STER1LET
SS mTE™“" 1
l^jVBOMEHOEDfflELEN I
Land- en Tuinbouw
W MERTmtGIIIG Rf
derMAANOR i ON DEN wonderbare uitval
yraaftdekostelc.,:- inlichtingen
Nieuw
voorbehoed middel voor beid» geslachten B
Hoogwater te Nieuport
Binnen- en Buitenland.
Burgerstand van Nieuport
STERFGEVALLE.X.
14
17
IKxtiegel
id. te IR(
Voor melkvorming
Als toelage voor eiwitverlies
op ballast.
8. Noorweegsche stoomboot Caerloch met 279
std. hout van de Ballische zee voor A. en W.' De
Roo. Vertrokken op ballast.
Havenbeweging.
In de zeven eerste verloopen maanden van dit
jaar zijn 60 schepen met 15.094 ton, onze haven
binnengevaren tegen 42 met 12.268 ton in den
zelfden termijn in 1909, hetzij eene vermeerde
ring van 18 schepen en 2826 ton.
Des te beter.
’s rnorg.
0,14
0,57
1,39
2,21
3.04
3,48
4,32
26
27
22
23
Veevoeding.
Als stelregel moeten wij aannemen, dat melk
koeien zooveel voedsel moeten ontvangen, dal
zij noch vermageren noch aan gewicht toenemen;
dus, dat zij omtrent in dezelfden vnedingstoe-
stand blijven, waarin zij zich bevinden. Het
onderhoudsranlsoen van alle runders moet per
1000 kgr. levend gewicht rond de 0.900 k. eiwit
bevatten. Deze hoeveelheid eiwit is evenwel niet I
toereikend voor het onderhoud eetier dragende
koe, daar er ook in de behoefte van het kalf dient
voorzien te worlen. Hel rantsoen der koe moet
buiten de hoeveelheid eiwit, noodig voor onder-
Posterijen. Bij koi.inglijk besluit van
3 Augustus 1910 is de heerDelporte Th., ontvan
ger 2* klas, bevorderd lot ontvanger van 1* klas.
totaal 1,270 k.
hetwelk overeenkomt met 2,11 kgr. eiwit per
i. ii r.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag 24
Donderdag 25
Vrijdag
Zaterdag
21 Oogst
van koe en kalf, nog zooveel eiwit bevatten
als door de melk aan het lichaam wordt ontno
men. Hierbij moet nog in aanmerking genomen
worden, dat hel voederelwit niet zonder verlies
in melkeiwit (kaasstof) overgaat. Eindelijk moet
men de voederstofhoeveelheden voor dragende
dieren ruimer bepalen, dan voor andere dieren
omdat de eersten niet zoo gemakkelijk te voeden
en ook prikkelbaardei en onrustiger zijn.
Eene koe van 600 k levend gewicht gevende
gemiddeld dagelijks 10 liters melk, beeft noodig
Voor onderhoudsranlsoen en bet kalf
0,720 k. eiwit.
0,409 k.
0,150 k.
Welgekomen.
Woensdag morgen zagen wij van de sialie een
wagen door acht paarden getrokken de stad
inrijden met een groote zware nieuwe stoomketel
bestemd voor de fabriek der heeren Deswarte,
die alhier eene nieuwe nijverheid hebben inge
voerd, namelijk de fabrikatie van Scheikundige
produkten.
In ons stadje waar nog zoo weinig nijverheid
bestaat is zulks eene ware zeldzaamheid en wij
stippen dit dan ook met veel genoegen aan. Het
is weeral eene verzekering van werk voor een
aantal onzer Nieuportsche werlieken. Des te
beter!
Welgekomen, roepen wij de nieuwe onderne
ming toe en wij wenschen de heeren Deswarte
een volledig welslagen.
“Sanitas"
I Deze.zijn geen gewona vcorbshoedmiddilin
Geiihutrcerdc bc-scbnjving dezer Nieuwe arti-
'kei* nu t geheime raad aau beide geslachten ia
gdf verzonden xnet tip,»
«taal SAMTAS i 1 Fr. voor Mannen.
EELQIE
Al de leden van het uitvoerend komiteit waren
op zeer korten lijd In Je tentoonstelling.
Ten 10 ure tastten de vlammen de bureelen
van het uitvoerend komiteit aan en bereikten
Oud-Brussel. Het duurde niet lang of de Markt
plaats vlamde. Op ’t zelfde oogenblik zag men
dat bet Luna Park, op het uiteinde van Brussel-
Kermis gelegen, ook vuur gevat bad.
De leeuwen van de menagerie Bostock gaan
uitbreken! werd er geroepen, wat den angst en
de verwarring nog vergrootte. Generaal Gulette
gaf onmiddellijk bevel aan de gendarmen de
leeuwen en de andere wilde dieren in hunne
kooien te gaan doodschieten. Want men kon er
niet aan denken de beesten weg te voeren; eeni-
gen zouden kunnen ontsnappen en eene schrik
kelijke ramp verwekken. Voor meer zekerheid
werden acht gendarmen met geladen karabijnen
gelast ter hoogte van den Groenen Hond de
straal af te sluiten; de officiers laadden hunne
browningrevolvers.
’t Was evenwel een nultelooze voorzorg. De
leeuwen zouden niet ontsnappen. Verscheidene
gendarmen omringden demenagerie; zij maakten
zich gereed om te schieten. Commandant Hou-
ziaux gaf gelukkiglijk tegenbevel. De Mauserko-
gels zouden ver kunnen vliegen en redders of
nieuwsgierigen treffen. Er werd aan de bedien
den van Bostock verbod gegeven aan de hokken
van de wilde dieren te raken; men liet hen alleen
toe de onschaddelijke dieren te redden ossen,
zebers, olifanten, witte ezels, rendieren. De vuur-
lawien naderde middelerwijl, met bliksemsnel
heid. De hitte werd onuitstaanbaar. Myriaden
vonken vielen allerwege, door den wind opge
zweept en voortgedreven. De uitgestrekte ronde
cirkus schoot weldra op zijne beurt in brand
De leeuwen, tijgers, panters en ijsbeeren huilden
en brulden verveerlijk, doch dat duurde niet
lang, een minuut meer niet. De verstikkiog vol
bracht haar werk. Toen de houten wanden kra
kend instortten en gansch de reusachtige barak
nog slechts een vuurpoel vormde, was geen wild
dier meer In leven; de vlammen verslonden
slechts rompen.
En nochtans werd tusschen de menigte, op de
Solboschlei sameogepakt, het gerucht verpreid
dat da wilde dieren ontsnapt waren. De schrik
die zich dan van het volk meester maakte, kan
niet beschreven worden. Een ijselijk gedrang,
een wilde vlucht ontond. Vrouwen werden om
geworpen en vertrappeld, en men begrijpt niet
hoe er daar geene doodelijke ongelukken gebeurd
zijn. Er werden talrijke personen min of meer
gekwetst. Het meerendeel werden in de huizen
van den omtrek gebracht en daar verzorgd.
In de verwarring geraakten vele ouders hunne
kinderen kwijt en men hoorde luide jammerkre
ten van moeders en van kinderen.
Zooals men wel denken kan, bevonden zich al
de pompiers van Brussel op de plaats van den
brand en werden ook de pompiers van do voor
steden ontboden.
Boven de hooge boomen van het park van M.
Cappouillet zag men de vlammen in reusachlige
zuilen opdwarrelen en door den wind neerge
slagen worden. De villa nan M. Cappouillet was
ernstig bedreigd, doch zij werd beschut-door de
boomen die het gebouw omringen.
Ten 10 ure zag men de vlammen de brug van
de Solboschlei bereiken, die de engelsche afdee-
ling met de fransche afdeellng verbond, en vijf
minuten later bereikte de ramp deze hallen.
Schier op ’t zelde oogenblik viel de brug met
donderend gekraak in. Verschrikte lieden liepen
weg, luidkeels roepend a Opgepast, eene kort
sluiting gaat gebeuren! De elektrieke lampen
brandden op dat uur nog en, inderdaad de ergste
ongelukken waren te duchten. Doch eenige
stonden later werd de strooming van de electri-
citeit afgesneden.
Eveneens ten 10 ure ontstond er eene nieuwe
paniek tusschen de redders en de nieuwsgieri
gen. Het gerucht werd verspreid dat er in de
afdeellng van de fransche mijnen verschrikkelij
ke onploffingsstoffen lageu dynamiet, toniet.
cordiet en meliniet! gEenige moedige burgers
drongen in dit gedeelte van de fransche afdee
llng en, door verscheidene bewakers geleid, gin
gen zij, door den vuurgloed voorgelicht, de
pakken en de kardoezen van de zoogezegde ont-
ploffingsstoflfen halen, die In wezenlijkheid zage
meel bevatten.
Ten 11 ure was het schouwspel ijzingwekkend
en fantastisch de gendarmen, de soldaten, de
brandspuiten, de ladders van de pompiers toe
kenden zich als zwarte schaduwen op een grond
van vuur en vlimmen af, terwijl uit den vuur
poel wolken van vonken en brandende klodden,
aan een reusachtig vuurwerk gelijk, opdwarrel
den
Eene afdeellng sapeurs van de genie kwam op
dit oogenblik aangesneld. Met bijlen maakten zij
eme bres In liet omheiningechutsel der tentoon
stelling, langs den kant van Solboschlei; in den
houten muur van de fransche afdeellng verd het
zelfde gedaan, en ’t was langs die openingen dat
da pompiers van Elsene en St-Gilis binnenwaarts
en met gunstig gevolg den reusachtigen brand
dapper aanvielen.
Andere militairen kwamen op stormpas toege
sneld; ’t waren carabiniers en gidsen en ook sol
daten van Brussel-Kermls. Tusschen dezelaatslen
bevonden zich eenige burgers van goeden wil,
die de grijze kapool en de policiemuts van wach-
7. Engelsche stoomboot Argus met 950 tot i houd
kolen van Goole voor R. Hanze en C° Verrtokken
Afgelulsterd.
Sissen. ’t Is toch een schamel affaire,
hé; ’t schroevertje is daar en ten gaat niet
eens op zen plaatse kunnen gaan liggen
bij de kaai ’t ligt vol schuiten tot aan d’
overkant.
Karei. "t is waar, Sissen, maar der
is pertank plaatse genoeg voor schepen.
Sissen. Waar dadde?
Karei. Wel in den bassin.
Sissen. Ja, maar ja in den bassin, dat
en is aan de kaai niet.
Karei. Awel, waarom is den bassin
buiten stad gemaakt? ’t zin onze slimme
kaloten die hem daar moesten hebben; zij
wilden niet hooien van den bassin hier
voor de stad zooals het projekt van de
liberalen was.
Sissen. Awel en toene?
Karei Awel, z’hên nu den bassin.
Waarom en geven al de kaloten 't voor
beeld niet en gaan ze naar den zwemdok
niet? Is dat zelve niet bekennen dat den
bassin hier voor stad had moeten zijn en
in ’t geheel ginder niet.
Sissen. Ja ’t Karei, maar de lichters
en gaan naar den bassin niet, ’t is te verre.
Karei. Awel, bewist dat niet dat de
bassin hier voorde stad moest zin.
Sissen. ’t Is waar Karei.
Karei Awel z’hen nu weer een half
miljioen aan den bassin weggesmeten; en
der kunnen nu kraanen op staan. Waarom
en gaan z’er niet?
Sissen. ’t Is misschien voor ’t kaai
geld?
Karei. - - Een reden te meer, Sissen. Ze
zin daar nu aan ’t boren hé? Ze zin te wege
de kaaimuur te verlangen. En toene? moet
ge daaruit niet besluiten dat er hier nooit
geen bassin voor de stad gaat kommen?
Sissen. Je zoet ‘t haast moeten pei-
zen.
Karei'. Ge moet ’t nie peizen, ’t is
ezoo. Hadden ze vroeger hier voor stad
den bassin gemaakt, dan haiden ze een
visschershaven kunnen maken waar dat
nu den zwembassin is. Zoe je peizen dat
niet duist keers beter ware geweest?
Sissen. Ja ’t Karei, j’het gelik.
Karei. K’en van eigen gelik ’t toogt
zen eigen. Maar ja, ’tgaat ezoo. Ze weten
’c alszan beter als een ander. En hadden
de kaloten in den tijd zoo koppig niet
geweest, der zoe nu niet moeten gefoefeld
en gemoost worden en der zoedt op de
kaai zooveel geen ruzie en rooi zin voor
us; we zoen duist keers gemakkelijker
kunnen werken.
Sissen. Nu tot daar zei mote ’k gaan
nog om een potje en gij?
Karei. Ik ook.
«nDHRHflS k
Dit b^yrliarainii.'.dei i» liet :n caoutchouc
Bailluttrtirds iniichtingtn zijn per gefloten brief gntii H
x.rxonden na ontvanfit »in 0-30 postzegels door
SANITARIA, 70, An.pachUan. te IP.GBSEk
1000 k. levend gewicht. Dat de londbouwers die
cijfers eens nagaan. Zij zullen overtuigd zijn, dat
een rijk eiwitvoeder voor de melkkoe noodig is,
dat hedendaags op de goedkoopste wijze door de
suikervoeders, en vooi namelijk door het merk
sucrema in den handel te vinden is.
LEX.
s avonds
0,36
1,18
2,-
2,42
3,26
4,10
4,55
brandende zeilen en daken niet bereiken.
Een deel van de menigte vluchtte de hovingen
uit, terwijl een ander deel voor da brandende
hallen samenschoolde.
Rond 10 ure scheen gansch de tentoonstelling
in brand te staan, zoo ijssltjk was de onafzienbare
vuurzee. De bedienden van el uitvoerend komi
teit hebben den tijd gehad de registers tan de
boekhouding te redden Wat de archieven be
treft, die zijn in den brand gebleven
ter aangedaan hadden en, gewapend met een
geweer, kwamen meehelpen om de orde te hand
haven en de kwaaddoeners op afstand te houden
die op roof en pluuderen uit waren. De comman
danten Clarinval en Houziaux van de gendarme
rie, en M. Claes, overste der rechterlijke brigade
namen al de noodige maatregelen om alle wan
orders en buitensporigheden, langs den kant der
twee bressen, te voorkomen.
Wat hel akelige van den ramp nog vergroote
waren de geweldige ontploffingen die van tijd tot
tijd gehoord werden; ’t waren mandflesschen
koolzuur die ontploften.
Schrikkelijke spoorwegramp.
Maandag morgen, rond 11 ure, had er eene
schrikkelijke botsing plaats tusschen den bijzon
deren trein G, uit Bordeaux vertrokken naar
Royan, en den koopwarentrein 1512, in de statie
van Saujon, op 4 kilom van Royan. De vijf eerste
wagens van den reizigerstrein werden verbrij
zeld en de beide machienen omgeworpen.
Op het akelig gerucht der vreeselijke botsing
volgde vooreerst eene doodsehe slilte, aanstonds
gevolgd van geroep, kreten van smart, van
schrik en van wanhoop. Eene zinnelooze vrees
had de reizigers die ongedeerd gebleven waren,
bevangen en allen sprongen haastig uit de wa
gons maar dan, eens eenigzins tot b zinning
gekomen liepen reizigers en staliebedienden de
siachtoffers ter hulp.
De drij eerste wagons hadden het ergst gele
den; men haalde er inderdaad de gekwetsten uit
en bracht hen bij middel van berriën in de koop
warenstatie, waar men hen uitstrekte op kussen
welke men uit de rijtuigen genomen had. De
dooden werden in de wachtzalen gedragen en
met slaaplakens overdekt. Gansch bet genees
kundig korps van Saujon en omliggende kwam
spoedig ter plaatse en deed de eerste verbandleg-
gingen en de dringendste operaties. Het meer
deel der slachtoffers hadden de beenen gebroken
of afgesneden.
Men kan zich inbeelden welke hartverscheu
rende tooneelen zich daar voordeden. Hier was
het eene vrouw die het lijk van haren man ont
dekte; daar eene moeder die het bloedig over
schot van haar kind vond. Bloed overal Bloed!
en hét schouwspel dat de statie van Saujon
weldra aanbood was schrikwekkend. Men zag
daar bloedige lichamen zonder hoofd, anderen
zonder armen of beenen, anderen nog vreeselij-
ker verpletterd of vermorzeld. Elke maal dat er
een lijk herkend werd, hernieuwden zich de
hartverscheurendsle tooneelen; verscheidene
vrouwen vielen in bezwijming en men moest hen
buiten de statie dragen om ze te verzorgen.
De drie eerste wagons van den bijzonderen
trein waren in elkander gedrongen en de onge
lukkige die zich in deze komparlimenten bevon
den, konden aan den dood niet ontsnappen. De
trein telde 1200 reizigers, waaronder 22 leerlin
gen van wereldlijk meisjespensionaat van Barsac
met hunne meesteres.
Schrikkelijke brand. Ter gelegen
heid der feesten van Halfoogst, waren ontelbare
bezoekers uit de provincie en ook vreemdelingen
naar Brussel gekomen. Van zaterdag reeds was
de toeloop begonnen en In alle staties van den
brusselschen omtrek brachten de treinen onaf
zienbare scharen reizigers aan.
De zondag was vreugdig verloopen. Ten alle
kanten in Brussel werden er congressen gehou
den, feesten en banketten gevierd en ’s anderen
daags moest het spel herbeginnen. Nog nooit
waren er in de tentoonstelling zooveel bezoekers
geweest als zondag en een groot getal waren ’s
avonds in de hovingen in de verschillende drank
en spijshuizen, op het plein der aantrekkelijk
heden of in Brussel-Kermis gebleven, em de
algemeene verlichting en het vuurwerk bij te
wonen.
Eene ramp zonder weerga is die feestelijkheden
komen stooren een schrikkelijke brand heelt
een groot deel der tentoonstelling vernield. De
stoffelijke schade is onberekenbaar, en in bet
gedrang door den schrik verwelkt, in de alge
meene vlucht, welke in Brussel-Kermls ontstond
werden talrijke personen erg gekwetst. Gelukkig
nog zijn er geene menschenlevens te betreuren.
Het was zondag avond tien minuten voor 9 ure
terwijl het in de hovingen der tentoonstelling
krioelde van volk, terwijl de omtrek van Ter
Kamerenbosch tooverachtigschoon verlicht werd
en er op al de kiosken der hovingen fanfaren
speelden, dat men eensklaps rook zag opdwarre
len uit het linkergedeelte van den voorgevel
van de groote hallen der wereldfoor. Een minuut
later sloeg eene reusachtige vlam op, en ver
lichtte akelig de hovingen.
Brand! brand! weerklonk hel overal; deze
noodkreet werd van drankhuis lot spijshuis her
haald en verwekte tusschen het volk onbeschrij
felijke opschudding. Op minder dan een kwart
uur tijds stond gansch het middendak van het
monumentaal gebouw in vuur en vlam. Men zag
te midden van een vuurregen van vensters, de
kornissen en de ijzeren balken gloeiend kronke
len om eenige stonden later in den vuurgloed te
verdwijnen. Ten 9 1/4 ure stond gansch de groo
te halle in laaien gloed; reusachtige rookwolken
akelig rood verlicht, pakten zich boven den brand
saam, als om heinde en ver te verkonden dat
eene schrikkelijke ramp de tentoonstelling trof.
De vuurgloed werd uren in ’t ronde gezien en uit
Brussel en omstreken snelden, stroomden dut
zenden menschen naar Solbosch.
De menigte in de tentoonstelling liep en drong
naar de hovingen van Brussel, doch een kreet
te.slaken. Eene doodsehe stilte heerschie om zoo
te zeggen, alsof iedereen begreep dat er schier
een wonder noodig was om gansch de tentoon
stelling voor vernieling te vrijwaren. De grootste
verslagenheid maakte zich van de duizende oog
getuigen meester; vele menschen weenden van
spijt te zien dat het grootste en het schoonste
der gebouwen in vuur in rook verging.
Op de Concessielei begonnen de eigenaars van
de verschillende restaurants en bierhuizen zich
voor de vlucht gereed te maken, daar de brand
met ijzingwekkende snelheid toenam.
Do brandspuit van Brussel Kermis werd aan
gebracht, alsook deze van den pompierspost van
T braziliaansch paviljon, doch wal vermochten
zij tegen de uitgestrektheid van de ramp? Alleen
konden zij trachten de omliggende paviljoenen
te redden. In de hallen zelf, hadden in het begin
van den brand, eenige bedienden gepoogl, bij
middel van darmen op de waterleiding geplaatst,
het vuur te bestrijden, doch er was gebrek aan
druteking, en de waterstralen konden de reeds
12 Aug. Cion Juliania Rosalia oud 69 j. 10 m. en
9 <1. cchtgenoote van Leopold Frans
Boujé.
Deseck Albert Renild Hendrik August
oud 4 m. en 25 d. zoon van Auguslyn
en Elodia Claeys.
Levecque Rachel Margaret. Ceima oud
12 j. 11 m. en 4 d. dochter van Poiydoor
eu Honorina Rumfels.
Sedert i Januari 1910 39 sterfgevallen.
HUWELIJKSAANKONDIGINGEN.
Decoster Karei Jozef Alfons. tolbaambte te
Hoitthem en Billiet Clementina Elisabeth zonder
beroep te Nieuporf.
Vanden Bussche Arthur Joseph, iandbouw-
werkman te Forges en Colpaert Philomena Elisa
zonder beroep te Nieuport.