DUIVENMELKERS
Andermans geestigheid
Bijzondere klerikale polemiek
Algemeene klerikale polemiek
voogdes Margaret ha
4
MENGELWERK
/Wordt veoHpexd/.
(t) Toestel ora de dulren binnen te lokken.
i
Het was schrikkelijk warm geweest, en de
keel droogde maar altijd, en op ’l eerste pintje
volgde een andereen derde... een vierde, en
die dag liepop eene zatteparlij uit.
's Anderendaags kwamen zij wéér bijeen. De
Beer was in oneenlgheid met zijnen huisbaas
geraakt, en lulde vertelde hij rijn wedervaren,
opgewonden, met groote gebaren, de armen
zwierend.
Nu had hij een nieuw huis in ’t zicht, een buia
dat bijna afgewerkt was, en waarnaar zij allen
eens moesten komen kijken.
't Was schoon weder en reeds tegen den avond.
Een keel windje vaagde de drukkende hitte uit de
stad, en overal kwam er veel beweging. Zij gin*
hen straten door, en weer andere straten in,
want de huizen waarvan sprake was lagen in een
gansch nieuwe wijk. En hoe meer de Beer er
van sprak hoe grooter zijne ingenomenheid er
voor werd.
Daar stonden zij nu, bijna voltrokken, in eene
rij, vier nevens een, de huizen waarvan de
Beer er een ging betrekken. Buiten waren er
nog stellingen aan men was nog bezig de gevels
in de rcode steentjes te steken
Eerst kwam in een plaatsje dat volgens den
Bataaf salon-eetplaats-cabinet kon ge
noemd worden.
Zoo’n gelukkige da/ hadden zij nog nooit
beleefd! Wel was het reeds gebeurd dat twee of
drie hunner duiven prijs haalden, doch nu vijf|...
en bijna zes voegde Cuba er zuchtend bij,
telkens er op den schoonen uitslag gestoefd
werd.
Nuchter, waren zij de allerbeste vrienden.
Hunne huizen stonden voor malkaar altijd open,
en in tijd van nood hielpen zij elkander onderling
Braspartijen werden wel eens gevolgd van twist,
soms ook kakelden de wijven wat ondereen,
doch eiade goed alles goed hielden zij in eer,
en sedert vierjaar dat zij zoo leefden was er oog
niets sterk genoeg geweest, om hun onderling
verbond te vernietigen.
En nochtans 't was aardig gekomen. Zij zaten
allo zes in Den Kanarievogel op eenen zater
dag avond. Er kwam een groole vlaag op en
gerulmen tijd stroomde net water, on knetterden
donderslagen
Ze dronken nog een pintje en wachtten het
einde de vlaag om huiswaarts te keeren. Er werd
gepraat over ’t werk, duiven, huishouden en de
Bataaf die nog al gaarne gekscheerde, stelde
voor een groot huis te bouwen, en er allen on
dereen in te wonen! ’t Voorstel werd op eenen
langen schaterlach onthaald. Niettemin waren,
zonder dat zij hot zelf wisten, de grondvesten
hunner toekomende associatie gelegd.
draaide hij rond, den kop tusschen de schouders,
stampvoetend.
Hij stond daar maar alleen meer, de anderen
waren reeds weg met de rlngjes hunner duiven.
Kinderen en vrouwen hadden het geraadzaams!
gevonden binnen te gaan. Eqkel nog zijn hond
was bij hem, en sprong kwispelstaartend tegen
zijne beenen. Allé, Mop, weg! en meteen had
het arme dier alle moeite eenen schop te vermij
den.
Wéér liep hij naar boven, en na nog tien lange
minuten, gelukte bet hem de wederspannige duif
binnen te krijgen.
Te laat kwam hij aan den constateur, al de
prijzen waren reeds weggehaald.
In den Kanarievogel vond hij zijne vijf
makkers reeds term aan ’t drinken. Allen waren
i bij de prijzen, en bij al zijn leed moest hij dan
nog den uitlach zijner kameraden verkroppen.
Zij zetten hem zelfs in een rondeken, en dan
send zongen zij
En hij kan der nie aon (3 maal)
Of hij moet op ’en banksken staan.
Toen was het vermaak wat voorbij, en kon hij
zijn ongeluk lucht geven in allerlei vertelsels.
Telkens een nieuwe makker of melker binnen
kwam, werd het historietje der dweeze duif
opgehaald, on tot in de minste kleinigheden ver
teld.
Verdomme, huilde Cuba, uao wil ze niet i
binnen. En verder gaf hij zijne vrouw eenen
stoot
Hadde daor nie blijven staon roeê dien lawel-
ter op aon elrem, de duif was recht binnen ge
vallen.
Doch er was geen lijd te verliezen; haastig
wipte hij naar boven, strooide boonen, zette den
trasseur (1) uit, doch niets hielp. Vloekend
en tierend kwam hij beneden, stak de hand bo
ven hel hoofd, schommelde er boonen in, terwijl
hij op alle mogelijke manieren stond te schuife
len en te fluiten.
En zeggen da’ die’ smeerlge geschelpten daor
zes ee twintig frank zit te vermoschen! ’I Is om
staopelzot ot hoorndul van te wurrenl Maar, wijf,
waorom kos’te toch nie’ weggaon? Allé, binnen
of’k haol ao d’oogeo uit de kop... Potverdom-
me... domme... domme en als een bezetene
door den Staat «la leeraar aangesteld en
zeer rijkelyk betaald voor die eenige uren
les in die verachtelijke school te geven.
Is hü integendeel van gedacht dat het
voor zjjn kind, bijvoorbeeld na de eerste
communie, niet noodig is nog langer op
school catechismus en heilige geschiedenis
te leeren, aangezien dat in de kerk tijdens
de goddelijke diensten wordt onderwezen
en het kind op school al vakken genoeg te
bestudeeren heeft, die het noodig zal heb
ben, om later deor de wereld te geraken,
dan hoeft die vader zijn kind slechts van
die lessen te onslaan. Vindt hü dat zyn
kind gemakkelyker een maatschappelyk
bestaan zal bekomen, beforzün wegma
ken zal met goed de vreemde talen, de
rekenkunde, de wiskunde, de handels- en
andere wetenschappen te bestudeeren, daa
diegene die van buiten al de catechismus-
lessen kan aframmelen en zeer goed over
de zondvloed en d’arke van Noé kan ver
tellen maar daarmee bitter weinig brood
zal koopen, dan hoeft die vader zyn kind
slechts van die lessen te ontslaan en dat is
zjjn recht dat niemand hem betwisten kan!
En dat beetje recht, dat greintje
vrijheid, dat is nog te veel, niet waar,
heeren klerikalen? Gansch het onderwas
zoudt gü willen in merg en been fanati-
seeren; gansch het onderwas zoudt gij in
uwe macht willen hebben; volledig mees
ter zoudt gü willen wezen over ons kroost
om het naar uw zin te kneden en te mis
vormen. Edoch, wü zijn nog in Spanje niet
en zoover zult gü het nooit kunnen bren
gen, want er zün nog vrüzinnigen in het
land om do klerikale schoolverwurgers
in te toornen; want er zün nog vrüe man
nen ia ons stadje, die nooit dulden zullen
dat gü de middelbare school aanraket;
die nooit dulden zullen dat gü haren goe
den naam, hare faam, haren roem krenket
door uwe venüaige aanvallen; die nooit
verdragen zullen dat gü poogt haar te doen
verachten.
En zoo er iets of iemand verachtelijk
mag genoemd worden, dan is uw welrie
kend bladje en nog meer de opstellers van
dergelüke lasterartikels, wie of wat zü ook
wezen mogen.
Trekt uw gewoon schijnheilig masker
aan; tracht door uwe vleierü, door uwen
invloed, door uwen dwang sommige ka
rakterloozen te overhalen; bet eenige wa
re doel dat gü beoogt zullen wü toch altüd
klaar ontmaskeren. En dat doel is enkel de
ouders vrees aanjagen, hen doen weifelen
als zü de schoo. vsor hun kroost kiezen; de
Middelbare school beschimpen en bezwad
deren, haar verdacht maken van ongeds
dienstigheid, haar trachten kiuders te
ontnemen, dochdaarin lukt gü nooit, want
immer zult gü ens op uwen wieg ontmoe-
Op het tribunaal.
De voorzitter. Ge zijt beschuldigd
dezen heer op het plein aangerand te heb
ben. Na hem zün geld, zyn hoed en zün
wandelstok te hebben gestolen, hebt ge
hem nochtans zün zakuurwerk gelaten.
Wat hebt ge te zeggen te»- uwer veront
schuldiging?
De dief. - Ik had het zakuurwerk niet
gezien, Mijnheer de Voorzitter.
ONZE MIDDELBARE JONGENSSCHOOL
Wü hadden het wel gedacht. Onze Nieu-
portsche klerikalen zün, zooals die van
andere steden, razend van gramschap,
omdat al de officieele scholen overal hun
getal leerlingen merkelük zagen aangroei
en, omdat al hunne pogingen, al hunne
beloften, al hunne dwingelandü denuitslag
niet hebben gehad die zü verhoopten. Het
tegenovergesteldevan hun vurigen wensch
verwezenlükte zich integendeel; de ouders
begrijpen meer en meer welken zwaren
plicht zij te vervullen hebben tegenover
hunne kinderen om de toekomst van hun
geliefd kroost te verzekeren; zü begrüpen
meer de waarheid van het spreekwoord
aan de vruchten kent men den boom
Zü zien dagelüks hoe de leerlingen onzer
middelbare school zich overal onderschei
den; welke eervolle plaatsen zü in de
maatschappij beklecdenen zonder schroom
onbevreesd voor alle vervolging of het
vallen in ongenade bij hunne oversten,
zenden d ouders van Nieuport en omstre
ken hunne zonen naar de Middelbare
School.
Dat steekt onze Nieuportsche klerikalen
de oogen uit. Sedert jaren en jaren trach
ten zü in het geheim dit van over ouds
gekende onderwijsgesticht te benadeelen;
beproeven zij door alle middelendoch altüd
onderduims er leerlingen aan te onttrek
ken. Tot hiertoe waagden zü het niet haar
I openbaar aan te vallen, doch aan hunne
verborgene gramschap, aan hunne woede,
aan hunnen tanatieken haat tegen het
officieele onderwys komen zy thans lucht
te geven. In het orgaan onzer tegenstre
vers laten zij eindelijk hunne razernü den
vryen teugel vieren.
O wij weten het wel, heeren klerikalen.
Velen van u stemmen met het propere
artikel niet in; velen van u zijn er tegen
dat deMiddelbare Schoolin uw welriekend
bladje openlük aangerand worde. Edech,
wij stellen u niettemin verantwoordelijk
voor die schanddaad. Indien gü, heeren
klerikalen, nog een greintje eerbied voor
Er is sprake van de vrijstellingen der
godsdienstlessen, vau die vrystellingen die
zy wel verplicht geweest zyn aan te ne
men in de officieele onderwysgestichten
en waartegen zij zich dagelijks met meer
en meer hevigheid verzetten.
’t Is een echt stelsel, zeggen zy, en
alle middelen zün goed om ze te bekomen,
wanneer de mistrouwige christene ouders
aarzelen om te teekenen.
En zij halen het alleszins treffend geval
aan van een armen werkman die be
dwongen werd door de verborgene listen
▼an een onderwijzer! Deze, vernemende
dat het kind naar den catechismus
ging, achtte dat de godsdienstlessen eene
nuttelooze herhaling zouden wezen, en
gaf het kind den raad bij zün vader aan te
dringen om zyn handteeken te verkrijgen.
De klerikalen hebben een schandaal
ontdekt, of ten minste hetgeen zij als dus
danig aanzien en, verwonderd en verrukt
dat het, voor eenmaal, geene lieden hun
ner party in opspraak brengt, juichen ze,
jubelen ze, maken ze een rumoer van alle
duivels.
Er is sprake
I van Oestenrijk, bijna de
helft der erven en eigendommen en nog was zij
zoo onverzadelijk dat Keizer Karei, een verdedi
ger van hel geloof nogthaos, maatregelen moest
nemen om de uitbreiding der doode hand, het
opleggen van nieuwe tienden ent. tegen te gaan.
En nogthans kotut M. Harden ons zeggen dat
die meuschen niet tot verovering van geld en
goed, maar voor het heil van ’t menschdom stre
den! En men bewere niet dat xij nu verbeterd
lijn; want in ons ongelukkig land weet men daar
maar al te wel van te spreken, en indien bet zoo
voortgaat, zullen zij ons weldra geheel verslin
den, alhoewel zij ons papenvreters noemen.
En xij die altijd in den weg der beschaving
staan, zij juist willen xich het monopool der on
derrichting van de jeugd aanmatigen, om xe te
onderwijzen, niet door die verstandige katholle- uitwerksel za| hebben de aandacht te
ken die hun geloof met de wetenschap te doen
strooken, maar door onwetende priesters, broer
tjes en nonnetjes, die hunne onttroonde en ver-
jaarde Bijbelsprookjes boven de wetenschap
stellen, die het denkvermogen der klnders doo-
den, hunne kneedbare hersenen verstompen en
er lijdzame schapen der zwartgerokten van ma
ken, slaven naar den geest, werktuigen in de i
handen der vijanden van den vooruitgang!
Gelukkig doet de krachtige zon der waarheid I
hunne overmacht stilaan, als sneeuw versmelten j
en zal
die school, de roem v»n Nieuport, bezat,
dan zoudt gy karakter genoeg hebben om
die school, waar menigeen van u gemaakt
werd wat hü thans is, niet door fanatieke
priesters te laten aanranden. Gü zoudt er
u tegen verzetten; doch gij gaat gebogen
onder het dwangjuk der geestelykheid die
cveral en in alles de meester spelen wil,
en... gü laat begaan.
Eindelük is het er dus van gekomen. Gü
moet venünige, vergiftigde pylen schieten
naar de Middelbare School; gü moet de
ouders doen gelooven dat er daar iets
broeit tegen den godsdienst; gij moet de
ouders vrees aanjagen met hen te willen
doen gelooven dat hunne kinderen daar
in aanraking komen met andere knapen -
die zouden ongodsdienstig zyn. Ja. in uwe onderwys er door een j>ne
fanatieke woede, aarzelt gü niet te vragen J- «•*-»-•- - -
ot de ouders die school weldra niet zullen
verachten!
En wat is de reden uwer woede? Nog
nooit werden door de ouders zooveel vrü
stellingen gevraagd voo.- hunne kinderen
van het volgen der godsdienstlessen, zoo
schrüft de Nieuportsche Pousse Carette
en zijne confraters. V’ü antwoorden ’t is
mogeiyk, want het leerlingental is zeer
vergroot; maar vragen: Aan wie deschuld?
En ons antwoord ligt by de hand Aan u
heeren klerikalen! Uw'e klerikale vrienden
van ’t ministerie zyn daarvan de schuld en
wjj bewüzen.
Vroegere jaren w*aren de lessen van
godsdienst en heilige geschiedenis niet
verplichtend zoealsnu. De priester kwam
er in de school in al de klassen om er tegen
een vetbetsald loon den godsdienst te
onderwijzen. Het stond den leerlingen vrü
die lessen te volgen of niet, en de punten
bekomen in dit vak kwamen volstrekt niet
in aanmerking voor den algemeenen uit
slag. Thans is dit zoo niet meer, doch
vooraleer hierover verder te spreken,
vragen wij u was de middelbare school
dan slechter of verachtelijker dan nu? Al
hoewel er dan hoegenaamd geene verpich-
ting bestond den godsdienstkursus te vol
gen, waren de leerlingen die dan de school
verlieten niet even goed, niet even ver
standig, niet evendeftig, niet even geleerd
als nu? Zyn er van die leerlingen geen
mannen geworden wier politieke opinie
thans klerikaal is? Zün er zelfs onder u
geen oud-leerlingen der middelbare school
die er hunne geleerdheid hebben bekomen
al verdedigen zü nu diezelfde school op
hunne manier? Zün er zelfs geen die het
priesterkleed hebben omgord?
Waarom dan dien toestand aiet gelaten
zooals hy was, vermits den boom goede
vruchten voortbracht?
Waarom? Omdat gy, heeren klerikalen
als vrüheidswurgers iedereen wilt dwin
gen; omdat gy in a le scholen een verstom
pend zuiver godsdienstig onderwijs ge
steund op sprookjes zoudt willen zien ge
ven.
Het klerikale gouvernement, als oot
moedige dienaars der hoogere geestelijk
heid die over het land den scepter zwaait,
maakte het godsdienstonderwijs verplich
tend. Aan catechismus en sprookjes van
Moz.s, van Cain en Abel en zoo meer,
worden zooveel punten toegekend als aan
de studie der Fransche taal, der moeder
taal, der rekenkunde, deraardrükskunde,
meer punten als aan natuurlijke weten
schappen, handelswetenschappen, enz.
Iedereen dwingen dat was het beoogde
doel; iedereen doen buigen dat was hun
wensch. Maar in de kamers stonden man-
door
LBO MEIERT
’t Is ten minste ’t voorbeeld dat de kleri
kale dagbladen aanhalen om een schan
daal kenbaar te maken'.
Als men denkt dat de drukkingsmidde
len welke de klerikalen gebruiken om
hunne scholen en hunne kerken te vullen,
begint men te glimlachen bü het helsch
leven dat ze maken ter gelegenheid van ’t
gematigd doch vastberaden toepassen van
een administratieve maatregel die nood
zakelijk was om ’t officieel onderwüs te
vrijwaren van de klerikale overweldi
ging.
Laat ons hopen dat hun geraas aan
gaande dit zoogenoemd schandaal voor
ver
dubbelen van degenen die den last onzer
scholen op zich hebben.
Wat de katholieke belastingschuldigen
aangaat, «die voor zulke scholen betalen»,
men zou, indien ’t noodig was, de menig
vuldige ambten en bedieningen kunnen
opnoemen die ingesteld zün geweest tot
enkele voldoening der klerikalen...
Dat zou de zaken een geheel ander uit-
de heerlijke lente der verlossing eindelijk jicht geven.
toeh aanbreken.
Moge het weldra zijn!
nen op van karater om dien aanslag op de
vrüheid te beletten en uwe klerikale vrien
den dierven niet totaal doordryven; zy
stonden tegen hunne goesting, aan den
vader het recht toe zyn kind te ontslagen
van liet volgen der godsdienstlessen.
Van die afgedwongenu vrijheid maken
thans die familievaders door de klerikalen
beschimpt, gebruik. Dat is hun recht en
niemand mag of kan hun dit ontzeggen.
Oordeelt de vader dat het beter is dat zün
kind de godsdienstles volge. hy kan en mag
gerust zyn kind naar de middelbare school
zenden; benevens de nuttige, onontbeerly-
ke leervakken die er onderwezen worden,
geven de onderwyzers er ook catechis
musles en in de hoogere klassen wordt dit