat integendeel het gebied van eene verdichting, welke verschilt volgens de volkeren, ja van den eenen mensch tot den anderen, volgens den graad van ont wikkeling, volgens de geestesbouw van iedereen en die verschillige verdichtingen vormen de godsdiensten. Indien deze godsdiensten zich dan ook hielden binnen de palen van hetgeen voor de menscheiyke wetenschap onkennelijk is zou do vrijzinnige denker geene enkele rede hebben om ze te betwisten. Ongeluk kiglijk is dat niet zoo de go lsdiensten zij», overhet algemeen, tot stand gekomen overeeuwen, als wanneer de menschelijke wetenschapnog in het ontkiemingstijdperk was. Toen was het gebied van het onbe kende (maar niet onkennelijk) nog zeer groot en de godsdiensten hebben het met hunne verdichtingen, met hunne fabelleer gansch ingenomen. Maar wanneer de immer groeiende wetenschap de grenzen van het onbekende verengde, verdedigden de godsdiensten met woede, met verdel gend geweld, hunne standpunten, en toch moesten zij wijken, altijd maar terug trek ken voor Je overwinnende wetenschap; maar, daar de priesters en de hoofden der godsdiensten slechts toegevenals het reeds te laat is; daar zij hunne fabelleer boven de rede stellen willen, is er een toestand van wettige zelfverdediging ontstaan voor de wetenschap; deze heeft hare miskende rechten moeten verdedigen en alzoo ont stond de strijd aan den welken niet een denker onverschillig kan blijven destHjd voor de waarheid. In onze streken is die strijd natuurlijk voornamelijk begrensd, door het feit dat den katholieken godsdienst machtig over- heerschend is, tusschen de wetenschap en dienzelfden godsdienst. Deze is inder daad haren ergsten vijand, haren bard- nekkigsten tegenkamper. Trots de gevoelige nederlagen welke den katholieken godsdienst in den loop der eeuwen van wege de wetenschap heeft moeten ondergaan, blijft hij koppig verzet aanteekenen tegen al hare nieuwe over winningen en, indien de geleerde katho lieken eenen gezuiverden godsdienst be lijden, die met de gezonde rede min of meer kan blijven strooken bestatigt men nochtans dat de priesters, misbruik ma kende van de onwetendheid der volks massa’s hun nog zaken blijven opdisschen en opdringen, welke men aan meer ver lichte menschen niet meer kan doen in slikken. Voor een katholiek is de hoogste bron dar waarheid niet de rede op de waarne ming gesteund, maar de goddelijke ver- open baring. Kon men nu bewijzen dat zulke veropen- baring heeft plaats gegrepen, dan ware de katholieke stelling onbetwistbaar. Maar niet alleenlijk kan men dat niet maar zelfs nog bewijstde hedendaagsche wetenschap pelijke en geschiedKundige kritiek van het Oud en het Nieuw Testament, dat deze door God niet kunnen ingegeven zijn en dat de veropenbaring waarop de katholie ken zich steunen, daarin niet vervat kan zijn. Daaruit spruiten hedendaags weten schappelijke tegenwerpingen tegen dien godsdienst, die zoo krachtig zijn, dat zelfs de meest verlichte onder de priesters de macht ervan hebben begrepen. De moedig- lieden, b(j wien hunne belachelijke daden eene algemeene walging hebben verwekt. Voor het kanton Nieuport waren inge schreven 2332 kiezers beschikkende over 3803 stemmen. Hebben aan de kiezing deelgenomen 2181 kiezers hebbende uitgebracht 3625 stemmen. De opname der stemmen in de 4 buree- len was als volgt lab. 381 477 241 8« 1187 hr waren 85 witte en nietige bulletijns, te weten 20 in het T bureel, 30 in het 2’, De vrijzinnigen en de beoefenaars der wetenschap hebben voor grondbegin sel, dat de eepige bron der waarheid te vinden is in de rede, op de waarneming gesteund. Zelfs de geleerden, die gods dienstige gevoelens bewaren, blijven aan dit grondbeginsel getrouw in alle zuï'ver wetenschappelijke zaken en, wanneer zij in hun laboratorium treden, laten zij den godsdienstwan de deur. Niet een mensch, die waarachtig geleerd mag heeten, stelt den godsdienst boven de wetenschap in zaken welke bereikbaar zijn voor de laatste, met bare hedendaagsche hulpmid delen. Alleen in zakendie buiten het bereik der waarneming zijn kan er verschil van zienswijze bestaan. Voor de eenen is dat tot zwijgen brengen, heeft het ze toeh ten minste verplicht hun triomf stilletjes te vieren. Er is hier, natuurlijk, geen sprake van de woelige en onbeduidende sclieeu- wers die, in weerwil der stads- en politie reglementen, totlaat in den nacht op straat gehuild hebben, alzoo de rust der inwoners storende; neen voorwaar, want hunne jonge jaren alleen zouden ze kunnen ver ontschuldigen in de oogen der eerlijke ste, de meest beradene onder deze hebben niet kunnen bljjven zwijgen; zij hebben getracht voorden in gevaar verkeerenden godsdienst redding tevinden. Als belooning heeft Rome ze gebanvloekt en, dezer dagen nog, ter gelegenheid van den 300“ verjaardag der Canonisatie van de H. Karei Borromeus, heeft Paus Pius X eene nieuwe encycliek tegen hun uitgevaardigd waarin hij hun nogmaals tegen alle recht en rede in, allerlei kwade inzichten toe- schrijtt, ze voor huichelaars wil doen door gaan en den strijd beveelt tegen hun en... tegen de onzijdige school. Dat is dus eene nieuwe oorlogsverkla ring van Rome tegen de wetenschap, tegen het moderne onderwijs. En toch zal het niet blijven baten: de waarheid bevat hare kracht in haar eigen; de vooruitgang kan wel vertraagd, maar niet verstuit worden trots de herhaalde pogingen der volksver- stompers, wint de beschaving meer en meer veld, wordt het getal der ontwikkel den naar den geest grooter en grooter. In den strijd tusschen wetenschap en godsdienst, zal da laatste, zooals altijd, het onderspit delven en hoe koppiger Rome zich zal houden, hoe eerde1’ de waarheid, wetenschappelijke waarheid, bare rechten ten volle zal zien herkennen, tot heil van het menschdom. De avond viel, een sombere herfstavond, met grauwe, jagende wolken aan het zwerk en met een koude wind die, gedempt looiend, in de verte opstak. Zooeven was de zon, donkerrood, weggedoken verzwolgen als in een kuil van rookend bloed, tusschen zware wolkbonken heen, als rotsblok ken tegen aan de kim opeengestapeld. Het had veel geregend in de laatste dagen, koude vlagen, als Maartsche buien, uit het misti ge wolkenfloers neêrgekletst, en de wind drong de vochtigheid van den grond door de kleederen en woei de scherpe geuren van het najaar in ’t gelaat... In het westen waren de wolken uiteengebrok- ke'.d en weggewenteld, en de bloedige plas had zich uitgebreid, onmetelijk ver, noord- en zuid waarts, in breede, verkleurende strepen, waar langs iets als een lange, nauwmerkbare mist- sluier scheen te slieren. De juiste overwegingen. Eene prachtige begrafenis gaat voorbij. Verschooning, mynheer vraagt een nieuwsgierige, weet ge wien men be graaft? Ik geloof, mijnheer, dat het degene is die zich in ’t eerste rytuig bevindt, ant woordt de ondervraagde, na overweging. 31 in het 3’en 4 in het 4* bureel. Hoe komt het dat het Nieuwsblad, dat nochtans goed zou moeten ingelicht zijn, enkel 1168 stemmen toekent aan de libe rale lijst dus 19 tekort en integendeel 3 st. te veel toeschrijft aan de klerikalen? In 1906 behaalden de klerikalen 2234 stemmen, de liberalen 1125. De klerikalen- hadden dus in 1910 119 stemmen meer en de liberalen 62. Nu komt het Nieuwsblad vertellen dat de meerderheid van 80 in 1906 tot 111 st. is gerezen in 1910 voorde stad Nieuport? Hoe kan dat geweten zijn vermits de stemming geheim is en dat de stembrieven van Nieuport gemengd worden met deze van de andere gemeenten. Uit de verkla ring van het Nieuwsblad zou men allicht moeten veronderstellen dat na de kiezing de kiesbulletijns door de opstellers van het Stinkertje ziju onderzocht geweest in plaats van onder gesloten en gezegelde Omslagen bewaard te blijven. Dit is eene erge zaak waarop wij de bijzondere aan dacht vestigen van wie het aanbelangt. Is het bluf of is het konkelfoes? Antwoordt daar op? Daar, in zijne hersenen, daar bleef het woelen en steken, dat men nem alom wantrouwend nablikte. De kinderen langs den weg, hadden hem vreesachtig schuw aangestaard en de pacht- vrouw, daar zooeven, had hem een slaapplaats geweigerd omdat zij heen hield voor een dief een boosdoener, een moordenaar wellicht. En zijn gemoed schoot vol, boordevol, als druppelde de gedachte daaraan al den weemoed uit zijne hersenen in zijn hart, en een lage snik doorlrilde zijne borst. Plotseling beurde hij het hoofd op, met eene zenuwachtige beweging. Hij kreeg eene herop- flikkering zijner wilskracht hij zou den nacht buiten doorbrengen, onder den grauwen hemel, ergens langs een houtrijk plekje der baan of in de velden, zooals alle zwervers en paria's. En was zijn gestel niet bestand tegen de kille vochtigheid van den grond, bah! dan kon men daar 's morgers maar dood vinden, ver steven van koude. Hij zelf was er over ver wonderd, op dat oogenblik dat hij zoo weinig waarde aan het leven hechtte Het was zeer duister geworden, de hemel was als een reusachtige inktvlek, en de wind streek schuifelend over de velden of bromde loeiend in de kruinen der boomen langs de baan. heer Huyghebaert verklaart dat de huidige ver- I lichting geen 6000 fr. per jaar moet kosten. Na bespreking der zaak beslist de gemeente raad de leden nogmaals bijeen te roepen om des avonds de verlichting na te zien vooraleer eene eindbeslissing te nemen. 5* Punt. Werken uit te voeren in de feestzaal der Halle. De heer Burgemeester zegt dat ingevolge de beslissing genomen door den raad in eene vorigs zitting, het schepenen college een ontwerp heeft doen opmaken voor het vervaardigen van eene Estrade in de bovenzaal der Halle. Dit ontwerp met begrooting beloopende 510 fr. wordt aan de leden medegedeeld. Voor wat de zitplaatsen betreft, een ontwerp van bank woedt ook voorgelegd. Deze banken bevattende 9 plaatsen zouden moeten kosten 25 fr. per stuk hetzij 2.78 fr. per zitplaats terwijl stoelen zouden kosten 3.25 fr. per stuk. De heer Burgemeester vraagt dat de gemeenteraad zoude beslissen hoeveel zitbanken en hoeveel stoelen er zouden noodig zijn. Het ontwerp van Estrade wordt gebrekkig bevonden. Sommige leden begeeren dat ze zoude kunnen weggenomen terwijl andere vinden dat ze mag voorgoed geplaatst worden. De voorge stelde bank schijnt onbruikbaar en daar niemand het getal noodige zitplaatsen op banken noch op stoelen kan vast bepalen wordt de gansche zaak voor nieuwe studie naar het schepen college verzonden. 6* Punt. Verschillige verkoopen van grond. De heer Burgemeester deelt mede dat de heer Carbonnez de prijs vraagt van het stuk grond gelegen nabij zijne haringrookerij om er de net ten te droogen, met ontlasting van verplichting tot bouwen. De gemeenteraad bepaalt dezen prijs op 3.50 per vierkante meter. De beer Burgemeester deelt ook mede dat M. Frans De Rudder bij de aanstaande herbouwing in de nieuwe lijnstelling van magazijnen in de Langestraat ongeveer 14 m. vierkant grond moet innemeu van den openbaren weg en vraagt dat de gemeenteraad den prijs ervan zoude bepalen. Op voorstel van den heer notaris Stroom stelt de raad deze prijs op 7.50 fr. per vierkante meter vast. Zelfde heer De Rudder vraagt om het streepje igrond aan te koopen gelegen tusschen zijne magazijnen, en het perceel reeds door zijne familie in vroeger jaren aangekocht. Dit perceel tje deel makende van de oude omringweg kon ten d«en tijde niet vervreemd worden. De ge meenteraad bepaalt den prijs van dezen grond op 3.50 fr. per vierkante meter. Wordt voortgezet)

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2