Voor IB’aarheid en Vrede!
r oor Vrijheid en Reeht! Voor Vaar heid en Vrede!
Eerste Jaargang
Zaterdag 5 November 1910
N° 38
o
W.1
De priesters en de politiek
Ons Praatje
iniuwmum
PRIJS PER NUMMER
5 centiemen
ABONNEMENT
a,QO franX per jaar
op voorhand betaalbaar
kend, ook een paar leiders der minderheid
op den voorgrond te schuiven? aldus een
bewijs gevende -van een klaar doorzicht,
van eene te loven onafhankelijkheid; van
eeue bewonderingswaardige politieke takt.
Dat onze klerikalen hiermede niet zeer
in den schik zijn, laat zich gemakkelijk
begrijpen. Wat! twee leiders van die
schaar liberalen, die onverpoosd strijden
om do hnidi’-o 'raag uitstervende eegee-
ring omver te werpen, van die regeering
die zich zelf ophemelt en wier bestaan
alleen nog vasthoudt aan het afschaffen
van eerlooze wetten die hunne partij be
voorrechten, worden door den Vorst tot
zich geroepen om kennis te maken met
het opperhoofd van een der grootste Euro
peescha staten! Dat gaat over zijn hout en
zij kunnen hun spijt moeielijk verkroppen;
de hun toegediende pil is inderdaad wat
hard om slikken.
Wat mag dan ’t inzicht van onzen Vorst
wel geweest zijn? Moeielijk is dat niet om
raden. Klerikalen en antiklerikalen zyn
thans even machtige partyen geworden.
Morgen zullenanderen mogelijks geroepen
worden om ’s lands bestuur in handen te
nemen; de feiten bewijzen immers dat,
trots alle onrecht, onze vrijzinnige partij
steeds vooruit gaat. Is het in die omstan
digheden, zoo goed door koning Albrecht
begrepen, niet gansch natuurlijk dat toe
komstige landregeerders voor Duitsch-
lands Vorst geene vreemdelingen wezen?
Werkelijk heft dit feit den sluier der
toekomst wat op. Het toont bij Belgie’s
Vorst een vast voornemen, eene onpartij
digheid die hem tot eere strekken. Het
laat ons hopen dat wanneer de omstandig
heden het zullen eischen, Hij klaar den
toestand zal inzien en als onparlijdige
Vorst handelend zal optreden. Dit oogen-
blik zal misschien spoediger daar zijn dan
velen veronderstellen. De oude klerikale
pruiken met Woeste aan het hoofd, die te
goed begrijpen dat het bestaan hunner
partij aan een zijden draadje hangt, die te
goed besetï.-n .lat het afschaffen van voor
rechten haren val na zich zou slepen, zul
len zich uit al hunne macht tegen elke
rechtvaardige hervorming verzetten. Zij
zullen er niet kunnen toe besluiten het
doodvonnis hunner partij te teekenen met
toe te staan iiefg-en recht on rechtvaardig
zal wezen. Ja, zij zullen zelfs niet aarze
len een partijaanslag te plegen, b. v. bij
de bespreking dc-r vcrhooging van ’t getal
volksvertegenwoordigers, om den dood-
van Cadix om te zeggen dat de klooster
lingen vreemdelingen zijn en dat het be
stuur het recht heeft ongewenschte vreem
delingen over de grenzen te zetten.
Wij gaan zoo ver niet, maar beweren
alleen dat priesters en kloosterlingen het
recht niet hebben zich in de politiek te
mengen en zelfs, veel min dan de krijgs
lieden, iie er van beroofd zyn (onder den
officiersrang ten minste) geen kiesrecht
zouden mogen hebben.
Volgens men vernomen heeft over wei
nige dagen zou de wet, welke het nieuwe
Portugeesch landsbestuur nopens de schei
ding van Kent en Staat za. voorstellen,
eene bepaling bevatten volgens dewelke
elke priester die, rechtstreeks of onrecht
streeks, zich met politiek zou bemoeien,
uit Portugal zou xerbaouen worden.
Dit is, wy aarzelen niet het te zeggen
een voorbeeld dat overal zou dienen nage
volgd te worden; het ware reeds een
groote stap ter bevordering der rust en
der eendracht onder burgers van eenzelfde
land.
En men kome niet zeggen, zooals wy
het nog meer gehoord hebben De pries
ter is toch burger zoowel als iedereen, hy
betaalt zyne belastingen als een ander; hy
heeft ook kiesrecht, waarom zou hij niet
mogen, als iedere andere burger, zich
bemoeien met politiek?
Want daarop valt aan te merken dat de
priester, zooals de kloosterling, niet zoo
wel als een ander, burger van het land
mag genoemd worden. Inderdaad, hy
moet de gehoorzaamheid aan een vreem
den vorst zonder grondgebied, de Paus van
Rome, boven de naleving der landswetten
verkiezen; hy sticht geen huisgezin,
kweekt geene kinderen en onttrekt zich
alzoo aan de zwaarste plichten welke op
andere burgers wegen, en toch wil hij,
voor hem en zijne sleepdragers, zich het
uitsluitend recht aanmatigen de kinderen
der audere burgers het onderwys te geven
om hunne hersenen zoodanig te verwrin
gen en te verstompen door inpomping van
antiwetenschappelijke sprookjes en dog
ma’s welke geen enkel verstandig katho
liek nog ten volle kan aannemen, dat zij
later in ’t leven volkomen naar de pijpen
zjjner zwartgerokte medebroeders dansen
en met hen in den weg van den vooruit
gang der beschaving staan. Hij leeft zon
der vrouw en toch ontvangt hij van de
vrouwen der andere, in t geheim van den
bichtstoel, de bekentenis hunner verdo-
kenste gedachten, welke zij anders nooit
zouden durven uitspreken, zelfs aan hunne
echtgenooten niet zouden bekennen. Daar
obtruston zy het gemoed der jonge meisjes
en vrouwen door ondervragingen welke
maar al te dikwijls aan de eerste zaken
leeren waarvan zy nog onwetend waren
en be'er zou len gebleven zijn en de andere
De annoncen, artikelen
worden. Alle artikels of mededeelingen, bestemd voor
en onder gesloten omslag ingezonden worden. Het recht van opname is
Waarover?
Och, geachte lezers, ’k weet het zelf
niet, ’k Zal misschien wel van den os op
den ezel springen en met u wat over aller
hande zaken praten, die onze aandacht in
de laatste dagen hebben gewekt.
Dat de tentoonstelling van Brussel over
morgen hare deuren sluit dat is niet inte
ressant, hoe interessant de tentoonstelling
zelve ook geweest is.
Dat de Keizer van Duitsehland naar
Brussel is gekomen om aan onzen Vorst
een tegenbezoek te brengen; dat er op zijn
doortocht in de hoofdstad niet tegen werd
gemanifesteerd, hetgeen hoogst verstan
dig was, weet reeds eenieder.
Dat onzen Koning tijdens de galaver-
tooning in den Muntschouwburg twee
liberale volksvertegenwoordigers heeft
doen roepen om hen aan Keizer Willem,
voor te stellen, dat ook werd reeds in de
dagbladen vermeld en dit feit, hoe klein
ook op zich zelve, geeft aanleiding tot veel
gepraat. Het is inderdaad nog al opmer-
kenswaardig dat aan een vreemde Vorst
twee der beste vrijzinnige strijders, twee
der heftigste bekampers van het huidige
klerikale ministerie, twee der best be
spraakte liberalen, onophoudend in de
bres om het onrecht door de klerikalen ge
pleegd aan den schandpaal te spijkeren,
werden voorgesteld.
Wanneer er op banketten en congressen
heildronken werden ingesteld van puren
vorm, van gewone hoffelijkheid, waarin
er spraak was van Belgie’s vooruitgang,
van zyne bedrijvigheid en zoo meer, dan
waren de klerikalen er rap bij om zich
het bloempje op de borst te spelden en uit
te bazuinen dat zy alleen de ware en eeni-
ge onvervalschte bewerkstelligers van ’s
lands grootheid waren.
Wat zullen zij thans zeggen nu onzen
jongen Vorst het zich tot plicht heeft gere-
VERKOOPER
Pieter Versiraete, zoon
Valkestraat, Nieuport
wegloopen, zooals het kort geleden ge
beurde in een dorp dicht bij Nieuport.
Daar maken zij misbruik van hun gezag
op de geesten van onnadenkende, kwezel
achtige vrouwtjes om achter de geheimen
der huishoudens te komen; tweedracht
tusschen man en vrouw te zaaien om tot
hunne doeleinden te geraken; dit alles
zonder te spreken oog van de andere zede-
schendende gevolgen welke uit’t celibaat
der priesters en de zedelooze instelling der
oorbiecht voortspruiten moeten en het ook
alt.,gedaan hebben zooals de geschiede
nis, vooral die der XV" en XVI" eeuwen,
het ten overvloede bewijst.
Neen, het zijn geene burgers als de
andere, en van betalen van belastingen,
van kiesrecht, moeten zij ook geene be
wijsvoering tegen mijn stelsel maken.
Vreemdelingen zijn zij in ’t land dat zij
bewonen, heb ik gezegd, en vreemdelin
gen betalen ook belastingen. Kiesrecht is
iets wat men hun in hunne hoedanigheid
van vreemdelingen zou moeten ontnemen,
wel verre van hun, als in ons land, drie
maal zooveel stemmen te geven, voor elk
van hun alleen,, als aan een brave werk
man met vrouw en talrijke jonge kinde
ren, toekomstige burgers.
Alles komt er dus op neer te bewijzen
dat zij wel degelijk aanschouwd moeten
worden als vreemdelingen en, buiten het
hooger gegeven bewys, zal ik my daartoe
beroepen op de getuigenis van een prins
der kerk, welke getuigenis een doortas
tend kewys van kerkelijke aanmatiging
mag genoemd worden.
In ’t Spaansch Senaat, by de bespreking
van de zoogenaamde hangslotswet, las de
bisschop van Cadix namelyk eenige aan
halingen strekkende om te bewijzen dat de
burgerlijke macht in godsdienstzaken gee
ne wetten zou mogen uitvaardigen en
daaruit trok hij dit ongehoord gevolg dat
een kloosterling (en dat moet natuurlijk,
voor een priester ook gelden) van het
oogenblik dat hij zijne geloften heeft uitge
sproken, zijne hoedanigheid van spaansch
burger verliest om onderdaan der kerk te
worden en dat de Staat, wanneer hij wet
ten over kloosters en kloosterlingen
maakt, buiten zijnen werkkring treedt,
daar hij wetten maakt voor menschen die
geene Spanjaarden meer zijn.
Indien het Spaansch landsbestuur nu
eens verder wilde gaan en de kloosterlin
gen verbannen, zou het dus kunnen tekst
nemen van de woorden van den bisschop
DRUKKER
J OSEFH M A. KZCtK
Statiestraat, Oudenaarde
0,15 f'\Per ^echtertijke aankondigingen 0,50 fr. per drukregel. Het recht annoncen te weigeren is voorbehouden"
voorbehouden en de volstrekste geheimhouding gewaarborgd.
- i... i
Httrj??