ryke toepassing vervat van het dierlyk magnetismus
Eenieder weet dat, wanneer men een stuk geld, een
b halven frank, by voorbeeld, aen eeneu draed van
eenezekerelenglehaugt.en dat men dit slukmeleene
b onbeweegbare hand houdt boven een ander stuk
a geld, op afstand van eenige centimeters, hetzelve na
verloop van een of twee minuten, eene kringsvor-
mige beweging van de linker naer de regter hand
bekooml, die ophoudt toen een persoon zachtjes de
hand raekt van dezen die de beproeving doel. De
zoon een onzer groote huizen, M. Hardliar, aen wien
de nyverheid reeds zooveel kostbare werktuigont-
a dekkingen verschuldigd is, die eene algemeene loe-
passing in al de groote fabrieken van Birmingham,
bekomen hebben, koomt, hetgeen wy een wonder
van dierlyk magnetismus noemen zullen, te ontdek-
ken. Al de beproeving doende van het stuk geld aen
a eeneu draed hangende in een ydel glas van eene
zekere diepte, heeft hy ondervonden, dal de krings-
a vormige beweging door eene slingerende beweging
a vervangen wierdt, die vergrootte tot dat het stuk
a geld den binnenkant van hel glas geraekt had, en
a dit, buitengewoone zaek, wneraen niemand die de
beproeving niet gedaen heeft, zal willen gelooven,
a juist zooveel malen als het de wezenlyke uer van
den dag en den nacht was. Na dit slaeh van won-
derdadige gelui, vermindert de slingering en wordt
a het stuk weder onbeweegbaer,om dezelfde beweging
b te hernemen en op nieuws de uer te klinken die het
b is. M. Robert Hardliar heeft, denzelfden avond, de
beproeving herhaeld in den National Silly Clubvan
b welke hy voorzitter is, in de tegenwoordigheid van
b meer dan 200 persoonen. b
Men heeft gemeend, dat de tafeldans iets nieuws
was; welnu, daer is niets van. Een tooverboek, die op
het einde van de zestiende eeuw te Lyon gedrukt werd,
beschryft deze nieuwigheid in het breed en het langen
volgens eene nota vau een paryzisch blad, zouden er
in 1805, te Joygny talryke proefnemingen gedaen zyn,
waeraen thans nog levende persoonen deel genomen
hebben. Broedermin).
1 «eren-Weg.
De laetste tydingen uil Brussel schynen te bevestigen
de beriglen welke wy door eenen korrespoudent van
Brugge in ons laelste nummer, rakende onzen yzeren-
weg, medegedeeld hebben.
Het is zeker dal er eene aenvraeg uit naem van eene
engelsche maetschappy bestaet; het is zeker dat de
minister vau openbare werken eene eindelyke beslis
sing van de maetschappy van Westvlaenderen, nopens
de daerstelling van dezen yzerenweg geëischt heeft.
Maer de antwoord is lot dus verre onbekend, alhoe
wel men sehyut te geloven dat zy van de toegestane
voorkeur zal afzien.
Wat de nieuwe maetschappy aengaet, zy is voor ons
onbekend. Zoo haest wy nadere inlichtingen bekomen,
zullen wy dezelve aen onze lezers mededeelen.
<HSS>
Gent, I1 Mei, 1853.
Mynheer den uitgever van het Weekblad.
Uwe welwillendheid om jaerlyks myne briefwisseling
rakende den uilslag der geulsche meifeest uwegeabon-
neerden mede te deelen, tnaekt my eene pligt nog eens
ue deze letteren toe te zenden.
Niettegenstaeude hel gedurig slecht weder dereerste
dagen van de meest gewenschtemaend des jaers, gaf het
overgroot getal prachtpeerden die alhier uit verschei
dene streken werden aengebragt, ons te kennen dat
het negenmeifeest zou luislerlyk geweest zyn.
luderdaed, hetgeen wy sedert lange jaren niet ge
zien hadden, al de stallen, hoe groot het getal zy, waren
opgepropt. Men ontmoettede er peerden van alle rassen
en van alle slach. Inlandsche, gekruiste, engelsche van
de puikste soort, hollandsche, holsteinsche, mecklem-
burgsche, enz., van alle gestallen, van alle hair, voor
alle keuzen.
De vraeg was groot, de prys duer en de verkoop
levendig. Vele zadelpeerden werden verkocht voor
Frankrvk. Ik heb een lief peerdje zien nemen voor
twee duizend drie honderd franks door eenen franschen
officier; en een koppel koetspeerderi zien verkoo-
pen mits vyf duizend twee honderd franks. Wat
denkt gy van zulke pryzen? In een wooid, een vol
doende paerd, welke men in vorige jaren van acht tot
negen honderd franken aenkocht, moest nu van elf tot
dertien honderd betaeld worden.
De werkpeerden werden ook levendig gevraegd en
aen hooge pryzen verkocht. De beste soort, van drie
en vier jaren, zyn voor Engeland bestemd. Het ware
te wenschen dat de goede uitslag van onze feest, koude
de peerdenkweek, die, sedert eenige jarenzich in
eeneu kwynenden slaet bevindt, doen herleven.
De vette beesten van de fynste soort waren niet
groot in getalmaer de prys was buitenmaten hoog.
Om u een gedacht te geven der vraeg van het vet vee,
zal ik u zeggen dat een dertigtal ossen, alhier met den
yzeren weg uit Westvlaenderen aengebragt, misschien
uit uwe streek? dadelyk op hunne aenkomstaen eenen
hoogen prys zvn verkocht geweest.
De goede kalf beesten waren ook buiten prys en de
verkeus niet min begeerd.
In een woord de markt was wel voorzien van alle
slach van vee, en de landbouwer vondt de goede gele
genheid de voortbrengsels zyner nyverheid aen vol
doende pryzen te kunnen afzetten.
Eenige rytuigendoch niet min als aenmerkens-
weerdig, varen te koop. Ik moet uogtans uitzonderen
een jagtgetuig, zeer zoel, ligt en wel gemaekl.
Eindelyk om u een gedacht te geven over debelang-
rykheid van ons feestmag ik verzekeren dat er
1087 peerden, 597 hoornbeesten en 487 verkens ter
markt zyn aengeboden geweest.
Vaerwel. Uwe vriend.
X.
De klerikalen in de onderscheidene landen.
Overal nemen de klerikalen eene zoo vermetele
houding aen, dat men zich ter nauwernood er een
denkbeeld van maken kan; in alle landen droomen zy
van niets anders dan van eene politieke dominatie ge
vestigd op de puinen van al de liberale instellingen en
van de burgerlyke inagl.
De klerikalen, na in Frankrvk medegewerkt te hebben
aen de vernietiging der Constitutie en der vryheden
van hel frnnsche volk, naliet despolismus te hebben
toegejuicht, bezield met den geest van algemeene do
minatie die hen uil Rome wordt ingeboezemd, enaen-
gemoedigd door de priestersparty om alles te durven
en alles te wagen de Iransche klerikalen poogen
reeds, door hunne vermetelheid, zich meester temaken
van den toestand in Frankryk, en door hunneeischingen
het despoliek gouvernement, tot welks stichting zy
zoo ieverig medegewerkt hebben, onder hun juk te
krvgen.
In Duitschland ziet men dezelfde poogingen aenge-
wend worden! Zy komen er met dezelfde eischingen
op en verheffen het hoofd als of niemand meer, noch
koningen, noch volkeren, noch gouvernementen, noch
volkskamers, hun eenigen wederstand durfde bieden.
In Ooslenryk en in Italië, te Napels even als te Rome
zyn de klerikalen oppermagtige meesters; de vorsten
en de priesters regeren er alleen. Dit zegt genoeg dat
er in die ongelukkige landen geenen schyn van Consti
tutie noch van vryheid meer overblyft. Droevige les
voorde volkeren die niet willen zien waer de klerikalen
hen heen leiden!
In Piëmont, dit constitulionneel laad 't welk, iu
het midden van het overige van het klerikael Italië
onderdrukt doorliet despolismus, verdierlykt door de
onwetendheiden door deellende uitgeput in Piëmont
aen een rond speeltafelken. De jongheden scheenen
onverduldig om het wonder te ondervinden en aen-
stonds maekte men aen dezelfde tafel de ketting.
Veertien persoonen raaekten het gezelschap uit;
voor een aenschouwer die er byzonderlyk oplet
is het der moeite waerd ieder aenzicht in hel byzon-
der in aendacht te nemen. Die niets geloven hebben
eenen spottenden lach op het wezendeze die twy-
felen eene byzondere uitdrukking en schynen als in
eene verrukking. Maer niet geestiger dan deze welke
de ketting sluiten; zy bezien gedurig hunne handen,
durven malkaer niet beschouwen uit vrees van er be-
lagchelyk uit te zien, verschelde zien er ontsteld uit.
De ondervinding begon. Als aenschouwer vermaende
ik hun de ketting niet te ouderbreken.Na vier minuten
was er eene jufvrouw die eene zindering in de vinge
ren gewaer wierd, eene tweede jufvrouw werd het
zelfde gewaer; in acht minuten tyds liet zich een krak
hooren in de tafel, welke gevolgd werd van verschei
dene krakingen, eene beweging doet zich gevoelen; de
tafel gaet vooruit, keert weder op eene linie van het
noorden naer het zuiden. Hel is ongeloovelyk wat
uitwerksel dat wonder op de aenschouwers maekte.
Maer wanneer de tafel begon te draeijen dan was het
een onbeschryvelyk schouwspel van verlegenheid,
van gelach, van benauwdheid; die de ketting maekten
werden met de tafel in hare beweging medt:-
gesleept, men moest de tafel loslaten of de
duizeligheid deed u in den grond vallenby al
dat gerucht had zich den schaterlach der aenschouwers
gevoegd en had zoo een buitensporig leven gemaekt
dat ik er des anderendaegs nog het hoofd duizelig van
gevoelde.
Nu is hier de vraeg zal deze wondere ontdekking
zich bepalen by het doen dansen van tafelen, tellooreo,
glazen, potten en pannen? liet is te hoopen van neen;
deze ontdekking is volgens my totmeerder nut beschikt,
ja tot ontelbare diensten voor het menschdom, anders
zoude zy al gauw in het dood boek geschreven staen.
Dixmude, den 13 Mei, 1852.
Mynheer den uitgever
Donderdag avond my in de estaininet den Gouden
Karper bevindende, was men aen het redekavelen over
het dansen der tafels, er was iemand in het gezelschap
die voorstelde van de proef hier over te doen; geluk-
kiglyk hadden wy een driepootig rond olmen tafeltje
om er gebruik van te makenwy waren met zeven per
soonen den kelen uitmakende, waeronder eene nog
jonge vrouw en drie persoonen boven de veertig jaren,
de andere drie waren jonger. Na den tyd van twaelf
q vyftien minuten gevoelden er eenigen van ons reeds
rillingen in handen en armen en de tafel begon te
kraken. Na tot 24 minuten gewacht te hebben begon
de tafel zich te bewegen en rond te draeijenzoodanig
dat wy verplicht waren, onze stoelen door de omstaen-
ders te doen wegnemen om de tafel vryelyk te laten
vringen en draeijen totdat dezelve tot twee verscheide
malen neder op den grond is gevallen, want de proef
had plaels opeen stuk dweilgoed.
Daema hebben wy de proef gedaen met drie van
ons, op eenen hoed, geplaelst op eene glazen pint, na
den tyd van zes minuten was de hoed reeds aen het
draeijen en dit op eene zoodanige wyze dat wy ver
plicht waren ons aen het loopen te stellen zooveel wy
konden rond de tafel.
Indien er nog ongeloovigen hierop zyn, zullen wy
donderdag aenstaende in bovengemelde herberg, voor
al die het zien willen, dezelve proeve doen.
Namens al degenen die er tegenwoordig waren
X.
Oc majsiiHisclie Herwerken.
Wy nemen letlerlyk uit Birmingham Filbers Papers
bet volgende artikel over, die eene nieuwe en belang-
•te stilzwygcndheidde raadslieden namen hel op zich de zaek lot
•en gewenscht einde te brengen en dan de gelden naer behooren
n geregligheid ondereen te deelen. De advokaet boog zich byna
tot den grond, galmde al de woorden van beleefdheid uit, die hy
ooit geleerd had, terwyl de werkman gedurig in zyne handen wreef,
reeds brandende van verlangenom die goede lyding aen zyne
vrouw roede le deelen. Beide verlieten het ruedhuisonderduizende
galukwenschingen en eeneu hartelyken handdruk. De reglsgeleerde
Mrunkelde byna vnn de glibberige trappen, zich verheugende dut
hy zonder veel pleiten of argumenteren de zaek met ap- en depen
dentie finneI gewonnen had.
Di«n dag werd op het raadshuis alle verder gehoor geweigerd,
de deuren werden op nieuw digi geslotenen de burgemeester en
schepenen begonnen de bekwuenisle middelen uit te denken, om op
het spoedigste dien schat te bezitten, en te vootkomen dat de gra
vers er liunnu ongewyde banden zouden aenslugen terwyl een der
schepenen deed opmeikendut zv met het gedeelte ran dien schat,
do onkosten lol opbouw van de nieuwe kazerne en andere veelvul
dige schulden op eens zouden kunnen vereffenen. De delving
werd bepaeld op den volgenden morgen, waer zy zich allen, doch
onder hel diepste stilzwygen der zaek moesten bevinden.
Vooraleer nog een werkman zich ter pluets bevond, waren reeds
de taedslieden op hunnen post, in hunne breede mantels gewonden,
heen en wéér stappende, staerdeu zy met gretige blikken naer de
bedoelde goudmyu.
Toen het uerwerk vun hel kasteel acht dotTe toonen rond zond,
Vcrtouude zich twaelf kloeku muuiicn met schoppen en brcede by-
tels, verstomd van die edele heeren daer te vinden, op een ue.r dat
groote lieden nog in hunnen gemakkelyken en warmen dons liggen,
droomeiide van effecten en coupons en capitaelsmultiplicatien. Dan
zy bezagen verbaesd elkander en begonnen de bedoelde taek.
Acht dagen gingen e* om «K noch had men de piasters niet ge
vonden, zy waren toch niet geroofd, want, van den vroegen morgen,
tot den laten avond, en zelfs gedurende den nacht, hadden de
raedslieden kloeke wacht gehouden, enals vromesoldateii, elkander
twee en twee afgelost. Mismoedig gaven zy eindelyk de zaek op, de
arbeiders waren al 12 voet in de aerde, en alles was te vergeefs.
Intussehen was geheel de regering in den war sedert dien tyd
waren er geene liuwelyksbandenlzunuen gesloten worden daer de
bediende aen de delving moest staen de geheime politie kon geen
gehoor bekomen, en de rekwesten bleven meer als ooit onbeant
woord. Men besloot dus dien zelfden dag, 's avonds om 6 ure, eene
buit •tigewoone en geheime vergadering le houden.
Daer het schi ifl door ouderdom en oude scliryfwyze moeijelyk
leeshaer meer was, kon men ligt door een verkeerde opvatting mis
leid zyn geworden. Met deze laetste flauwe hoop bezield, had men
besloten den bibliothekari» der stad, een schrauder en kundig man,
die vooral in bet lezen van oude handschriften eene groote bedre
venheid bad. daer ook uit te noodigeu.
Zoohaest deze verschenen was, en het handschrift zagbarstte
hy als een uitzinnige in luide lagchen uit. Met verwondering bezag
men den man, die daerna het volgende verhael deed
Vergeef mv wel edele heeren, dat ik zoo hartelyk gelachen heb;
ik ga UI. de reden hiervan verklaren liet is nu tueer dander lig
jaren geleden. Ik speelde met myne schoolgezellen in don hof
myner ouders, die met meer anderen, juist daer lag waer nu de
kazerne gebouwd wordt, op eens. ontwaerden wy eene holte,
wierpen er steentjes in. en bet scheen ons nog al diep lezyn, myn
makker spoorde my aen, cr een der ledige flesscUen io te werpen,
die in den boek van den tuin opeengestapeld lagen. Een goede
vond hernam ikhoor wat ik zal doen.
u Myn vader heeft een zeer oud boek waer geschrift en in staen
van hetjaer 1556, ik zat naer die letters een brielje schryven
wuerin een spaensch ridder verklaert, dat er in dien grond, doch
zes voet lager, 2 miljoen piasters gedolven liggen, dien hy daer
by de omwenteling begraven beeft, omdat het hem soms niet
meer zal gelukken die weder te kunnen bekomen. Ik schreef het
briefje, stopte de flesch digt. en wierp ze in die holle, die wy met
gruis vulden, in de hoop, dat het hierdoor, soms na jaren mogt
gelukken, de geldzucht van den eeneu of anderen te nieislciden
en nu zie ik ditzelfde schrift wederom in myne handci». Hy
barste nogmaeU in eenen hevigen lach uit. De burgemeester be
woog de bel, de vergadering was geëindigd, niet zonder elkander
met spotachtige gebaren aen te zien.
De kaserne is voltooid en in den voorinuer van het schoone en
trolsche gebouw zyn op last der stedelyke regering, uitgehouwen
in een arduinen steen, de woorden vau den ouden dichter Roden-
durg,
Wat baet het of ghij graeft en zoekt en u ver hit?
Fortuin liefst hem besoeckt, die wacht en stille sit.