eenen invloed besteden die hun ra a ar gegeven ïl te gebruiken ten gunste der geestelijke zaken,* dan stellen zij hun karakter alsmede den godsdid in gevaar. Als de godsdienstige zaken zich mengt de twisten der wereld, dan lederven zij als de hemeU manna gestort in aarden p tten. En men houde staan dat men zich vijandig toont opzichte! den godsdienst, door zoo te spreken men heeft het dikwijls gezegd en men heeft het gezegd met reden, nooit is de religie zoo achtbaar en geëerd geweest, dan in de weinige jaren dat de priesters, vreemd aan alle partijenf met niets anders bezig waren als aan het vele de weldaad der verhevene zedeleer en van de jeeuwige waarheid te ver-1 Spoorbaan lichtervchïe-Vcwrne. Wij hebben eenige inlichtingen ingewonnen, die wij als nauwkeurig waarborgennopens de overneming van den sjioorweg Lichtervelde-Veurne door den Staat, s Ziehier de voorstellen Het gouvernement zou de spoorbaan aankoo- pen mits een, jaargeld van twee honderd dui zend frank, rr-fe betalen door de schatkist tot fan het einde der concessie Of wel eene sofn fan Vier miljoen vier honderd drij en zestig duizend twee honderd fr. (4,463,200 frs), in titels der openbare schuld aau 4 per honderd, aan pari. MÉfL Dit ten keuze der compagnie. Te dien prijze moet deze, aan den Staat, al de rechten der concessie afstaan, en zal zij de spoorbaan en haar exploitatie-materiëel in goeden staat van onderhoud leveren,/den 1 januari 1878. Alle wclkdanige afhankelijkheden van den spoor weg, en namelijk de werkplaats te Lichtervelde, zijn in den afstand begrepen. De compagnie zal moeten aankoopen alles wat zij nu maar in gebruik heeftde Staat geene lasten van eerste inrichting op zich nemende. De Staat zal de voorraad sporen, bijlen, kolen, hout enz., overnemen. De aan te gane overeenkomst moet door d<j wetgeving goedgekeurd worden, voor dat de af stand definitief!ijk geregeld is. VEauaaiseiie belanden. Hoe menigmaal heeft men den Vlamingen den mond niet willen stoppen met hem toe te roepen Uwe grieven bestaan enkel in uwe verhitte denk- 'eeldem Gij hebt ongelij k te klagen 41 jaren heeft de toestand geduurd. Wij slaan de -atistiek qpén eu knippen er eenige cijfers uit. Inderdaad, wij hebben ongelijk gehad te klagen wij hadden handelen dan zou men «nr. J| ueu'als waar het nu is verarmd, uitgeput, aan banden gelegd en bedorven door onze taalverdruk- Ikers en priesterpartij. Cijfers liegen niet. Welnu, ziehier eenige cijfers uit honderden istvlaanderen, ikanderen, 603,214 684,468 733,938 873,458 1,337,152 1,547,926 [dering in 4G jaar 210,774 Henegouwen, Luik, 1,547,926 608,524 950,354 371,568 632,228 980,092 1,588,582 Vermeerdering op 46 jaar, 608,490 1,588,582 In 1875 3,370 kilometers. waarvan toebehoorde aan don Staat1,636 k. dubbelelijn. Hiervan vindt men de 2/3 in de waalsche provin ciën Op de 1,734 kilometers toebehoorende aan bijzon- [dere Maatschappijen, liggen er 1,400 kilometers in 'Vlaanderen, Antwerpen en Limburg Waar zijn do miljoentjes gevaren B. SJit i»o32tfckeaa haai. vernemen, zegt de Echo dit Luxemburgdat nacht van 5 tot 6 dezer, eene moordpooging itieken haat gepleegd werd te St Hubert, cerel heeft door het venster der slaapkamer )echesne, schepene te St Hubert, een ge- gelost dat met 13 ballekens en eenen was. r.er ballekens drongen in het vertrek, na m eener venster verbrijzeld te hebben en lit van een venster. Een ander balleken ^neel van den muur tegenover het vens afstand van 6 meters een ander ko- den voet der wieg van het jongste re kogels kwamen te recht op den ,e twee vensters, die algemeen geacht en bemind Fdt, heeft in de stad geenen entten vijand in lat van zulke wandaad te begaan J®x>k is ieder een van gevoelen dat men het op het lelën van den 'liberalen schepene gemunt had. De Gemeenteraad had den dag der moOrdpooging onder voorzitterschap van dien schepene, eene toe lage verworpen, welke door eene klerikale muziek maatschappij aan den raad gevraagd wi s. Dit is, volgens de openbare denkwijze, doereden van deze laffe wraak. Üenst luricliting tot werkzame»! wan den burgerwacht Er is een aardig nieuws op handen. De burgerwacht van het geheele laiïd zal inge richt worden tot den militairen dienst. Ditmaal en zijn het geene praatjes, zulle. Bij de) opening der Kamers heeft de Koning dit nieuws in de troonrede aangekondigd. Er zal een leger van 30,000 man aait de burger wacht van steden en dorpen gevraagd worden. Dus tot in de kleinste gemeenten toe zullen diboeren de wapens leeren hanteeren van gelijken burgers der steden. Dat heet wederom verminder: lasten, volgens de klerikalen, die vaïsche belovers. 30,000 man uit de burgerwachtwat wil dit zeg- fen Laat ons eens rekening maken. Het milicie- anton Dixmude levert gemiddeld elk jaar van 30 tot 40man aan het leger, dit voor een kontin- gent van 12,000 milicianen voor het gansche land. Maar van de burgerwacht worden 30,000 man in eens gevraagd. Dat wil zeggen dat het miliciekan- ton Dixmude voor zijn aandeel ten minsten 125 man zal moeten leveren. Om ttft daar te komen zal men in ons kanton eene burgerwacht moeten inrichten van 300 a 400 man, die wekelijks in den wapen- handel'geoefend zou worden en leeren excerceeren. Wij kennen nog.'t ministerieel wetsontwerp niet, doch wij geven er een gedacht van wat het gewis zal moeten zijn. Dus binnen kort zullen wij in Dixmude op de Groote Markt wekelijks een legerken van 300 man zien excerceeren, dat alle jare naar het kamp zal optrekken als naar de groote oefeningschool. Zie, dat nieuw militair plan is waarachtig ge schikt om het water in den mond te doen komen. Komt, de wapens opgevat 19e $>i*oficssorsgazet in gloeiende gramschag». Zoo zien >vij de professorsgazet gaarne zij is in razende gramschap eu waren hare oogen kogels wij -«don er niet ffemakkeiiik van t huis arme dwaas, omdat wij baar ë$nlge~k!etsei^wan de djakke rond de boren gegèven hebben, schreeuwt en tiert van pijn. O wat de bedaarde waarheid vermag. Maar dat de schijnheilige gazet wel wete, zij zal toch de schurftige klerikale schapen nimmer kunnen wit wasschen. Zij zijn er te zwart toe Nogmaals dreigt de professorsgazet den toevlucht te nemen tot personnaliteiter. Doe maar op, laf aards gij leeft van eerschenderij en laster. Maar als gij iemand bevlekt en bevuild hebt, dan toch zullen uwe gevallene helden in geen klaarder licht schitteren. Weihoe gij dreigt met het schuim der razernij op de lippen, gij die uwe tegenstrevers als het slijk der straten behandelt, gij die de achtbaar- ste jongelingen door de goot sleept en zelfs niet eens kunt verdragen dat men uwe partijgenoten aanwijst als ook in gevaar zijnde van de zweep te krijgen. Pilatus, wascht maar uwe handen. Wij begroeten uwe bedreigingen met een schaterlach, want nim mer en nooit eerbiedigt gij de reputatie uws even naasten. En daarmeê, doe onze complimenten aan M. De Brabandere. Wij zijn geenszins van zin te antwoorden op de talrijke ezelarijen der professorsgazet. Dat ware enkel tijdverlies. Echter kunuen wij den lust niet wederstaan er onze lezers een proefje van te geven. Ziehier een en zoo zijn ze allen van gelijk kaliber: Tweede schop Naar den Aartsbisschop van Mechelen. Hij wilde in 1862 het kerkhof niet n wijden van St Gilles omdat hij er geen meester mocht •n van zijn.Hoort gij Het is niet omdat de Kerke zulks voorenhoudthet is niet omdat eene ge- wijde zake niet alle stappe moet ontheiligd wor- den het is maar juiste uit hooveerdigheid van n den Aartsbisschop omdat hij geen meester mag zijnAh, gi stoute Weekblad. Zoo schrijft de professorsgazet. Maar met opge zetten wil vergeet het heilig blad 4e spreken van de andere stouteriks, namelijk de j paters kapu cijnen dieinweêrwil den aartsbisschop, de graven op het herk hof van St Gille s gingen wijden Ziedaar hoe rechtzinnig de profeBSorsgazet'is. O Tartuffe met uw schijnheilig wezen,gij zijt nog niet dood. Zou men in geen spotlach schieten als de Erofessorsgazet zulken hoogen toon aanslaat tegen et Weekblad en de kapucijnen buiten de zaak laat. Wat lafhartige komedianten, goede God Waarlijk de professorsgazet doet Ons Heer een vlassen baard aan Maar ook, de klerikale gazetten zouden door hun schandalig gedrag doen geloven dat de trouweloos heid eene godsgeleerde deugd is. Iets over het schoppen van den ezel der professorsgazet. De professorsgazet schijnt geweldig op hare zenuwen geraakt te zijn, voor eene kleine spreuk die in uw blad is geslopen. Voor dezen keer kan het heilig bladje gelijk hebben en wij moeten nederig bekennen dat wij niet weten of een ezel schopt of stampt, want wij houden ons zoo veel met ezels niet bezig gelijk de opstellers van de kristelijke professorsgazet. De armzalige ezelstam pen van het heilig blad, weerleggen geeDzins onze gezegdens wegens den onderpastoor Debrabandere. Het schijnt twee burgers van stad te willen aangaan voor een reden waarmede zij toch niemand kwaad zouden kunnen doen ten anderen in hare gezind heidspartij vindt men mannen die reeds de gevol gen van den Delirium Tremens kennen,, en het is geen pastoorsblad dat mag over het nemen van al lerhande dranken schrijven, want dat is spreken van koorden in het huis van eenen gehangene. Voor geheel de stad ik herhaal hethet vertrek van Debrabandere verheugt ons, omdat hij twistzoekende van aard was en omdat hij altijd zijne politieke tegenstrevers getracht heeft in hunnen handel te kenkenhetgene toch zeker evenmin kristelijk was, als de snoode bedoelingen der kleri kale professorsgazet. Een vrije burger. Dixmude, 13 november 1877. Mijnheer de Redacteur. Concert ten voordeele der stand beelden wan 32 rei del en Sle Conine. BEVOLKING. Op 31 dec. 1830. Op 31 dec. 1876. SPOORWEGEN. Op I voor vrijheid, laad en stad "Wie een heldendood ontziet, Heeft de moed der vaadren niet T- j i Gij spreeki met veel genoegen over hel feest dat de rede rijkers van Nu, Morgen niet zullen vieren, ler gelegenheid van 'l herdenken van hel vijfiigjarig lidschap van vijf hunner confraters. Gij hebt gelijk, niet eene maatschappij van Belgie kan aanspraak maken op zulk een eereblazoen van houwen trouw. Die gebeurtenis moet grooisch en plechtig gevierd worden. Wat meer is, er bestaal nog een zesde jubilaris, de heer Fevs-Kesteloot, tooneelbesluurder, wiens vijftigjarig lidschap over drie jaren, den 4 december 1873, luislerlijk herdacht werd. Het merkwaardigste dal deze jubilarissen aanbieden, is dat de grootste helft ditr mannen uitstekende diensten be wezen hebben aan de vlaamsche zaak. Wie Mevr. Van Ackere-Doolaeghe noemt, neemt eerbiedig den hoed af voor de talentvolle dixmudsche dichteres, wier faam in het land en den vreemde, wijds en zijds, verspreid is. Dan de heeren DeBreyne-Peeltaert, hoofdman, en Feys-Kcsteloot, tooneel besluurder. Die twee mannen hebben ten allen tijde wakker en dapper de vlaamsche zaak bevorderd en in hun doen en laten bewezen overtuigd te zijn van de waarheid dat de taal hel gansche volk is. Meermalen heeft de'heer De Brevne- Peellaert, jn de Yolkskamcr en op hel stadhuis, onze zaak verdedig'!, en als hoofdman van Nu, Morgen niet heefl hij -Ijüb vuuilWiei.. heer Feys-Kestelool, als tooneelbesluurder. is als 'l ware de ziel gebleven van de opkomende tooneellief hebbers bij is hun steun, hun aanmoediger, hun leider; hij zet ten onzent het ware karakter van den schouwburg kracht bij, door nimmer in den keus der tooneelstukkcn, uit het oog te ver liezen vlaamschen aard, vlaamsche zeden, tot veredeling en heropbeuring van ons volk, dat eens aan het hoofd van beschaving, vrijheid en kunstzin stond en nog aanspraak mag maken op eene eereplaais onder de natiën die 'schille ren in het beoefenen der kunst. Vervolgens hebben wij den heer doctor Woelsonder hoofdman vznNu,Morgen niet, een man diezich verdienste lijk gemaakt heeft voor het lijdende menschdom. En ten slotte, de twee getrouwe leden, de heeren Jan Woets en Pieter Lesaffre. Ziedaar de mannen aan wie Nu, Morgen niet hulde zal bieden. Zij hebben er recht op. Dat de maatschappij er groote toebereidselen voor make en een feest inrichte waardig van Vlaanderen. Nimmer heeft nog eene taalminnende Maatschap pij zulke gedenkdagen te vieren gehad. Een vlaamschgezinde burger. '8C018 Zondag laatst hebben wij een paar genoeglijke uren door gebracht in het concert gegeven door eenige leden der brugsche Maatschappij de Herboor te, met de medewerking der talentvolle familie Schoofs. Alhoewel het programma van dit muziekfeest met. met harmonie- of symfoniestukjes, zooals quatuors of quintettes enz. vervuld was, toogen nogthans vele kijklustigen naar de ruime zaal van het Groot St Jorishof, om hunne penningen te storten voor een vaderlandschlievend werk, ten voordeele der op te richten standbeelden aan de vlaamsche helden Breidel en Deconinc. Wie het meest béwonderd werd, is de jonge violist de lieer II. S., die zeer behendig zijn 9naar~ tuig wist te gebruiken, en door zijn reeds vroeg ontwikkeld muziekaal gevoel aller aandacht verwierf. Veel genoegen deed het ofts, dat de vlaamsche zangstukken het meeste ge deelte van het programma uitmieken, in een feest waar het een vlaamsch werk gold. Wij hebben de gelegenheid ge had een vlaamsch liedje te hooren dat veel bijval vond, zoo bij kenner als bij oningewijde, een liedje wel bevallig, vol zachte innig melodij -.Gelijk ik mijne moeder min, zoo min ik mijn vaderland Heel lief en smaakvol werd het vertolkt door den heer Vuylsteke, die Ik ken een lied, een liedje wat ernstiger in muziekale opvatting, ook goed gezongen heeft. Het Visscherslied en Ons Vaderland, twee liederen welke veel muziekqle waarde bezitten, wat min aan melodij rijk zooals het de titels der onderwerpen zelve aantoonen, wer den, behalve eene kleine hapering door de reprise in net eerste zangstuk, deftiglijk uitgevoerd in het Visschersliea werd de refrein Wij geven vrouw en kind de hand gaarne aanhoord. O liefde met begeleiding van vedel en klavier, een zangstuk dat aan muziek rijk is, wat min door het aanwezig publiek begrepen, werd met veel gevoelsuiting opgevoerd door den Keer S. De komiek H. V. hoettook niet weinig de lachspieren in bej^jing gebracht met net kluchtlied Le mari au bal stukje Ma

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Dixmude (1845-1879) | 1877 | | pagina 2