Eerste Jaargang Zaterdag 25 Juni 1910 N° 39 :ï-'- Gunstelingen! Klerikale polemiek Aanvragen tot burgerrecht Over Vrijheid -.‘sé komt dat den uitslag eener kiezing niet aan de verwachting beantwoordt. In het brein der jonge aankomelingen legint het licht te schijnen; langzaam baant den vooruitgang zijn wég door de nevelen en trots allen tegenstand, trots allen dwang en vrees zal de vrijheid zege pralen. sen aan ’t officiéél onderwijs te spelen. En men mag zich verwachten aan nieuwe en overvloedige vergunningen van Burgerrecht. ABONNEMENT 2,(30 franlt per Jaar op voorhand betaalbaar PRIJS PER NUMMER S centiemen Het is nuttig van tijd tot tijd te herinne ren hoe onze klerikale meesters hunne viienden en kennissen beloonen, ten einde ze op den goeden weg te houden. Sedert tien jaren heelt men 130 leeraars in de middelbare scholen benoemd; in dat getal zijn er 85 gediplomeerde van Malon- ne, hetzij 65 ten honderd. Sedert 26 jaren, sedert ze den baas zijn hebben de klerikalen in ’t gebied van Gent 93 magistraten benoemd, waarvan 83 katholieken en 10 liberalen. In de provincie Limburg is ’t veel een voudiger men heeft maar een liberaal benoemd, misschien om ’t ras van te be houden. Wat de notarissen betreft, zij verdeden zich als volgt780 klerikalen, 287 libe ralen en 36 twijfelachtigen. Maar, geduld, de klerittalen zullen wel het duizendtal bereiken vooraleer buitengekegeld te zijn. Dat is alleszins hetgeen men mag noe men den inhoud van ’t schoteltje deelen! MIEUPORTen kanton loor Vrijheid en Recht! I oor IVaar heid en Vrede! VERKOOPER PJeter Verstraetc, zoon Valkestraat, Nieuport t ontneemt die schriften aan den bestemme ling. Hij hoort niets anders dan de politieke sermoenen der hadendaagsche door en door politieke priesters, die hun het fana- tism opdringen, die hem bedreigen met de zwaarste goddelijke straften, indien hij voor de liberalen stemmen moest, die hem een vurigen haat tegenover andersden kenden iupompen. De herbergier, de winkelier, de nering- doener op het dorp, die het wagen zou eene enkele politieke zienswijze zyner klerikale meesters te beknibbelen, ware spoedig zijne gansche klienteel ontnomen. Wordt er in de herberg over politiek ge sproken, dan hoort ge niets anders dan mijnheer de pastoor heeft dit zoo gezeid en mijnheer de kapelaan heeft dat zoo uitge legd en de notaris of de secretaris, de meester van het dorp of de koster bevesti gen dat het wel degelijk zoo is. Gaat de pachter met Baafmis naar den eigenaar om te betalen, dan wordt hem herinnerd dat hij immer klerikaal moet wezen of anders... En tegen dat ’t kiezing is komt hij, de eigenaar, in persoon om te zamen met den dorpspastoor aan allen eens goed de les te spellen. Heeft er een wat te luidruchtig zijne meening geuit, heelt er een durven zeggen dat deze of gene liberale representant dit of dat ten voordeele der landbouwers heeft gedaan, dan is hij het vertrouwen kwijt en eene verplichte stemming op eene aan geduide manier wordt hem opgelegd. Van in zijne prilste jeugd hoort het kind politiek in de nonnenschool, daarna in de congregatie. De boer moet lid worden van alle politieke genootschappen en syndika- ten. De vrouw wordt door den priester opgelegd voor de opinie van vader en zoon te zorgen. Van ’t begin van ’t jaar tot het einde houdt hij, die gelast is als een her der op zijne schapen te waken, niet op; te drukken op het geweten; alle initiatief te dooden; alle politieke opstanding te onder drukken; de vrijheid te smachten en in boeien te kluisteren. Voegt hierbij de soms onverstaanbare onverschilligheid van de eenige als libe ralen gekenden op .Jen buiten; overweegt de handelwijze der liberale eigenaars die, aanhangers van de volledigste vrijheid zijnde, hunne pachters laten doen w’at zij willen en dan vormt men zich een denk beeld van den volkswil(f) der landelijke kiezers. Dan kan men begrijpen hoe het Menigmaal reeds hebben wij uitgelegd, welke onze houding Is tegenover den godsdienst. Voor en na de kiezing zonder ooit te wankelen, hebben wij vastgesteld dat wij de vrijheid willen voor allen, zoowel voor de katholieken als voor de andere, dat wij dus geene vijanden zijn van de geloovigen, maar dat dit evenwel ons recht niet kan wegnemen te redetwisten over sommige punlen der katholieke leer en het volk daarover In te lichten om rede dat deze punlea, ofwel in strijd zijn met de hedendaagsche wetenschap, ofwel aan de geschiedkundige kritiek weerstaan, en, In alle geval, tegen ons misbruikt worden In den politleken strijd, wat ons verplicht ze aan te randen om dit wapen machteloos Ie maken. Wij wisten wel, zooals wij het reeds zegden in ons artikel van 11 dezer, dat onze Nieuportsche tegenkampers, met hunne door de klerikale op leiding misvormde hersenen, dat niet konden begrijpen, alhoewel het zonneklaar is dat dit wel onze ware houding is. Maar Indien hunne dweepzucht hun verstand benevelt is dat toch nog geene reden om wetens en willens te liegen En dat de godsgeleerde die in het Nieuwsblad van 18 dezer het artikel getiteld Iets over Ket terij schreef. Bij beweert daarin, onder meer, dat wij de on sterfelijkheid der ziel en de namallge belooning der deugd loochenen. Welnu, wij dagen hem uit te zeggen in welk nummer van het i Weekblad en In welk artikel wij daarvan gesproken hebben. Wat wij daarover denken gaat ons aan, maar t>«g nooit schreven wij daarover en het «Nieuwsblad» liegt als het ons daarvan beschuldigt zooals het vroeger loog wanneer het ons betichte de H. Maagd beschimpt te hebben. De godsgeleerde van het Nieuwsblad rekent er misschien op dat zijne lezers het Weekblad niet durven inzien; zij zouden te slim woeien. Alzoo kan hij hun alles doen Inslikken wat hij wil. Hij mag ons evenwel gelo’oVen wanneer wij zeggen dat, tegenwoordig vele Nieuporttnaars de twee bladen lezen en zich dm van zijn-' leu gens kunnen overtuigen. Wij meenden dat hij het 'beneden zine Waar digheid achtte scheldwoorden te gebruiken en dat aan een ander óverhel, maar ditmaal vinden wij In zijn artikel al zoovele scheldwoorden als in het ander antwoord dat ons in hetzelfde num mer gedaan wlerd. Dat is zeker godsgeleerde beleefdheid. Hij beticht ons van leugen en las'erlaal omdat wij eenen pater, over wiens prediking wij ter loops spraken mat willen noemen. Indien onze beschuldiging waar bevonden wordt, zegt hij zal dien piier zeil’ in nesten geraken. Dat vragen wij niet; wij zijn geene verklikkers. En wal zijn recht aan antwoord betreft, wij weten te wel hoe DRUKKER JOSEPH HA.H1QK Statiestraat, Oudenaarde ^'?nIa'eaJ’rrS 0,1° f1'',pei' dl’uk,'e8eJ- Rechterlijke aankondigingen 0,50 fr. per drukregel. Het recht annoncen te weigeren is voorbehouden. De annoncen artikelen vöothet0 wé'-AftM oan" m'ddat8 ?et k‘?fliehu!s Willems Foruis> Valkestraat Nieuport besteld worden. Alle artikels of mededeelingen, bestemd voor voorbehouden ^e vote^^ SC',rlJVel' onderteekend e>' °nder Seslote“ ontslag ingezonden worden. - Het recht van opname is Ze zijn altijd even talrijk, dieaanvragen tot verkrijgen van 't burgerrecht in België welke bijzonderlijk voortkomen van vreemde onderwijzers e.i onderwijzeres sen. Ze zijn het zoodanig, dat inwoners van Brussel en van verscheideneandere steden bij middel van petitionneering, de Kamer kortten to verzoeken de ingediende aan vragen inaar met eene uiterste behoed zaamheid te onthalen. Natuurlijk hebben die verzoekers gelijk van te protesteeren, want dat is een ma nier van protest, maar zij zouden ongelijk hebben op de een of andere uitslag van hunne poging te rekenen. De regeering zal, voor zoo weinig, niet uitseheiden de inkomst in België te begun stigen, van «vrije onderwijzerswaarvan ze de dringendste behoefte heeft om poet- Wanneer wij beweren dat op de buiten gemeenten de kiezers overgeene deminste vrijheid beschikken; wanneer wij zeggen en schrijven dat onze plattelandsbevolking als-kiesvee door de dorpsherders wordt ter stembus geleid; wanneer wij bewyzen dat het de bevolking onzer vlaamsche buiten gemeenten is die thans over de toekomst van het land beschikten dat dit bijzonder lijk geschiedt door het onrechtvaardig meervoudig stemrecht, dan weten onze politieke tegenstrevers wel is waar hierop niet veel te zeggen. Zij vergenoegen zich eenige onzer uitdrukkingen aan te halen in een gansch anderen zin dan dengene die onze meening uitdrukt en dreigen van die woorden misbruik te maken om ons, liberalen, bij de vlaamsche landbouwers in een hatelijk daglicht te stellen. Gewoon te liegen en de waarheid on barmhartig te verdraaien en te radbraken zullen de klerikalen aan de landbouw-ers wys maken dat wy hunne vijanden zijn. Tegen zulke valsche bewering moeten wij uit al onze krachten protest aanteekenen. Neen wij zijn geene vijanden onzer vlaam sche boeren; wij zyn geene vijanden van hen die zelfs in steden van minderen rang zich laten dwingen te stemmen volgens den wil van den politieken priester en veeleer dan hen eenigermate te verachten beklagen wy hen diep. Indien een groot getal kiezers, onbe wust van hunne politieke rechten en plich ten, onbekend met de huidige sociale toe standen, blindelings aan de bevelen der klerikale overheerschers gehoorzamen, dan ip het dat zij geen besef hebben van hunne eigenwaarde als burger en dit heb ben zy niet omdat zij geene voldoende vrybeid onder politiek oogpunt genieten. Wie een weinig met de gewoonten en zeden onzer buitenbevolking bekend is weet maar al te wel dat over ’t algemeen de landman niet bewust is van zijne rech ten. Hij leest niets anders dan klerikale dag- en. weekbladen die de specialiteit hebben de lichtgeloovige kiezers om den tuin te leiden. Het is hem niet gegund eenig andersgeziud blad in handen te ne men, want moest den dorpsherder of zijn klerikale proprietaris het vernemen, de gevolgen zouden voor hem schrikkelijk wezen. Zelfs in kiezingstijd ontvangt hij de liberale schriften niet, want den onder pastoor volgt den bode op de hielen en hij

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 1