DE DESERTEUR
door
GVSTAAF
Onvergankelijke eendracht
Gemeenteraad van Nienport
Hoe de E. V. toegepast wordt
Andermans geestigheid!
Nog over onze houding
tegenover den godsdienst
.'Wordt voortgezet./
MENGELWERK
2
BH(B»T
(Wordt voortgezet/.
Alhoewel ze victorie kraaien, verliezen
de bazen der klerikale partij toch de ern-
Zitting van den 3 Juni 1910, om 5 1/2 ure
namiddag.
Al de leden zijn tegenwoordig.
Vooraleer de zitting openbaar te verklaren
zegt de heer Burgemeester dat de raad vooreerst
in geheime zitting moet beraadslagen over de
jaarwedden die voorzien zijn bij de stadsbegroo-
ting voor 1910, op de dagorde van heden ge
bracht.
De heer Secretaris geeft lezing van deze jaar-
Grijs en grauw schemerde, in het oosten, de
eerste klaarte van het daglicht. De wind had uit
geraasd en een diepe stilte hing, als lood, in de
lucht. Geen vogel zong.
En hij opende de oogen, gewekt door de kil
heid van den morgen, met een langen zucht van
wellust en ontlasting, terwijl hij, geeuwend, de
krakende leden uitrekte, als waren die enkele
Om de heilige mysterie van ’t behoud
der klerikalen aan *t gezag uit te leggen,
geven wij hierna eenige cijfers, aan de
zonderlinge toepassing der evenredige
vertegenwoordiging verschuldigd en die
toonen boe het komt dat, alhoewel ze de
meerderheid in ’t land hebben, de antikle
rikalen in minderheid in de Kamer zyn.
Te Mechelen, hebben de liberalen één
zetel, met 24,818 stemmen; de klerikalen,
met 41,632 stemmen min dan ’t dubbel
hebben er dry.
Te Leuven, heeft het kartel twee zetels,
met 35,000 stemmen; de klerikalen, met
50,000 stemmen, hebben er vier, ’t dubbel.
Te Brugge, geven 15,700 stemmen één
zetel aan de liberalen, terwijl met 31,000
min dan ’t dubbel de klerikalen er
dry hebben.
Te Aarlen, met 20,259 stemmen, heeft
het kartel één zetel, met 25,294, hebben
de klerikalen er twee.
In ons arrondissement hebben de kleri
kalen dry zetels, met 36,000 stemmen,
zoodus driemaal meer zetels dan de libe
ralen met 20,000 stemmen.
De eenstemmige kiezing zou misschien
zekere zwarigheden opleveren. Maar ze
zou gewis die zonderlingheid afschaffen
welke de bovengemelde cyfers vóórtbren
gen.
nemers).
4* Punt. Armbertwur. Vraap tot openbare
verkooping van een huis.
De heer Secretaris geeft lezing van de beraad
slaging van het Armbestuur, de bemachtiging
wordt gevraagd om openbaarlijk te mogen dopn
verkoopen een huisje behoorende het bestuur,
afhangende van de erfenis van M. Van Decaes-
tecker, die levenslang mocht gebruikt worden
door Marie Lagasse, onlangs overleden.
Het Armbestuur in hare beweegredenen doet
gelden dat verschillige personen zich hebben
aangeboden om dit huisje aan te koopen gezien
zijne voordeelige ligging in de Havenstraat en
dat het gebouw reeds bouwvallig, vele kosten
voor herstellingen zoude vergen en wellicht als
armhuisje zoude dienen. De beraadslaging van
wedden, benevens van de vergoedingen deer de
stad aan verschillige instellingen teegekend.
Bij de stemming verklaart het lid heer De Jae-
gher dat hij de jaarwedden goedkeurt, doch
tegen de vergoedingen stemt, zooals de toelage
aan de muziekmaatschappij, enz. die bij geene
geheime zitting moeten besproken worden.
De negen andere leden keuren jaarwedden en
vergoedingen ten vollen goed.
Daarna verklaart de heer Burgemeester de ge
heime zitting geheven en de opeabare zitting
geopend. Hij verzoekt den heer Secretaris lezing
te geven van het verslag derzllling van 13 Mei 1.
Dit verslag wordt goedgekeurd met 9 stemmen
tegen 1 (De Jaegher)
1* Punt. Rekening stad 1908.
De heer Burgemeester verzoekt de heer Secre
taris lezing te geven van het verslag van de Cem- het armbestuur wordt met eenparige stemmen
missie van geldwezen die gemelde rekening heeft
onderzocht on de aanveerding door den Raad er
van voorstelt.
Deze rekening is aangeboden als volgt
Ontvangsten fr. 149,100,99
Uitgaven fr. 115,829,20
uren rust daar hem eene zaligheid geweest.
Hoe was hij hier gekomen?
Daar herinnerde hij zich zijn sukkelen van
den vorigen dag, langs de eentonig lange baan,
en in den modderigen, gllbberigen landweg.
En weer snikte die pijnlijke zucht van gisteren
hem door de borst.
Een zware weemoed overviel hem; beelden
uit het verleden doemden langzaam als het krie
ken van den dag, voor zijnen geest op.
Hoe heugde hem nog die dag, enkele
jaren geleden, toen hij uit de ouderlijke woning
weggerukt werd om, met andere jongelingen van
zijn dorp, bij het leger ingelijfd te worden. Dien
dag, voor het eerst, had hij gevoeld wat het is
eene vrouw te beminnen, eene zacht en Hef
als zijne Rlka. Wat viel hem die scheiding zwaar
en droef, toen zij hem met betraande oogen, zoo
plechtig beloofde dat hij nooit een enkel oogen-
blik uit haar hart zou zijn. En hoe dringend
had ze hem gesmeekt om toch, terwijl hij daar in
de woelende stad, in het hortende, rollende sol
datenleven zou meégesleept worden, als in een
rusteloss wentelend rad, om dan toch nog eens
aan baar te denken, aan haar die, ver van hem,
wellicht op die ©ogenblikken een traan van reine
liefde voor hem zou wegpinken.
En dat alles had hij beloofd, gezworen op alles
wat hem lief was en heilig, gloedvol al was het
onverbreekbaar, met eene stem die rauw klonk
goedgekeurd, mits onthouding van den heer
Vandenabeele als voorzitter van het bestuur en
met bijvoeging, op de opmerking van het lid
heer De Jaegher, dat de gelden voortkomende
van deze verkooping in staatsrenteu zullen ge
plaatst worden.
b). Vraag tot de vernieuwing der hypothecaire
leening Vallaeys.
Bij beraadslaging vraagt het Armbestuur de
bemachtiging om, voor een termijn van tien ja
ren, deze hypothecaire leening te mogen ver
nieuwen. Het geleend kapitaal, afhangende van
de erfnls Jan Decaestecker, beloopt tot 3000 fr.
intrestende aan 4 p. o/° voor twee duizend fran
ken en aan 3 1,2 voor de ander een duizend
franken. Goedgekeurd door 9 stemmen. M. Em
Vandenabeele heeft zich bij de stemming ont
houden als voorzitter vrn het Bureel van Welda
digheid.
en rook naar jenever.
Lang had hij woord gehouden, en telkens
wanneer hij huiswaarts keerde, had zij hare
srneekende bede herhaald, had hij zijnen eed her
nieuwd, gloedvol en krachtig als bij zijn eerste
afscheid.
Lang hield hij woord.
Doch, in de nabijheid der kazerne, was eene
kleine herberg, een soldatenkroeg. Daar ging
hij soms met makkers, een borrel drinken, eene
pijp aansteken of, met eene der melden, op een
orgel dansen.
Dat was een vermaak! beweerden zijne vrien
den, jongens van buiten als hij, en hij beaam
de zulks.
Eene der meisjes eene kleine blonde, dik
en rond, welke zich graag Nini liet noemen
danste altijd met hem. Zij vond er pret in met
dien goedaardlgen reus in het kleine kroegje
rond te wippen en zich door hem te laten optih
len, als ware ze een veertje geweest. En dan
kwam ze soms op zijne knieën zitten lachend en
giegelend als een kind, en dan snoerde zij hare
ronde, mollige armen om zijn forschen nek, en
dan kuste zij hem herhaaldelijk en hartstochtelijk
op den mond.
De manui van kleêne Pitoo zei gister
tegen hem, da ze met <Ie feestdag van heur
man ni wist wine koopen om hem e schoo-
ne surprise te doen.
Weetje wé, mamA, wine da j’hem
zoe moeten koopen?
Nén ’k, joengen, ke kunnen 't ni peizen.
Hèwé, da ’k in je plekke waöre, ’k
zoen e kleên zustertje koopen, en ’k zoen
hem niet zeggen.
leeringea dwalingen zijn op wetenschap
pelijk gebied juist als de bewering dat de
maan grooter zou zijn dan de aarde. Wij
zouden er ook mede kunnen lachen, maar
daar de aanhangers dier dwaling te talrijk
dus te machtig zijn, kunnen wij ze zoo
maar niet buiten rekening houden.
Wij moeten die aanhangers trachten te
overtuigen dat zij dolen; wij moeten ze
beletten aanspraak te maken op een on
derwijs monopolium; wij moeten protest
aanteekenen als de staat ons geld gebruikt
om het onderwys dier dwaling, ten koste
van nuttig onderricht, te ondersteunen.
Maar wanneer men de menschen wil
wijsmaken dat wy godsdienstvervolgers,
kerkafbrekers of kerkafbranders, brood-
rooversenz. zijn, liegt men.
En wie het recht voor zich heeft moet
niet liegen.
Wij zeggen het nog eens Wij willen de
vrijheid voor iedereen, zoowel voor ka
tholieken als voor wie het ook zij; maar
de vrijheid van de eenen heeft slechts eene
gewettigde grens en dat is de eerbied voer
de vryheid van anderen.
Wij strijden om de katholieken binnen
dia grens te houden en zelfs om ze weder
daarbinnen te dringen op de punten waar
zij ze overschreden hebben. Daarom heeft
men het recht niet ons als vjjanden van
den godsdienst uit geven. Wij verdedigen
enkel ons recht, meer niet.
En indien twee personen redetwisten
over een wetenschappelijk punt zijn zij
dan toch geene vijanden. Indien wij dus
op ’t zelfde gebied, eene kerkeljjke leering
betwisten, wij voor wie die leering noch
meer noch min onbetwistbaar is dan eene
niet kerkelijke, wij die meenen dat de
kerkelijke leeringen aan de kritiek onder
hevig zijn als alle stellingen over de we
reld enz. zijn wij daarom toch ook geene
vijanden van onze tegenstrevers alhoewel
deze ons als dusdanig beschouwen.
Wij hopen evenwel niet dat onze Nieu-
portsche tegenkampers dat zullen begrij
pen; hunne eerste opleiding heeft daartoe
te zeer hunnen geest misvormd. Misschien
zijn ze eerder te beklagen dan te laken.
Op hunne geloofsverdediging van 4”
dezer zullen wij antwoorden als het ver
volg zal verschenen zijn.
Batig slot fr. 33,271,79
Na wijziging van verschillige punten en na
aftrek van 17,682,45 fr. wegens overschredlng
van kredieten is het overschot dezer rekening
bepaald op 50.949.99 fr.
De alzoo gewijzigde rekening ter stemming
gelegd wotdt aangenomen door 9 stemmen en
eene onthouding (De Jaegher).
De heer De Jaegher verzocht door den heer
Burgemeester de reden zijner onthouding te doen
kennen verklaart dat deze rekening betrek heeft
op een dienstjaar waarvan de uitgaven vastge
steld zijn geweest vooraleer hij deel maakte van
den gemeenteraad, doch dat hij niettemin wil
doen opmerken dat deze rekening over 1908
neergelegd is geweest In zitting van den raad
den 28 Januari 1.1. en dat hij bij het nazien der
bewijsstukken, met bewondering heeft bestallgd
dat verschillige mandaten slechts zijn betaald
geweest den 19 April 1.1. dus bijna drij maanden
na de neerlegging. De heer Secretaris zegt dat er
bij deze neerlegging Is verklaard geweest dat de
rekening nog niet volledigd was. De heer De
Jaegher acht hel onregelmatig eene rekening
voor te leggen waarvan de mandaten niet utt-
betaald zijn. Hij verheft zich tegen de menigvul
dige overschredlngen van kredieten die voor deze
rekening beloopen lot 17.682.45 fr. dus meer dan
15 ten honderd van de uitgaven. Hij zegt dat het
een slecht stelsel is. De heer schepen Pattijn zegt
dat er soms onvoorziene uitgaven te doen vallen
doch, antwoordt hem de heer De Jaegher, hier
is het geval niet vermits bij voorbeeld bij de boom
plantingen er 1 793.33 fr. Is verteerd terwijl er
slechts 500 fr. waren voorzien en zoo Is het voor
vele andere punten der begrooting.
2° Punt. Begrooting stad 1910.
Na eene korte bespreking wordt besloten de
begrooting te zenden ter Inzage der leden om in
eene aanstaande zitting er over te beraadslagen.
3* Punt. Proces verbaal van aanbesteding der
kaeseiwerken rond de kerk.
De heer Secretaris geeft lezing van gemeld
proces-verbaal uit hetwelk blijkt dat het aanbod
van M. Dumont P. beloopt tot 3851.80 fr. voor
hard zandsteen van de groeven van Rieudonné.
De beer Braet voor 4100 fr. in gré van Montfort
en 3666 fr. in Zweedsche plaveien.
Uit de bespreking blijkt dat de steenen in hard
zandsteen niet voor best mogen aanzien worden.
De twee stalen door den heer Braet voorgelegd
worden door de leden besproken en daar er In
het kohier van lasten enkel voorgeschreven werd
bard zandsteen te gebruiken van inlandschen
oorsprong, wordt het aanbod van M. P. Dumont
aangenomen met 9 stemmen en eene onthouding
(M. Rybens voor verwantschap met een der aan-
Het Nieuwsblad schijnt er machtig
aan te houden ons voor vijanden van den
godsdienst te doen doorgaan en te doen
gelooven dat wij nu in tegenspraak zijn
met hetgeen wij veertien dagen voor de
kiezing schreven, dit alles omdat wij een
artikel over de hel gegeven hebben.
En nochtans, in de twee laatste zinnen
van dit zelfde artikel herhaalden wij juist
nog, in 't kort, wat wij veertien dagen voor
de kiezing gezegd hadden nopens de scha
de welke de priesters aan den godsdienst
berokkenen, door hem in het politiek
strijdperk te misbruiken, hetgeen de oor
zaak onzer beknibbelingen is.
En de opstellers van het blad stellen
zich met twee om zoe de waarheid te
schenden.
Waarom? Ken de godsgeleerde uit de
Hoogstraat of van op de markt dat mis
schien niet alleen et wilde hij het aan Deer
Doken overlaten ons de gebruikelijke
scheldwoorden naar het hoefd te werpen?
De godsgeleerde acht dat zeker, met
rede, beneden zijne waardigheid. Wij wil
len dan ook tegenover hem beleefd zjjn en
laten hem dus enkel de keus tusschen drie
stellingen ofwel heeft hij onze artikels en
namelijk de twee laatste zinnen van dit
over de hel niet kunnen begrijpen. Ofwel
heeft hij ze niet willen begrijpen. Ofwel
heeft hij ze wetens onwillens op verkeerde
wijze uitgelegd.
Wat dien Pater aangaat die gepredikt
heeft dat de afgestorvene bloedverwanten
dergene die voor de liberalen zouden
stemmen dat in het eeuwig vuur zoudep
moeten boeten, zullen wij in den strik niet
vallen die men ons spannen wil. Te graag
zou men ons willen verplichten later de
kloosterproza van dien kerkhofmeetingist
op te nemen. Wij hobben kopij genoeg
voor ons Weekblad, en kunnen er zulke
missen.
In alle geval, het feit is gebeurd niet
verre van Brugge, kort voor de laatste
kiezing, en waarschijnlijk is het daar al
leen niet dat zulke ongerijmdheid gepre
dikt werd, want het blad La dernière
Heure van Brussel heeft onlangs ook iets
dergelijks aangehaald.
Welke is nu onze houding tegenover
den godsdienst.
Eiwel! indien eene sekte ontstaand die
zou leeren dat de maan grooter is dan de
aarde bijvoorbeeld, denkt men dat iemand
de aanhangers dier wetenschappelijke
dwaling zou vervolgen; hunne vergader
plaatsen afbreken of in brand steken,
hunne vergaderingen verbieden of hunne
personen vervolgen? Neen, niet waar.
Men zou ze misschien uitlachen of nog hun
trachten te overtuigen dat zij dolen, maar
anders niet.
Indien evenwel zij zich aanmatigend
aanstelden en beweerden alleen de kinde
ren te mogen onderwijzen of den staat de
verplichting op te leggen hun onderwijs
met zijn geld te ondersteunen, zou men
met rede die aanmatiging ongerijmd vin
den. Indien zij machtig genoeg worden
waren omdat te verkrijgen zou het ver
standig geblevene deel der bevolking dat
trachten te verhelpen.
Welnu, wanneer wij zekere leeringen
der kerk beknibbelen, als in strijd zijnde
met de wetenschappelijke en geschiedkun
dige kritiek, beweren wij enkel dat die
Hij sloeg een kleinen landweg in, modderig
en glibberig, omgeven van naakte, hooge strui
ken, hopend daar eene plek aan te treilen waar
hij zijne vermoeide, uitgeputte leden zou kunnen
neerstrijken en eene poos rust genieten.
Eensklaps ontwaarde hij, in de duisternis, en
zich hoog afteekend tegen den eentgszlns lichter
geworden horizont, een groep donkere, stolp-
vormige gedaanten. Dat moesten stroolmijten
zijn.
En gezwind stak hij de straat over, sprong
over het grachtje dat er langs heen liep, en stapte
door den weeken, omgeweelden grond, naar de
geheimzinnige groep toe.
Hij kroop er tusschen in, rukte er eenige
bussels stroo uit en met een zucht van voldoe
ning, strekte hij zich ineengeschrompeld, langs
eene der mijten uit.Hier kenden wind noch regen
hem raken. O, hoe zacht scheen hem dat strooi
Wat eene verrukkende, bedwelmende warmte
voelde bij, langzamerhand, zijn lie aam door
gloeien! Nooit ko.i een genieter zich met
meer wellust in een donzen bed hebben neerge
vlijd, dan de arme zwerver daar, dien avond, op
het harde stroo, onder dien grauwen najaarshe
mel.
In de kruinen der hoornen, hier en daar,
hoorde hij, als in een verren droom, de wind
brommend loeien. En dan weer sneed hij
snerpend over het vlakke veld en kwam, juist
boven zijn hoofd, in het afhangende stroo der
mijten, klagend sterven, als het geween van een
inslulmerend kind.
Een floers, als Inkt zoo zwart, scheen van den
hemel af te zinken, langzaam, als een neêrzijgend
mistgordijn.
Ganseb het ruim scheen van één gezang, één
gebrom, één geloei, met droeve snikken daar-
tusschen als die eener stervende vrouw.
En hij sliep in.
II.