DE DESERTEUR door D’HVNDT i Nieuport-Baden Hoe zij de expositie bezochten! Het statu quo! Nieuws uit Nieuport Gemeenteraad van Nieuport Andermans geestigheid! B» zullen daartegen alles in i zich over de han- 5 MENGELWERK Een GUSTMF hij teruggekeerd (Wordt voortgezet/. Bloed? Waarom zien? Waarom t zwijgen. Burgers bergiers, t. Zondag wordt het badseizoon geopend, en de fanfaren van Oostduinkerke zullen de eerste de kiosk betreden. Jammer dat we zoo weinig door het weJer worden begunstigd; de vreemdelin gen beginnen nonhtans reeds aan te komen doch voor een goed seizoen, wat we van harte wenschen, is veel warmte noodig, en het is te hopen dat weldra weldoende zonnestralen, de hevige wind, die ons se dert eenige dagen overvalt, zullen vervan gen. We zullen regelmatig verslag over de feestelijkheden van het badseizoen geven. Traag naderde hij de kleine woon en bleef voor de deur staan met kloppend harte. Aarze lend raakte hij de kling aan en liet ze, niet be vende vingeren, twee, driemaal zenuwachtig tikken. En bijna op hetzelfde boorde hij In de benedenkamer, waarzijn vader sliep, een gerucht als van Iemand die het bed verlaat, en nog een oogeoblik later klonk de zwakke slem zijns vaders aan de deur Wie Is daar? Ik! antwoordde hij met eene slem die als uit den grond kwam. I Wie? Ik, vader! Och, Leo! jongen! werd er binnen, met bevende, tranerlge stem geantwoord, och, Leo, Leo! gij?... I En hij hoorde snikken en dan hoe een blijk- I baar bevende hand langs de deur gleed en hoe I de grendel met moeite werd weggeschoven. De deur ging open, behoedzaam. van den grond van liet Een brief Ik schrijf u, haastig en wat zenuwachtig, ten prooi aan een hoofdpijn waar gij u onmogelijk een denkbeeld kunt maken. Ik geef u, uur per uur, hel gebruik van onzen tijd; alzoozult gij onze vreugde kunnen volgen. Hoe vei makelijk toch! Wat stad! Wat eene_ expositie! Wat rare snaken, die Brusselaars! 10 ure. Afgestapt aan de Noordstatie. Er heerscht eene voortreffelijke warmte. De terras sen der koffiehuizen zijn overvloedig met volk bezet en erzijn heel wat terrassen en koffiehuizen! Frits stelt voor een glas te drinken ten einde het schouwspel te genieten dat de Rogierplaats voor ’t ©ogenblik oplevert. Wij drinken drie bocks en een Picon Curasao (lekker). i 11 ure. Naamsche Poort. Het klimmen heeft ons in ’t zweet gebracht. De menschen verplet teren zich in de koffiehuizen. Wij doen het even- zoo. Die Naamsche Poort is waarlijk een hoek van Par.js! Wat beweging, mijn beste, wat be weging! Al rechtstaan drinken we twee faros, eene ilesch gueuze, een glas trappistenbier, drie I Grubers (duitsch bier) en zes oude schiedams I 12 ure. Een taximeter heeft ons aan den I ingang ven Brussel-Kermls gebracht. De menigte I beeft de Inrichtingen overweldigd waar men I drinkt en waar men eet. Wij zetten oos aan ’t I drinken en aan ’t eten om geene buitenlieden te I lijken en om op ons gemak de schilderachtige I tooneelen te beschouwen welke wij ondec de r Die ongelukkige Arseen heeft alzoo i' zijne vrouw verloren. Is hij reeds een I beetje vertroost? Nog niet. De verzekeringsmaatschap pijen zijn zoo traag in ’t betalen. De deur glug open, behoedzaam, en hij trad binnen. Hij Hel zich op eenen stoel neervallen In het hoekje nevens den haard, waar hij gewoonlijk zat, voor hij naar de kazerne ging. Och, Leo, jongen locb, jonge.1 toch! her haalde de vader, onophoudelijk weenend, terwijl hij de deur weer voorzichlig dichtgrendelde. alle slach gelegd, doch wanneer het hua zou mogelijk zijn een etutver te verdienen, blijft het schuldig bestuur onverschillig, eo houdt met hen den zot. Wat kan hun dit alles schelen als zi) hunnen porte-monnale maar kunnen vullen. De foore ook was merkwaardig In het kleinste dorp Is er zooveel te zien als hier, hel verslecht van jaar tot jaar; het was heel schamel In een woord, geheel de kermis is ultgeloopen op een groote sisser en dit hebben wij Ie danken aan een fanatiek bestuur van Bouillon en C-, die slechts hunne eigen belangen Inzien en vierkant aan de Inwoners van Nieuport hunne b... vagen. En denkt niet dat het zal verbeteren meer en meer wordt ons stadje, vroeger bekend voor zijn opgetogen en leutig karakter, rerlaten tot groote schade van alle stieldoeners. Eo daarvan dragen de onderdanige jaknikkers knechten van Bouillon, Manten en C* de groole verantwoordelijkheid. Doch toekomend jaar is het klezlng, en dan zullen die groote slimmerikken wel iels uitvlo den om Iedereen te trachten Ie voldoen. Of de menschen zich zullen laten beet nemen, valt sterk te betwijfelen. Die vlucht bracht Schinkels tolde werkelijk heid terug. Eneensklaps, tandenknarsend, schoot hij op Nini toe en smakte haar, met een ruwen vuistslag op den grond, als een logge massa. Doch zij stond op en spuwde hem io ’t gelaat met een hatelijke, verachtende uitdrukking in de oogen. En weer greep hij haar vast, in de volle borst, rukte haar de kleederen van het lijf en plofte beur bij het bed neer, terwijl bij, hijgend, haar de brutaalste beleediglngen In 't zicht snauwde. Onbeweeglijk bleef ze daar liggen half naakt, schaamteloos. Maar die naaktheid barer ronde, mollige vormen die hem weleer onweerstaanbaar uit Belgie naar Frankrijk bad gelokt als een magnetische kracht, alle plichtbesef bij hem smoorend, die naaktheid was hem thans on verschillig, walgde bem En weer viel zijne vuist, in doffe slagen, op haar hoofd en op baar lichaam neer, onbarm- Men verzekert dat men in de regeerings- kringen zou besloten zijn af te zien van de partijgreep die de kiezingen van 1912 zou vervalschen. De klerikalen zouden zich tevreden stellen met het statu quo te vragen, *t is te zeggen dat de vermeer - I dering van ’t getal volksvertegenwoordi- gerstot later zou uitgesteld worden. Die eisch is onaannemelijk aangezien het algemeen gekend is dat de huidige afvaardiging de evenredigheid niet ver- b eldt welke door de grondwet voorzien is. Het is dus gewichtig dat de tegenpar tijen die het plan der klerikalen voor de kiezingen van 1912 verijdeld hebben, on vermoeibaar door de stem hunner verte genwoordigers en der pers, doen kennen dat het hoogst noodzakelijk is het getal representanten te vermeerderen; de kleri kalen weten dat die maatregel hun nood lottig zal zijn en zullen daartegen alles in ’t werk stellen. Zoodus, geen statu quo en dat de antiklerikalen alles eischen wat hun toekomt. bet ariikel 5 der gewone ontvangsten eene ver meerdering voorziet van 309 fr. De heer Secre taris zegt dat roet 1910 de pacht der gendarmenj is verhoogd van 300 fr. De heer De Jaegher vraagt welke som er ont vangen is wegens den brand van ’t gebouw der middelbare meisjesschool? 6200 fr. wordt er hem geantwoord. Hij vraagt of deze som lo ontvangst ts gebracht geweest in de rekening van 1907, en op het bevestigend antwoord, beslatigl hij dal deze ontvangen som van 6200 fr. dus deelmaakt van den overschot van gemeld dienstjaar, waar over nu in de begrooling voor 1910 heheel wordt beschikt voor andere werken, dus dat het geld, van deze verzekering niet gebruikt of voorzien wordt voer de herbouwing dezei school, en van I zijne bestemming onttrokken is om de uitvoering te betalen van andere werken. De heer Secretaris en schepen Patlyn zeggen dat deze ontvangen som niet kan ongebruikt ge laten worden, en Indien er nu over beschikt wordt, blijft zij niettemin gedekt door den ver-’ koop van gronden voor 13.000 fr. terwijl de be- grooting deswege enkel 1000 fr. ontvangst voor- ziet. De heer De Jaegher vraagt of het algsbrand gebouw welhaast zal heropgebouwd worden. Dd heer schepen Pattyn zegt dat de stad het alge brand gebouw heeft willen herstellen in den vo- rigen staat en bereid is de galden van de verze kering tot dit doel te gebruiken, doch dal het staatsbestuur een ontwerp wil doen uitroeren dat 100,000 fr. moet kosten. De heer De Jaegher betwijfelt zulks grootelijks en zegt dat er van zulke uitgaaf geen spraak kan zijn en dat men met het ministerie moet voort onderhandelen voorde heropbouwing der middelbare meisjes school, d'e nu in een ongeschikt en ongezond lokaal is gevestigd. De heer De Jaegher bestatigt dat niets gedaan wordt, dat er aan geen enkel ernstig ontwerp van werken gevolg wordt gege ven en dat er aan dien toestand een einde moet gesteld worden. Verschillige leden antwoorden 1 dal al de toegezonden ontwerpen gedwarsboomd Theofiel. Zoo, zoo, we zouden ons zeker moeten laten buiten p..n Pier. Recht en eerlijkheid voor alles, menheere. Concert Philharinonie. Door het weder weinig begunstigd kon het aangekondlgde Concert op kermis zondag In den lusthof van het Duynnenbuys geen plaats hebben. .En nu hij daar onder die stroomijten lag, de oogen in de verte, oostwaarts, gericht, kwam hem dat alles voor den geest spoken, als in een woesteo droom. De kim was rood, somber rood. En uit eene bloedige kloof, alep achter de boomen, rees de roode zonneschijf cp, zonder gloed, bijna akelig. Gansch het oosten was rood, bloedrool, en de morgennevel die over de velden hing leek als een damp 'an warm bloed, moest hij dan altoos bloed moest de dageraad ook bloeden DePhilbarmonle was dus genoodzaakt In haar lokaal het Concert uit te voeren. Eene groole menigte, waaronder vele dames en talrijke muzlakllefnebbers en kenners ver drongen zich op de gestelde uur In de groote zaal, die nog te klein was om de toegeslroomde menigte te bevatten. Het Concert liep heel goed van stapel; de uitvoering was pulk, getuige daarvan de herbaal- I de goedkeuringen en toejuichingen der aanwezt- gen. Al de muziekanten kweten zich goed van hunne laak; de stukken waren goed uitgekozen, en met veel juistheid uitgevoerd. Hel Concert duurde ongeveer een uur en half, waarna de menigte tevreden over den doorge- brachten tijd, heen trok. De uitvoering strekt waarlijk toteire van onze knappe Philharmonic, en bewijst dat de leden zich met meer en meer ijver op de schoone muziekkunst toeleggen, en dat de maatschappij steviger dao ooit op hare voeten staat, lot groot spijt van wie 't benijdt, en van wie zich In haren val toch zoo oneindig zou verheugen. De Kermis. Toen het liberaal raadslid mijnheer De Jaegher, onlangs, bij hel bespreken der kermis feestelijkheden, in den gemeenteraad zegde «Wat schamel programmal had hij over vloed van gelijk, en als wij schrijven wat arme kermis, wat triestige kermis, dan Is dat enkel de waarheid. En inderdaad, hoe treurig, hoe doodsch is onze kermis afgeloopen. Een oude Nleuporlenaar zegde me e 'kHeb het van mijn leven nog nooit tegengekomen; ’k ben zoo oud gegroeid, en nooit heb Ik Nieuport zoo verlaten, zoo stil geweten op die dagen. De katholieken zelve gaven aan hunne gevoeg lens lucht, en Zitting van den 24 Juni 1910, om 5 1/2 ure na- middag. Afwezig de HH. Huyghebaert en Stroom. De heer Burgemeester verzoekt den heer Se cretaris lezing te geven van ’t verslag der zitting van den 3 Juni 1.1. Hel wordt goedgekeurd met 7 stemmen tégen 1 (De Jaegher). 1- Punt. Stadsbegrooting i9W. De heer Burgemeester zegt dat, ingevolge be sluit van den Raad, het ontwerp van begrooling aan d,e leden ter Inzage1 gezonden werd dü vraagt of iemand bemerkingen heeft te maken. Het lid heer De Jaegher vraagt om eenige in lichtingen te bekomen over verschillige punten der begroeting. Hij wenscht te weten welk kapitaal er reeds werd gelicht van de leaning van 250,000 fr. en welke Interesten er daarvoor wsrden betaald. De heer Secretaris antwoordt dat de gelichte som beloopt tot 64,000 fr. voor betaling van 20,000 fr. aan het Kerkbestuur, 15,000 fr. voor inrich ting en bluschinalerleel van hel pompierskorps, 4000 fr. teruggaaf van geleend geld aan het Bu reel van Weldadigheid en het overige aan het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen om den aan koop te betalen van het gasthof L’Esperance. De som van 1213 fr. is betaald geweest als interest voor deze vervroegde geldllchting. Hetzelfde lid vraagt welk stadsgebouw meer of duurder wordt verpacht in 1910 dan in 1908 daar IV. Laat in den avond kwam hij dien dag in zijn geboortedorp aan. Hij had den ganschen dag door ouder de stroomijten vertoefd en niemand had de minste acht op hem gegeven. En toen de schemering viel was hij opgestaan en vertrokken omdat hij het bij duisternis veiliger achtte huis- waarts te keeren De avond was stikdonker en akelig stil. Er was geen windje over het veld, geen enkele sterre aan het zwartkleurig zwerk In hst laagste gedeelte vrn 't dorp, midden In houtrijke akkers, stond het huisje zijns vaders, eenzaam en verlaten. worden door iemand die tegen Nieuport is De ministeiien wllleu gedurig de ontwerpen uit breiden en de onkosten vermeerderen zoodanig dal met de gansche leening enkel een of twee werken zouden kunnen uitgevoerd worden moest men aan al de eischen voldoen van het hoogte stuur. Alzoo is het nu met het ontwerp van het nieuw slachthuis. Volgens de lioogere overheid mag geen e:.kei der oude gebouwen behouden blijven. De bestaande lokalen moeten verdwijnen zegt de heer Burgemeester. Wij dachten te kun nen voldoening geven aan de beenhouwers met de tegenwoordige lokalen te verbeteren en de nieuwe slachterij op le bouwen >oor het aaq.-. staande seizoen. Plans en begrooling werden opgestuurd doch door de hoogere overheid ver worpen, omdat alles moet vernieuwd worden. Vermits het zoo is, en dat de oude lokalen af gekeurd zijn en het slachthuis ganseb moet her bouwd worden, zegt de heer De Jaegher, dan tal deze herbouwing voorzeker niet gedaan worden op de huidige plaats gelegen binuen de stad, op eenen bemuurden gtoird van omtrent 70 meters voorgevel en ongeveer 40 meiers diepte die als bouwgrond eene onmiddellijke waarde heeft van rond de tien duizend franken, terwijl men het nieuw te bouwen slachthuis op een grond kan oprichten die aan de stad enkel 50 c kost. De heeren Cool, Rybens en de Secretaris betwijfelen de loegeschreven waarde tegenwoordig slachthuis. Verschillige leden beklagen delwijze van de hooge besturen en zeggen dat, zooals met het slachthuis, hetzelfde gebeurt met het hospitaal. (Wordt v00rtgezetl. nu hij daar alleen lag, zwervensmoede, in de eindeloos diepe stilte van den morgen? Duizendmaal reeds had hij de zon zien opdul- keu aan de kim, vaak somber en treurend. Maar nooit had hij zich te moede gevoeld als thans; nooit had een avondstond hem zwarter mela cholle In het hart gestort als dit aanbreken van den dag aan een horizont van bloed. Hij voelde er beboette aan te weecen en het wee uit te storten dat hem, als een pijnlijk pak, daar juist boven het hart lag en soms schroevend tot in de keel opsteeg. Maar hij kon niet, er kwam geen traan in zijn oog. Enkel pijnlijke snikken, snikken lang en droef, nokten hem door de borst zegden dat hel eene oprechle schande Is van wege het stadsbestuur alzoo met zijne Ingezetenen den aap te houden. De kermis is voor iedereen slechl, heel slecht I geweest; geen enkel zal zich In eene schoone winst mogen verheugen; nerlugdoeners en «in- I keilers en herbergiers allen zijn ontmoedigd en niet zonder reden. En aan wie de schuld van dit alles, zult ge me vragen en wij antwoorden luid op aan het lamlendig gemeentebestuur, aan niemand anders. I Wat heeft dit gedaan cm volk aan te lokken. I Volstrekt, niets. Stond er op het programma een enkel leest dat geroepen was om de vreemdelingen aan le I trekken? Geen enkele. I Of liever ja, het kuipje varen den Dinsdag dit I was bewonderenswaardlg; het feest was wel in- gerlchll! Bouillon haalt er eere van, en zal voor zeker daarvoor eene decotalle bekomen; hij heeft zich afgemat en is er toegekomen zich alzoo niet weinig belachelijk te maken. De man liep heen en weer, zweette, gat commandemenlen langs hier en commanderuenten laugs daar (te zamen met Polo Negro Mops), en wat was er te zien Niets. De aanwezigen trokken de schouders op, en gingen heen. Ziedaar tot waar een klerikale heerschappij van eenige fanatieke meestermakers ons heeft geleid. Zij hebben gezworen van ons stadje een graf te maken eo niets laten ze onbeproefd om tot hun doel te geraken; leute mag er niet meer zijn; onderdanig en slaafsch moet het wezen en s en winkeliers, neringdoeners en her- moeten betalen, altijd betalen, onder alle vormen worden ze gepluimd, verhooging van contribuliên worden gestemd, taksen van hartig ruw en het bloed spatte op het witte ledi kant en de kleine kamer rond. En als razend sleepte hij ze, bij de loshangende haren, tot aan de trap, alles met bloed besmeurend Zij was bewusteloos oogenbllk bleef hij haar aanstaren, als droomend, nadenkend of hij haar niet van de trappen werpen zou. Doch dan ging hij plotse ling heen, waggelend als een dronkaard En hij dronk, dagen achtereen. In de herbergen bad men hem gezegd dat zij gevlucht was met George met alles wat hij bezat.1 En toen dronk hij tot hem geen cent meer over bleef. En uit zijn fabriek weggejaagd, bevreesd door de politie gevat te worden, was hij teruggekeerd naar België Zij kouten Die ongelukkige Arseen zijne vrouw t

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2